Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB)
Nieuws
Stijging aantal jeugdleden bij sportbonden
7 juni 2005
De ledentallen van NOC*NSF over 2004 geven aan dat het aantal
jeugdleden van een sportvereniging sterk stijgt. Vorig jaar zijn ruim
140.000 personen onder de achttien jaar lid geworden van een
sportvereniging. Het aantal volwassenen dat lid is van een
sportvereniging, is vorig jaar met ruim 49.000 gedaald. Deze laatste
daling duidt erop, dat het aanbod van sportverenigingen niet meer
optimaal aansluit bij de veranderde behoeften van volwassenen. NOC*NSF
en aangesloten sportbonden zijn eerder dit jaar gezamenlijk aan de
slag gegaan om deze behoeften beter in kaart te brengen en het aanbod
hierop aan te passen. Doel is om over de gehele linie in de periode
2005-2008 het totale ledental met 500.000 te laten groeien. (Bron:
Sport.nl)
NOC*NSF kende in 2004 in totaal 89 lidorganisaties, waarvan 72
gerekend worden tot sportbonden en 17 tot de buitengewone leden. Het
totale ledenbestand van NOC*NSF is 4.929.647 leden, in 2003 was dat
nog 4.884.872. In 2004 is er een stijging van 0,9 procent
bewerkstelligd. Het totale aantal sportverenigingen is in 2004 gedaald
met 147 naar 28.756 verenigingen. Aangezien het ledental van de
sportbond blijft stijgen, zet de schaalvergroting van
sportverenigingen in Nederland door.
Bij de sportbonden is in 2004 35,6 procent van de leden junior (jonger
dan achttien jaar) en 64,4 procent senior (achttien jaar en ouder). In
2003 was dit respectievelijk 32,6 procent en 67,4 procent. Het aantal
juniorleden bij sportbonden is in 2004 met 140.220 leden gestegen. Dit
komt vooral door een stijging van het aantal jeugdleden bij
watersport, triatlon en skaten. Het aantal seniorleden is met 49.447
leden gedaald. Deze daling is duidelijk te herkennen in watersport,
danssport, skate en squash.
In 2004 waren 1.439.662 meer mannen lid van een sportbond. De
verhouding man/vrouw is dan ook 65,7%-34,3%/ Ten opzichte van 2003 is
het aandeel vrouwen afgenomen. In 2003 was 36,6 procent vrouw en 63,4
procent man. Sporten waarin opvallende veranderingen plaatsvinden in
de verdeling mannen-vrouwen zijn: base- en softball (aandeel mannen
gestegen), atletiek (aandeel mannen gedaald), hippische sport (aandeel
vrouwen gestegen) en kruisboog (aandeel vrouwen gedaald)>
De Top 15 van de grootste sportbonden heeft in 2004 ten opzichte van
2003 enkele wijzigingen ondergaan. De Koninklijke Nederlandse
Hockeybond heeft haar ledental met 10.441 vermeerderd en is daardoor
met de Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijdersbond (een verlies van
6.590 leden in 2004) van plek gewisseld. De Koninklijke Nederlandse
Hippische Sportfederatie is gestegen van plaats acht naar zeven door
een groei van ruim 17.000 leden. Ook de Nederlandse Badminton Bond is
een plaats gestegen door een stijging van het aantal leden met 12.468.
De vijf kleinste sportbonden zijn de Bob- en Sleebond Nederland (75
leden), de Nederlandse Curling Bond (119), de Nederlandse Frisbee Bond
(419), de Nederlandse Racquetball Associatie (485) en de Koninklijke
Nederlandse Kolf Bond (586).
Het aantal teamsporters is ten opzichte van 2003 gestegen met 30.237
sporters, nadat het vorig jaar ook al was gestegen met ruim 23.000
sporters. 1.765.907 mensen zijn lid van een teamsportbond. De grootste
teamsportbond is de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (1.060.598
leden). In 2004 werd door 1.776.777 mensen een individuele sport
beoefend. Dit is een stijging met 43.178 sporters. De grootste
sportbond voor individueel beoefende sporten is de Koninklijke
Nederlandse Gymnastiek Unie met 291.982 leden. 970.508 mensen
beoefenden in 2004 een duosport. Dit is een daling van 20.111 leden
ten opzichte van 2003. De grootste bond is dit verband is de
Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond met 719.254 leden.