Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Directie Voorlichting en Communicatie

Toespraak van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Clémence Ross ­ Van Dorp, tijdens het LC- congres Bewegen Mot-Tat-Dan. Rotterdam 1 juni 2005
Wijzigingen voorbehouden. Alleen de uitgesproken tekst geldt!

Dames en heren,

Soms zeggen enkele nuchtere cijfers veel meer dan een hoop mooie woorden. Daarom wil ik u eerst een paar cijfers geven.

40% van de volwassen Nederlanders is te zwaar, 10% is obees, of te wel heeft een voor de gezondheid gevaarlijk overgewicht.

Van de kinderen in Nederland is 13% van de jongens te zwaar en 14% van de meisjes. Dat betekent dat in een gemiddelde Nederlandse schoolklas vier kinderen te zwaar zijn.

Tot wat voor problemen dit kan leiden, blijkt duidelijk uit de totale jaarlijkse sterfte die in Nederland is toe te schrijven aan overgewicht: dat is maar liefst 5% van het totaal: 20.000 mensen!
En als we niks doen, dan zal dat cijfer zeker verder toenemen. Dan gaan we Amerika achterna waar nu al kinderen zijn die, als gevolg van allerlei aandoeningen door overgewicht, hun ouders niet overleven.

Het is daarom de hoogste tijd om het tij te keren. Om er voor te zorgen dat niet nog meer mensen te dik worden en dat het aantal kinderen met overgewicht afneemt.
Ik ben dan ook blij met dit LC-congres waar over bewegen en gezondheid wordt gesproken.
En ik ben blij met de verschillende initiatieven die inmiddels al zijn genomen, zoals het project Elke dag bewegen van de gemeente Rotterdam.

Deze initiatieven sluiten aan bij de plannen die ik voor sta om sport en bewegen te stimuleren. Overgewicht is immers niet zo zeer het gevolg van te veel eten, als wel van te weinig bewegen. Zoals u wellicht uit eigen ervaring weet, leiden we een zittend bestaan. Ook kinderen. Die zitten op school, zitten achter de computer of tv en gaan met de auto of de bus overal Toespraak Parnassusplein 5 Doorkiesnummer Hebt u 's avonds of in het weekend dringend Postbus 20350 (070) 340 60 00 een voorlichter nodig, belt u dan met het 2500 EJ DEN HAAG Fax (070) 340.62.92 ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar Telefoon (070) 340 79 11 regelt men dat u wordt teruggebeld.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2 -

naar toe. Bewegen is er nauwelijks nog bij. Daardoor is de balans tussen consumeren en bewegen de verkeerde kant uitgeslagen.

In de kabinetsnota Sport, Bewegen en Gezondheid, die vier jaar geleden verscheen, werd al nadrukkelijk gepleit voor het nut van meer bewegen. Niet zozeer vanwege het toenemend overgewicht ­ dat was toen nog niet zo'n actueel onderwerp als nu - maar omdat bewegen gewoon goed is. Nu de houdbaarheidsdatum van deze nota in zicht komt, is het zaak ons te concentreren op vervolgbeleid en -acties.

Dat begint met de nieuwe kabinetssportnota. Daarin is één van de drie hoofdthema's: sport en gezondheid. Ik kan u alvast vertellen dat ik in de nota aankondig dat er een Nationaal Actieplan Sport en Bewegen komt. Daarin zal ruim aandacht worden besteed aan de strijd tegen overgewicht.

In het Nationaal Actieplan zal ik me vooral richten op de jeugd en mensen die nauwelijks iets aan sport en bewegen doen. Fysieke beperkingen, culturele tradities en andere gewoonten weerhouden veel mensen van sportdeelname en bewegen.
Om deze groepen aan het bewegen te krijgen is het noodzakelijk dat naast VWS ook andere partijen hun verantwoordelijkheid nemen. Natuurlijk de sport zelf, maar ook de recreatiesector, het bedrijfsleven, zorgverzekeraars en de fitnessbranche.

