Opinie 20: 'Zorgverzekeraars krijgen te veel macht.'
In het nieuwe stelsel voor zorgverzekeringen, dat op 1 januari 2006
ingaat, krijgen de verzekeraars te veel macht. Dat zegt prof. dr.
Klaas van der Meer, hoogleraar huisartsengeneeskunde aan de
Rijksuniversitieteit Groningen/UMCG. Van der Meer, die naast zijn baan
als hoogleraar nog één dag in de week werkt als huisarts in Roden, is
bang dat dat uiteindelijk ten koste zal gaan van kwetsbare patiënten.
Dagenlang staakten de huisartsen. Onder meer omdat ze zich niet kunnen
vinden in het nieuwe stelsel voor zorgverzekeringen. Maar hoe zit het
nou precies? "Een van de grote problemen van het nieuwe zorgstelsel is
dat niemand eigenlijk weet hoe het er in de praktijk uit gaat zien.
Niemand weet precies hoe de relatie tussen arts en patiënt straks
wordt", zegt Van der Meer. Daarbij maakt de Groningse hoogleraar zich
vooral zorgen om twee dingen. In de eerste plaats de continuïteit in
de verhouding tussen arts en patiënt. "Een huisarts is eigenlijk een
specialist in mensen. Hij heeft de dossiers van zijn patiënten, ziet
ze op het spreekuur, komt bij hen thuis en weet van hun
omstandigheden. Hij is bij uitstek de persoon om in een vroeg stadium
problemen te onderkennen." In het nieuwe stelsel kunnen patiënten in
principe kiezen waar ze met hun klachten heen gaan. Huisarts A,
huisarts B of zelfs een basisarts. "Zo verdwijnt het overzicht, de
regie. En bovendien, waar zitten we hier dan nog die driejarige
huisartsenopleiding voor te doen?"
In de tweede plaats vreest Van der Meer dat de laagdrempeligheid van
de huisartsenzorg in Nederland verloren gaat. Simpel gezegd: patiënten
gaan niet meer naar de huisarts omdat ze het niet kunnen betalen. "Het
nieuwe verzekeringsstelsel is gericht op gezonde mensen, niet op
patiënten die een chronisch probleem hebben of in een
verzorgingstehuis zitten." Huisartsen worden in de toekomst verplicht
om informatie over hun patiënten te delen met de
verzekeringsmaatschappijen en die zitten, vreest Van der Meer, niet te
wachten om chronische patiënten bij te verzekeren. "Een huis dat al in
brand staat, kun je niet meer verzekeren. Zo is het met patiënten ook.
Als iemand, omdat hij nooit ziek is, een verzekering afsluit met een
hoog eigen risico, is er niks aan de hand. Tot hij ineens wel ziek
wordt. Dan kan hij zich niet meer extra verzekeren. Dus bestaat de
kans dat hij ieder bezoek van de huisarts uit eigen zak moet
betalen."
Marktwerking
"In het nieuwe stelsel staat marktwerking centraal", legt Van der Meer
uit. "Dat slaat natuurlijk nergens op. Wat ik als huisarts met een
patiënt bespreek, is geen product dat je kunt kopen en verkopen.
Bovendien, als je zorg ziet als een product dan wordt de huisarts een
ondernemer die zijn winkel overeind wil houden. Hoe doe je dat? Door
de patiënt zo lang mogelijk patiënt te houden. Er is geen dokter die
dat wil!"
Door de verplichting om informatie over patiënten te delen met
verzekeraars wordt, cru uitgedrukt, het beroepsgeheim van artsen
afgeschaft. "Het wordt veranderd in een soort spreekplicht. Wil je als
huisarts je geld krijgen van de verzekeringsmaatschappij, dan ben je
verplicht om een zogeheten uitgangsdiagnose door te geven. Dat
betekent dat een verzekeraar precies van een patiënt weet wat er met
hem aan de hand is."
In de driehoek tussen patiënt, huisarts en verzekeraars komt zo wel
erg veel macht bij de verzekeraar te liggen, vindt Van der Meer. "Je
moet jezelf ook de vraag stellen wie er nou beter wordt van dit hele
nieuwe stelsel. Niet de patiënt en ook niet de dokter. Ik ben nog geen
arts tegengekomen die zegt: `Da's nou nuttig, marktwerking, dat er een
financiële prikkel op tafel ligt.' Als ik in de spreekkamer zit, dan
zit ik daar voor m'n patiënten. Ik zit daar echt niet aan geld te
denken."
Curriculum vitae
Prof. dr. Klaas van der Meer studeerde medicijnen in Groningen en
werkt sinds 1975 als huisarts in het Noord-Drentse Roden. Vanaf die
tijd is hij in verschillende functies verbonden geweest aan de
disciplinegroep huisartsengeneeskunde van de RUG. Sinds 2004 is hij
hoogleraar. Van der Meer promoveerde in 1994 op een onderzoek naar
psychische en sociale problemen in de huisartsenpraktijk en werkte als
co-auteur mee aan verschillende boeken over zijn vakgebied.
Informatie
prof. dr. Klaas van der Meer, (050) 363 29 63
Rijksuniversiteit Groningen