NPI: Integriteit hoog op agenda bij politie
Den Haag - Bij de 26 korpsen van Politie Nederland zijn in 2004
negentig politiemensen ontslagen vanwege integriteitsschendingen.
Daarnaast kregen 61 politiemensen voorwaardelijk ontslag en namen 34
politiemensen gedurende een onderzoek zelf ontslag. In 2005 werden in
totaal 1067 onderzoeken geregistreerd, waarbij 1277 politiemensen
betrokken zijn. In 531 gevallen werd de verdenking weerlegd of niet
aangetoond. In 149 gevallen was er sprake van een strafbaar feit en in
444 gevallen van plichtsverzuim. Het is de eerste keer dat deze
cijfers landelijk bekend worden gemaakt. Integriteitsbeleid staat hoog
op de agenda bij Politie Nederland en de openheid daarover is daar
onderdeel van. Uit onderzoek blijkt dat de politie binnen de overheid
daarin een voorbeeldfunctie heeft.
'De bijzondere positie die de politie in de samenleving inneemt, maakt
dat iedereen recht heeft om te weten hoe met misdragingen van
politiemensen wordt omgegaan en hoe daartegen wordt opgetreden. Voor
mensen die zich niet aan de regels houden is in uiterste instantie
geen plaats in de organisatie', aldus Gerard Huijser van Reenen,
korpschef van de regio Zaanstreek-Waterland en portefeuillehouder
integriteit in de Raad van Hoofdcommissarissen (RHC).
De onderzoeken betreffen zowel disciplinair als strafrechtelijk
onderzoek. Het gaat dus niet alleen om onderzoeken naar gedrag van
politiemensen in werktijd, maar ook om gedrag in privétijd. De
delicten lopen uiteen van geweld, naar misbruik van positie en
rechtpositionele zaken. Vooral geweld lijkt een veelvoorkomend delict.
De oorzaak is gelegen in de strenge procedures die gelden voor
geweldsgebruik en dit moet altijd gemeld worden. In 60 procent van
deze gevallen werd de verdenking weerlegd of niet aangetoond. De
onderzoeken worden uitgevoerd in de lijn, via bureau's interne
onderzoeken (BIO's) of via de Rijksrecherche. 'Politiemensen zijn 24
uur per dag een voorbeeld voor anderen. Wat andere burgers menen zich
wel te kunnen veroorloven zonder dat de werkgever zich daarover
bekommert, kan bij de politie niet', aldus Huijser van Reenen.
De aanleiding voor de onderzoeken is voor ongeveer eenderde deel
gelegen in een klacht of melding van burgers. De politie heeft de
afgelopen jaren hard gewerkt aan het op een onafhankelijke en
professionele manier van innemen en afhandelen van klachten. Een
relatief hoog aantal zaken dat door de melding van een burger wordt
onderzocht is een positief teken. Ruim de helft van de incidenten
wordt gemeld door collega's. Dit wordt als aanwijzing gezien dat
politiemensen in toenemende mate bereid zijn om hun collega's aan te
spreken op misstappen en normafwijkend gedrag en dat de zogenaamde
afdekcultuur steeds minder aanwezig is.
Portefeuillehouder Huijser van Reenen houdt een dubbel gevoel bij de
cijfers. 'Enerzijds schrik ik er iedere keer weer van als ik zie
waartoe ook politiemensen soms in staat zijn. Aan de andere kant weet
ik dat het merendeel van onze ruim 50.000 mensen hun werk integer en
met toewijding uitvoeren. Het is goed dat wij al die onderzoeken
verrichten en de rotte appels uit de mand halen.'
=====================================
Noot redactie (