Debat Eerste Kamer over nieuw zorgstelsel:
wordt de patiënt er beter van?
---
De CG-Raad maakt zich zorgen over de zorgverzekeringswet en de
introductie van marktwerking in de zorg. De Raad heeft deze bezorgdheid
vertaald in een duidelijke en kritische inbreng naar de Eerste Kamer op 19
april jl. (zie de bijlagen: statement en inbreng). De invoering van de
Zorgverzekeringswet is een grote operatie, die voor de burgers veel
veranderingen brengt. De CG-Raad ziet naast kansen ook risicos: risicos met
name voor zijn achterban van mensen met een chronische ziekte of beperking.
Aandachtspunten voor de CG-Raad zijn ondermeer:
* De omvang van het basispakket. In beginsel zal dit eruit zien als
het huidige (deels afgeslankte) ziekenfondspakket. Maar het is
onduidelijk wat er in de toekomst gaat gebeuren met het
basispakket. Het is immers een beheersinstrument: wordt de zorg te
duur, dan bestaat de kans dat er pakketmaatregelen volgen. De
CG-Raad wil garanties voor de omvang van het basispakket.
* De aanvullende verzekering. Deze is van groot belang voor de
achterban van de CG-Raad, want de aanvullende verzekering omvat
voor hen vaak noodzakelijke zorg. Voor aanvullende verzekeringen
geldt geen acceptatieplicht; mensen kunnen geweigerd worden
vanwege een gezondheidsrisico. Hoeveel dergelijke pakketten de
consument gaan kosten, is nog niet bekend. Risicoselectie zal
zeker plaatsvinden, ook indirect. Mensen die voor hun basispakket
willen overstappen naar een andere verzekeraar, zullen
moeilijkheden ondervinden wanneer zij hun aanvullende verzekering
willen voortzetten bij de huidige verzekeraar.
* Minder keuzevrijheid. De zorgverzekeraar gaat mede bepalen welke
zorg door welke behandelaar wordt verleend aan een verzekerde.
Voor volledige keuzevrijheid moet worden bijbetaald. Dit vormt een
risico voor de toegankelijkheid van de zorg. De CG-Raad is
principieel van mening dat er voor iedereen vrije artsenkeuze moet
zijn zonder extra kosten.
* Meer eigen betalingen. Het kabinet wil meer financiële prikkels
aan de burgers geven, zodat de zorgconsumptie daalt. Voor mensen
met een chronische ziekte of beperking ligt dit echter anders dan
voor de incidentele patiënt. Zij zullen voor noodzakelijke zorg
meer zelf moeten betalen of afzien van de voor hen hoognodige
zorg, wat negatieve gevolgen heeft voor hun gezondheid. Onderzoek
wijst uit dat eigen betalingen de zorgconsumptie doet afnemen,
maar dit gaat op voor zowel niet-noodzakelijke als voor
noodzakelijke zorg. Dit levert een ernstig gezondheidsrisico op,
vooral voor mensen met een slechte gezondheid en weinig inkomen.
De CG-Raad pleit voor lastenmaximalisatie voor mensen met een
chronische ziekte of beperking.
* De rechtspositie en de mate van inspraak van verzekerden: Deze
zijn in de nieuwe wet in onvoldoende mate verankerd.
Zorgverzekeraars kunnen zelf bepalen hoeveel invloed verzekerden
krijgen. Terwijl de verzekerde een belangrijke positie moet
innemen in de markt, beschikt hij over te weinig handreikingen om
die positie waar te kunnen maken. Rechten van verzekerden moeten
daarom worden vastgelegd in de wet via een algemene maatregel van
bestuur.
* Informatievoorziening. De informatie is schaars, te algemeen,
versnipperd en niet voor iedereen toegankelijk. Dit blijkt al bij
de no-claim regeling, waarvan veel mensen de inhoud niet kennen.
Hetzelfde geldt voor de DBCs (Diagnose Behandel Combinaties). Er
is behoefte aan toegespitste doelgroepgerichte informatie en
ondersteuning bij het maken van keuzes. Patiëntenorganisaties
moeten hier extra middelen voor krijgen.
* Het vereveningsysteem. Het vereveningsysteem compenseert
zorgverzekeraars voor slechte risico's. Dit is van groot belang om
risicoselectie tegen te gaan. Het systeem compenseert echter niet
voor alle aandoeningen en moet daarom worden verbeterd.
Zorgverzekeraars kunnen namelijk gemakkelijk ongewenste klanten
traceren en weren. Pas wanneer het vereveningssysteem goed
functioneert, is de kans op risicoselectie klein.
* Privacy. In toenemende mate worden persoonlijke gegevens over o.a.
diagnose en behandeling uitgewisseld tussen ziekenhuizen en
zorgverzekeraars. Het is voor verzekerden onduidelijk wie wanneer
over welke data beschikt en welke risicos op misbruik dit met zich
mee brengt. De vraag rijst wanneer toestemming van de verzekerde
noodzakelijk is. Het College Bescherming Persoonsgegevens heeft
aangegeven dat de nieuwe zorgverzekeringswet niet duidelijk genoeg
is op dit vlak. De CG-Raad vindt dat de privacybescherming beter
geregeld moet worden.
Zie voor verdere inbreng van de CG-Raad aan de Eerste Kamer:
* Statement CG-Raad en CSO ten behoeve van de hoorzitting van de
Vaste Commissie voor VWS van de Eerste Kamer der Staten-Generaal,
19 april 2005
* Vragen en antwoorden ten behoeve van de gesprekken met deskundigen
op 19 april 2005
(Geplaatst: 7 juni 2005)
---
Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland