http://www.minbuza.nl/20050602-173506-A
BZ Toespraak: Het Pareto-principe
Speech door Agnes van Ardenne-van der Hoeven,Minister voor Ontwikkelingssamenwerking.
Jaarvergadering Centraal Bureau Levensmiddelenhandel
2 juni 2005, Scheveningen.
Het Pareto-principe
Dames en heren,
Evenwicht. Daar gaat het om in de dagelijkse praktijk van de economie. Evenwicht tussen vraag en aanbod. Tussen de wensen van de klant en de producten van de winkel. Evenwicht ook tussen de wensen van de winkel en de producten van bijvoorbeeld de boeren in ontwikkelingslanden. Niet alleen de economische praktijk, maar ook de economische theorie draait volledig om het begrip evenwicht. De naam van de econoom Vilfredo Pareto zal hiermee altijd verbonden blijven. Deze Italiaanse aristocraat werd
geboren in het revolutiejaar 1848 en stierf in 1923, vlak na de machtsovername van Mussolini, die beweerde één van zijn oud-studenten te zijn. Dit bleek echter niet uit Mussolini's economisch beleid: Pareto was een neoklassieke econoom pur sang die niets van het economisch corporatisme zoals dat van Mussolini moest hebben. In zijn belangrijkste werk, de Manual of Political Economy, definieerde hij het zogenaamde Pareto-evenwicht: een ideale situatie waarin consumenten en producenten allemaal
tevreden zijn niemand heeft een reden om zijn of haar gedrag te wijzigen. Deze definitie van evenwicht heeft sindsdien de economische wetenschap beheerst.
Dames en heren,
Ik ben hier niet om het over de economische wetenschap te hebben.Zoals Ronald Reagan eens zei en ik citeer: "One definition of an economist is somebody who sees something happen in practice and wonders if it will work in theory."Einde citaat. Ik werk liever andersom. Ik vraag me liever af, of iets in de praktijk werkt. In de praktijk gaat het niet om het berekenen, maar om het bereiken van een evenwicht waarbij iedereen tevreden is.
Dames en heren,
Vandaag hebben we het over zo'n evenwicht, namelijk tussen westerse eisen van voedselveiligheid en de weerbarstige praktijk. Tussen de wensen van de winkel en de mensen in ontwikkelingslanden. Het is absoluut van belang, dat supermarkten bepaalde eisen stellen aan producten. Soms is dat meer dan terecht. Zo bleek bijvoorbeeld in de jaren negentig, dat vissers in het Afrikaanse Victoria-meer simpelweg onkruidverdelgingsmiddelen in het water gooiden om tilapia-vissen en nijlbaarsen te vangen: de
vissen kwamen vervolgens dood boven drijven. Het spreekt voor zich, dat supermarkten deze vergiftigde vissen niet aan hun klanten wilden voorschotelen. Dit begreep ook de Oegandese overheid, want die stelde zelf een exportverbod in. Ik hoop overigens dat u dit voorbeeld weer vergeten bent, tegen de tijd dat de haringparty begint! Een ander voorbeeld illustreert, dat we onze eisen aan de andere kant ook niet moeten overdrijven. Zo schreef het kwaliteitscertificaat van de Europese supermarkten,
EurepGap, vroeger voor dat iedere boer een telefoonaansluiting moest hebben om een ambulance te kunnen bellen bij een geval van vergiftiging. Deze typisch Europese eis heeft weinig betekenis in de Afrikaanse context: de helft van de 800 miljoen Afrikanen heeft nog nooit een telefoongesprek gevoerd. In Afrika kun je beter een pick-up hebben om iemand naar het ziekenhuis te brengen. Als we onze eisen niet goed afstemmen op de specifiek Afrikaanse omstandigheden, dan lopen we het risico mensen
zonder goede reden van hun broodwinning te beroven.
Vandaag lanceer ik het pilot-project "EurepGap for Smallholders". Met dit project willen we 200 kleine boeren in Senegal en 500 in Kenia ondersteunen bij het behalen van het EurepGap-certificaat. Laten zien dat boeren daar met een klein steuntje in de rug het niveau kunnen halen om bij u in de schappen te mogen liggen. Maar zoals ik al zei gaat het om evenwicht: het project is er dus ook op gericht, om de eisen van EurepGap zelf eens tegen het licht te houden. Kijken of ze wel redelijk zijn en
of we de Afrikaanse context niet uit het oog verloren hebben, zoals bij de telefooneis.
