36 MILJOEN VOOR TIJDELIJKE IMPULS LEERWERKTRAJECTEN GESUBSIDIEERDE
ARBEID
VNG, sociale partners en het ministerie van SZW zetten 36 miljoen euro
in voor een tijdelijke impuls voor leerwerktrajecten voor werknemers
op gesubsidieerde banen, Dit zijn de partijen tijdens bestuurlijk
overleg op 1 juni overeengekomen. Deze impuls is een vervolg op de
Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen. De in
het RWI-advies Omdat iedereen nodig is vervatte methodiek voor
leerwerktrajecten is uitgangspunt voor de tijdelijke impuls.
Sinds 1 juli 2004 is de Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken
10.000 ID-banen beëindigd. Het resultaat van deze regeling is dat
maximaal 7.740 ID-banen worden omgezet in een reguliere baan. Dit
betekent dat 36 miljoen euro niet zal worden besteed. De VNG heeft
ervoor gepleit het deel van de resterende middelen dat afkomstig was
uit gemeentelijke budgetten weer toe te voegen aan het werkdeel van de
WWB. Dit voorstel kreeg echter geen steun van de overige
convenantspartners.
De convenantspartners zijn van mening dat de resterende middelen van
de stimuleringsmiddelen zinvol kunnen worden ingezet om, binnen de
kaders van de WWB, een extra impuls te geven aan lokale of regionale
initiatieven waarbij gemeenten en sectoren samenwerken om mensen die
nu nog werkzaam zijn op een gesubsidieerde baan via een
leerwerktraject uit te laten stromen naar een reguliere baan. De
doelgroep bestaat uit ID-werknemers en, voorzover de capaciteit van
het budget het toelaat, WIW-ers.
Het grootste deel van het beschikbare budget is bestemd voor een
tijdelijk fonds voor de financiering van concrete projecten met
leerwerktrajecten. De subsidiabele kosten worden nog nader uitgewerkt,
maar betreffen in elk geval scholings- en begeleidingskosten. Een
beperkt deel van het budget is beschikbaar voor overheadkosten c.q.
regionale coördinatie en afstemming tussen de samenwerkende partijen.
Voorwaarde voor een subsidietoekenning is dan ook dat tenminste één
gemeente, werkgever en/of sector gezamenlijk ondertekenaar zijn van
het projectvoorstel en bijdragen aan het project.
De impulsregeling wordt gedurende de looptijd gemonitord op voortgang
en leerervaringen. Het voorstel wordt op korte termijn nader
uitgewerkt door de convenantspartijen en het ministerie van SZW.
Vereniging Nederlandse Gemeenten