En natuurlijk het onderwijs. Het onderwijs is een onmisbare bondgenoot. Daarom wil ik met de minister van onderwijs in het kader van de sportnota afspraken maken om ervoor te zorgen dat in 2010 op 90 procent van alle Nederlandse scholen een dagelijks sportaanbod wordt verzorgd. Zodat leerlingen meer aan sport en bewegen gaan doen. Zowel tijdens schooltijd als daarna.

Samenwerking tussen sport en onderwijs is noodzakelijk om dit te laten slagen. Wat dat betreft ben ik erg blij met de alliantie die de minister van Onderwijs, mede namens mij volgende week sluit met NOC*NSF. Ik verwacht daar veel van.

Maar er is gelukkig de laatste tijd al meer gebeurd. Zo heeft een groot aantal partijen op initiatief van minister Hoogervorst een convenant ondertekend waardoor ze zich verplichten plannen en activiteiten te ontwikkelen om Toespraak overgewicht te lijf te gaan. De ondertekenaars variëren van de levensmiddelenindustrie tot het midden- en kleinbedrijf en van de horeca tot de sport.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 3 -

Daarnaast zijn er al verschillende overheidscampagnes van start gegaan, zoals FLASH. In totaal is voor dergelijke campagnes 2 miljoen Euro beschikbaar. Tevens is 25 miljoen gereserveerd voor de 30 grootste gemeenten van Nederland om overgewicht aan te pakken.

En dan is er natuurlijk ook de Buurt, Onderwijs en Sport ­regeling, die in plaats is gekomen van de Breedtesportimpuls.
De BOS-regeling richt zich vooral op achterstanden en kwetsbare groepen in wijken. Met name wil ik door de regeling stimuleren dat kwetsbare jongeren in actie komen zodat ze minder risico lopen op een gezondheids-, onderwijs- of andere achterstand.

En dat brengt me bij de gaststad van vandaag: Rotterdam. Rotterdam heeft het project Elke dag bewegen ontwikkeld. Een project dat gebruik maakt van de BOS-regeling en er duidelijk opgericht is om het overgewicht van kinderen tegen te gaan. U hoort vandaag vast veel meer over dit project.
Toch wil ik er ook even bij stilstaan. Omdat ik het zo'n goed plan vind en omdat het zo mooi aansluit op de plannen die ik voorsta. Ik hoop dan ook dat wat hier in Rotterdam gebeurt, zich als een olievlek over Nederland zal verspreiden. De middelen zijn er voor. Het is aan u om er mee aan de slag te gaan.

Wat mij vooral aanspreekt in het Rotterdamse plan, is de integrale aanpak ervan. De diensten gezondheid, onderwijs én sport en recreatie werken sinds eind 2003 samen tegen overgewicht. Een jaar later hebben schoolbesturen en sportopleidingen zich bij dit samenwerkingsverband aangesloten. En gezamenlijk hebben ze het Actieprogramma Voeding en Bewegen ontwikkeld.

Maar daarbij blijft het niet: verschillende organisaties uit de profit en non- profit sector willen ook meewerken en op termijn wordt samenwerking gezocht met de zorgverzekeraars.
Dat noem ik nog eens een integrale aanpak! Zo benut je alle kennis die aanwezig is.
Bovendien voorkom je dat iedereen langs elkaar werkt en niet van elkaar weet wat er gebeurt.

Ook de doelstelling van het actieprogramma dat de Rotterdamse schooljeugd Toespraak elke dag moet gaan bewegen, spreekt mij aan. Terecht is hiervoor een beroep gedaan op de BOS-regeling, want het past er prima in. Uiteindelijk

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 4 -

moet dit er toe leiden dat in 2008 op 90 Rotterdamse basisscholen elke dag aan bewegen wordt gedaan.

Kortom: Dit actieprogramma verdient het om door andere steden te worden overgenomen.

Ik hoop dat u hierdoor en door andere activiteiten die reeds gestart zijn of binnenkort van start gaan, geïnspireerd raakt en vergelijkbare bewegingsplannen voor uw eigen gemeenten ontwikkelt.

Ik weet zeker dat we dan over enkele jaren kunnen constateren dat we op tijd de juiste acties hebben ondernomen en dat iedereen ervan overtuigd is dat bewegen inderdaad mot.

Ik wens u daarbij veel succes.

Toespraak