Dames en heren,
Voordat ik verder inga op dit project, wil ik eerst kort twee andere thema's aanstippen die hieraan nauw verwant zijn: de wereldhandelsronde en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Dames en heren,
Afrikaanse boeren moeten zich kunnen handhaven op de wereldmarkt. Daar zijn we het allemaal over eens. Dit betekent niet alleen dat zij netjes de regels moeten naleven. Het betekent ook de kans op een beter leven. Een menswaardig bestaan. Want wie het spel volgens de regels speelt, mits die eerlijk en redelijk zijn, heeft een wereld te winnen. Een verdere liberalisering van de wereldhandel, waarover we eind dit jaar tijdens de WTO-top in Hongkong zullen praten, kan nog eens 500 miljoen mensen
van de armoede verlossen. Ik ga mee naar Hongkong om de agenda van armoedebestrijding door vrijere handel te verdedigen. Mijn boodschappenlijstje voor Hongkong luidt als volgt:
·Op landbouwgebied meer markttoegang, afschaffing van dumping en aanpak van handelsverstorende subsidies. Daarbinnen moet een specifieke deal komen om katoensubsidies snel af te bouwen en zo Afrika te helpen;
·Meer markttoegang voor industrieproducten door substantiële tariefverlagingen, met name voor arbeidsintensieve producten;
·Volledig vrije markttoegang voor alle producten uit de minst ontwikkelde landen in alle OESO-landen en rijke ontwikkelingslanden;
·Afspraken over handelsfacilitatie voor efficiënte douaneprocedures voor import en export die rekening houden met de beperkte capaciteit in arme landen en waarmee ook corruptie kan worden aangepakt.
·Een laatste punt is meer hulp voor handel, "aid for trade". Met deze hulp kunnen we de armste landen klaarstomen voor een vrijere wereldhandel, bijvoorbeeld door ze te ondersteunen bij de versterking van hun investeringsklimaat.
Het is zaak om al tijdens de VN-top in september een politieke aanloop te nemen voor een goede resultaat tijdens de WTO-top in december. Als arme landen niet méér handelskansen krijgen, dan hebben de Millennium Ontwikkelingsdoelen van de VN namelijk geen kans van slagen.
Dames en heren,
De Millennium Ontwikkelingsdoelen, zoals het halveren van de extreme armoede en het indammen van de verspreiding van HIV/AIDS vóór het jaar 2015, kunnen we ook niet halen zonder u. Zonder het bedrijfsleven. Ik ga er vanuit dat u die verantwoordelijkheid voelt. Een modern bedrijf staat immers midden in de maatschappij, midden in de wereld. Dit is ook de gedachte achter maatschappelijk verantwoord ondernemen. Niet alléén voor de "profit" gaan, maar ook voor de "planet" en de "people". Een
verantwoord ondernemer heeft niet alleen aandacht voor de mensen op de werkvloer en de mens in zijn omgeving, duurzaam ondernemen veronderstelt ook het efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Dit alles onder de conditie van een goed bedrijfsrendement.Ik zou aan de drie p's van "profit", "planet" en "people" graag nog een vierde "p" willen toevoegen: de "p" van partnerschap. Partnerschap met de overheid. Want duurzame armoedebestrijding en maatschappelijk verantwoord ondernemen gaan vaak
hand in hand. Daarom ondersteun ik ook ruimhartig initiatieven op dit terrein. Samen met de ministeries van VROM en EZ financier ik de inspanningen van de consumentenbond om maatschappelijk verantwoord ondernemen op te nemen in het productonderzoek. Naast het predikaat "beste keus", zal de consumentenbond dan ook het predikaat "verantwoorde keus" gaan uitdelen. Verder kunnen organisaties als de Stichting Max Havelaar, Solidaridad, onder meer met het initiatief Utz Kapeh, en de Landelijke
Vereniging van Wereldwinkels op mijn steun rekenen.
