2005
HIV-onderzoek bij risicogroepen in Rotterdam 7 juni 2005
Gemiddeld 7 procent van de prostituees en gemiddeld 10 procent van de
injecterende drugsgebruikers in Rotterdam is besmet met het HIV-virus.
Het risico bestaat dat het virus zich vanuit die risicogroepen
verspreidt naar de rest van de bevolking. Onder drie groepen migranten
(Kaapverdianen, Surinamers, Antillianen) is het virus nauwelijks
gevonden, maar vanwege het hoge seksuele risicogedrag bij deze groepen
bestaat ook daar het risico van overdracht van het HIV-virus. Dat
geldt ook voor andere seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA).
Dit blijkt uit het rapport HIV-surveys bij hoog-risicogroepen in
Rotterdam 2002-2003 van het RIVM en de GGD Rotterdam en omstreken.
Doel van de surveys, waarvan de definitieve analyses recent zijn
afgerond, was na te gaan hoe vaak het HIV-virus onder de risicogroepen
voorkomt en inzicht te verkrijgen in seksueel risicogedrag en het
risico op verspreiding van het virus. De surveys zijn onderdeel van de
HIV-surveillance in Nederland.
Het HIV-virus komt bij prostituees op de tippelzone vaker voor dan bij
prostituees in clubs: respectievelijk 12 % en 2 %. Van de transgenders
(transseksuelen en travestieten) is 20 % HIV-positief. Veel
prostituees (88%) zeggen condooms te gebruiken, maar de helft van hen
zegt dat deze regelmatig stuk gaan. De kans op HIV hangt samen met het
aantal jaren in de prostitutie, het spuiten van drugs en
transseksualiteit. Vanwege het risicogedrag en de aanwezigheid van
HIV, bestaat het risico van verspreiding van het virus en van SOA
vanuit prostituees via hun klanten naar de rest van de bevolking.
HIV komt bij Kaapverdianen, Surinamers en Antillianen in het onderzoek
weinig voor: resp. 1%, 0% en 0%. Maar hun seksueel risicogedrag is
aanzienlijk: veel partners, meerdere partners tegelijkertijd en weinig
condoomgebruik. Van deze migranten rapporteert 20 tot 30 procent
seksuele contacten bij bezoek aan het land van herkomst, waar HIV
vaker voorkomt. Daardoor kunnen HIV en SOA zich verspreiden naar de
rest van de bevolking. Van de migranten, die zich in het jaar vóór de
survey heeft laten testen op SOA, was 21 procent positief.
Van de injecterende drugsgebruikers is 10 procent HIV-positief. Dat
percentage is onveranderd ten opzichte van metingen in 1994 (11%) en
1997 (9%). Het spuitgedrag is minder risicovol geworden (meer gebruik
van schone naalden), maar het seksuele risicogedrag blijft
onverminderd hoog. Meer dan de helft van de drugsgebruikers met HIV in
de survey wist niet dat ze positief waren; dit benadrukt het belang
van actief testen op het HIV-virus.
De resultaten zijn verkregen via persoonlijke interviews door
getrainde interviewers en via laboratoriumbepaling van HIV-antistoffen
in speekselmonsters. Aan het onderzoek deden 56 prostituees van de
tippelzone mee, 53 prostituees in clubs, 452 drugsgebruikers, 180
Antillianen/Arubanen, 207 Surinamers en 192 Kaapverdianen. Van de 109
deelnemende prostituees waren er 15 transgender.
De resultaten van deze survey vormen een basis voor
preventiestrategieën van de GGD Rotterdam en omstreken. Ook in
Amsterdam en Den Haag worden surveys uitgevoerd. De resultaten daarvan
worden later dit jaar bekend.
naar het rapport
Postbus 1, 3720 BA Bilthoven, T:030-2749111, F:030-2742971
Home Agenda Contact
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu