Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk: VD. 2005/1585
datum: 02-06-2005
onderwerp: Mogelijke productie in China van niet-goedgekeurde genetisch gemodificeerde rijst

Bijlagen: 1

Geachte Voorzitter,

Hierbij bied ik u, mede namens de staatssecretaris van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de staatssecretaris van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), het antwoord aan op de Kamervragen van het Kamerlid Van Velzen over de mogelijke productie in China van niet-goedgekeurde genetisch gemodificeerde rijst.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

Bijlage 1

Antwoorden op de Kamervragen van het Kamerlid Van Velzen over de mogelijke productie in China van niet-goedgekeurde genetisch gemodificeerde rijst (ingezonden 14 april 2005).


1. Kunt u bevestigen dat in China niet-goedgekeurde genetisch gemodificeerde rijst is geproduceerd? Zo neen, waarom kunt u dat niet bevestigen? Zo ja, kunt u aangeven om hoeveel productie het gaat en in welke markten en voedselketens deze is terechtgekomen?
2. Kunt u garanderen dat deze niet-goedgekeurde genetisch gemodificeerde rijst niet in Nederland of Europa is terechtgekomen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Op basis van informatie afkomstig van de Chinese overheid kan ik bevestigen dat er in China genetisch gemodificeerde rijst is en wordt geproduceerd. Het betreft hier rijst voor experimentele doeleinden die niet voor consumptie is bedoeld. In China wordt al vele jaren onderzoek gedaan naar GMO-rijst o.a. door de Huazhong Agricultural University in de provincie Hubei, de bakermat voor rijstonderzoek. China kent voor dergelijke experimenten regelgeving evenals dat er regelgeving is voor GMO-voedsel. Voorzover mij bekend op grond van informatie van de Chinese autoriteiten, is er geen bewijs dat dergelijke rijst is geëxporteerd.


3. Op welke wijze voorkomt u dat niet-goedgekeurde genetisch gemodificeerde organismen (gmo's) vanuit derde landen worden ingevoerd in Nederland?

Handhavingsinstanties inspecteren bedrijven, opslagplaatsen, havens etc. volgens een inspectieplan. Ook worden bij de inspecties monsters genomen en documenten gecontroleerd.
De mogelijkheden om niet-toegelaten genetisch gemodificeerde organismen te detecteren zijn afhankelijk van de genetische eigenschappen van het betreffende GGO en de beschikbaarheid van referentiemateriaal.
Indien specifieke methodes en geschikt referentiemateriaal beschikbaar zijn, kan gericht gezocht worden naar de aanwezigheid van een bepaald niet-toegelaten GGO.
Omdat op dit moment op Europees niveau deze specifieke referentiematerialen en detectiemethoden voor veel niet toegelaten ggo's ontbreken, blijft de controle daarop lastig en moeilijk uitvoerbaar.
Indien bekend is dat een bepaald niet toegelaten GGO genetische codes bezit die niet eerder in die combinatie zijn toegestaan in EU, dan kan dat een aangrijpingspunt vormen voor brede detectie (zoals bijvoorbeeld bij Bt-10-maïs de insectenresistentie sequentie CryIAb en herbicidenresistentie pat, in combinatie met het ampicillineresistentie-gen).
Bij een positief testresultaat zal nader identificatie-onderzoek moeten uitwijzen welke niet-toegelaten GGO gedetecteerd is.


4. Kunt u de Nederlandse consument voor 100 procent garanderen dat levensmiddelen, waarvan het etiket niet vermeldt dat bij de bereiding van het product gmo's zijn gebruikt, daadwerkelijk geproduceerd zijn zonder gebruik van gmo's. Zo ja, hoe?

Zo neen, welke garantie kunt u wel bieden?

Nee, het is niet mogelijk om de in de vraag genoemde 100% garantie te geven.
De EU-verordeningen inzake de toelating, traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders hebben een drempelwaarde van 0,9% vastgelegd voor de aanwezigheid van genetisch gemodificeerd materiaal in niet- geëtiketteerde levensmiddelen en diervoeders, mits de aanwezigheid daarvan onbedoeld of technisch niet te vermijden is. Via het nemen van steekproeven controleert de Voedsel en Waren Autoriteit of aan deze etiketteringsverplichting wordt voldaan.

Overigens ben ik van mening dat de primaire verantwoordelijkheid voor het geven van garanties m.b.t. GGO-vrije productie bij het bedrijfsleven ligt.


5. Welke juridische mogelijkheden heeft de Nederlandse staat om op te treden tegen landen die niet-goedgekeurde gmo's in omloop brengen? Welke verdragen en jurisprudentie zijn er op dat gebied?

Nederland kan alleen andere landen aanspreken op basis van verdragen. In het Biosafety Protocol zijn afspraken vastgelegd over grensoverschrijdend transport van GGO's. Het protocol is onder het Biodiversiteitsverdrag vastgesteld en op 11 september 2003 van kracht geworden. Doelstelling van het protocol is bij te dragen aan de veilige overdracht, behandeling en het gebruik van 'levende' genetisch gemodificeerde organismen met betrekking tot het behoud en duurzaam gebruik van de biodiversiteit. Daarbij ligt specifiek de nadruk op de uitwisseling van informatie in relatie tot het grensoverschrijdend transport van GGO's. Landen die partij zijn bij het protocol, moeten maatregelen nemen om illegale export te voorkomen en te bestraffen. Via het nalevingsmechanisme onder het protocol kunnen partijen op die verplichting worden aangesproken.
De Codex Alimentarius heeft als doel de volksgezondheid te beschermen en de eerlijkheid in de handel in voedselproducten te bevorderen. De voedselveiligheid wordt bevorderd door hiervoor op wereldniveau normen te uniformeren. Op het gebied van biotechnologie zijn binnen de Codex bijvoorbeeld afspraken gemaakt over risicoanalyse van voedsel afkomstig van moderne biotechnologie. Ook speelt de Codex Alimentarius een belangrijke rol in het wereldwijd uniformeren van de voedingsmiddelenwetgeving, met name op het gebied van de voedselveiligheid. In totaal nemen 171 landen deel aan de Codex Alimentarius. Het akkoord inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen van de in 1995 opgerichte Wereldhandelsorganisatie (WTO/SPS) heeft het belang van de Codex versterkt. Dit akkoord neemt de Codex-normen als referentiekader voor regelgeving en beslechting van geschillen op SPS-gebied.