Dames en heren,
En ik reken ook op u. Bij het project "EurepGap for Smallholders" heb ik u hard nodig. Want wanneer de boeren van het project eenmaal het EurepGap-kwaliteitscertificaat binnengesleept hebben, dan ligt de bal bij u. Dan is het aan u om hun producten af te nemen. Anders valt het zaad alsnog op een rotsbodem. Het succes van het project zal ik over drie jaar afmeten aan deze vier resultaten:
·Tenminste 200 kleine producenten in Senegal en 500 in Kenia leveren met een EurepGap-certificaat aan Europese supermarkten;
·In beide landen maakt een nationale interpretatie van het EurepGap- protocol de productie door kleine boerenbedrijven mogelijk;
·Er is een kosteneffectieve methode voor certificering van kleine producenten ontwikkeld;
·Er is een algemeen toepasbare methode ontwikkeld om kleine producenten EurepGap gecertificeerd te krijgen.
Ik heb alle vertrouwen in NAK-AGRO, FoodCert en Advance, die het project zullen uitvoeren. Naast mijn bijdrage, doen ook het ministerie van LNV en het CBL zelf een duit in het zakje. Terecht zien meerdere partijen brood in deze pilot. Het CBL heeft daarnaast een afnamegarantie voor drie jaar toegezegd, uit te voeren door "The Greenery" en de Superunie. Na drie jaar mag het natuurlijk geen einde oefening zijn. Ik vertrouw erop, dat supermarkten en importeurs de resultaten van het project zullen
gebruiken bij het uitstippelen van hun inkoopbeleid. Ik vertrouw erop, dat kleine Afrikaanse boeren aan u kunnen blijven leveren. Dit raakt ook aan de kern van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Dames en heren,
Ik sluit af. Mijn toespraak stond in het teken van evenwicht. Volgens de definitie van de Italiaanse econoom Pareto, een situatie waarin iedereen tevreden is en niemand een reden heeft om zijn of haar gedrag te veranderen. In de dynamische werkelijkheid, waarin de regels voortdurend herschreven worden, moeten we ook voortdurend op zoek gaan naar die ideale situatie. Het project "EurepGap" for Smallholders" kan een belangrijke bijdrage leveren aan een goed evenwicht tussen
voedselveiligheidseisen in het Westen en de capaciteit van boerenbedrijven in ontwikkelingslanden. Het gaat hier om een wederzijdse verantwoordelijkheid. Ontwikkelingslanden hebben de verantwoordelijkheid om zich aan te passen aan de regels van de wereldhandel zoals gezegd werkt dit in hun eigen voordeel. Aan de andere kant hebben wij in het Westen de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat die wereldhandel eerlijk en redelijk is, bijvoorbeeld door een goede WTO-deal en door
maatschappelijk verantwoord te ondernemen.
Dames en heren,
We kennen Pareto niet alleen van zijn evenwicht. Ook het zogenaamde Pareto-principe is naar hem vernoemd, eveneens bekend als de 80/20-regel. Volgens dit principe is in allerlei processen vaak 20% van de input verantwoordelijk voor maar liefst 80% van de output. Zo zorgt in de gemiddelde supermarkt 20% van de producten voor 80% van de winst. 20% van de auto's veroorzaakt 80% van de ongelukken. Tijdens vergaderingen wordt 80% van de besluiten in 20% van de tijd genomen. Het Pareto-principe
illustreert, dat een relatief klein deel van onze inspanningen grote gevolgen kan hebben. Dit geldt ook voor de standaarden voor voedselveiligheid. Een kleine wijziging hierin heeft mogelijk verstrekkende consequenties voor boeren in ontwikkelingslanden.
De boodschap die ik hier vandaag wil achterlaten combineert het Pareto-evenwicht met het Pareto-principe: laten we zoeken naar het evenwicht tussen de wensen van de winkel en de weerbarstige werkelijkheid in arme landen. Laten we daarbij niet vergeten welke verregaande gevolgen ons gedrag kan hebben. Anders maken we mensen nodeloos brodeloos.
Dank u.
Ministerie van Buitenlandse Zaken