Gesproken woord geldt
Inbreng Jozias van Aartsen Plenair debat over EU-referendum
2 juni 2005
Inbreng Jozias van Aartsen
Gisteren was er een massale opkomst. Europa leeft. Democratie werkt.
De kiezer heeft op rationele gronden een uitspraak gedaan. Dit Verdrag ging voor de meerderheid van de Nederlanders een stap te ver. Zo blijkt ook uit enquetes over de motieven van de Nee-stemmers. Wij hebben in onze campagne dag in dag uit duidelijk gemaakt dat wij het voorliggende - ik zal maar zeggen - "Verdrag van Rome II" op veel punten zinvoller vinden dan het nu geldende Verdrag van Nice. De democratie zou zijn versterkt. Onze nationale identiteit gewaarborgd. Vastgelegd zou zijn dat de staten en de burgers de EU dragen. Maar het verwerpen van dit nieuwe verdrag is, zoals Frits Bolkestein zei, "geen ramp".
Dank aan de minister-president voor zijn brief. Maar wat betekent dit nu precies? Is het Verdrag nu ook van tafel? Is dat de inzet van de MP en de Minister van Buitenlandse Zaken in de Europese Unie?
De Britse MP Blair zei naar aanleiding van de Franse uitslag dat nu een periode van bezinning noodzakelijk is. Hij sloeg de spijker op de kop. Dat is bemoedigend omdat vanaf 1 juli deze zojuist herbenoemde Labour-premier de EU voorzit. Daar moet Nederland zijn voordeel mee doen. Samen met de Britten kunnen wij het anti-liberale Franse Nee bestrijden.
Eerder al, over twee weken, zit u met de Minister van Financiën in Brussel te onderhandelen over de afdracht van NL aan de EU voor de komende zeven jaar. Wij weten heel zeker, dat alle irritatie die u als regering en wij als fractie hebben gehad over het Stabiliteitspact en de nettobijdrage van NL, ook breed leeft bij de Nederlandse bevolking. Mijn vraag is: Hoe gaat u daar nu mee om?
Bij eerdere Algemene Beschouwingen hebben wij gesproken over de "crisis na de crisis". Dat is een van de redenen die ons er in september 2003 toe heeft gebracht om steun te verlenen aan het initiatiefwetsontwerp van PvdA, D66 en GroenLinks over het referendum. Mijn fractie heeft daar geen seconde spijt van.
Velen hebben het deze dagen en uren gehad over de kloof tussen politiek en burgers. Ons Liberaal Manifest (kan ik sinds zaterdag voluit zeggen) spreekt van de legitimiteitscrisis. Wij hebben daar oplossingen en ideeën voor. Hoe kan de burger nu dichter bij ons komen dan door dit referendum - en achttien uur later neemt de Kamer dit over. Wat nu kloof?
Wij hebben om het referendum gevraagd, omdat we vermoedden dat er iets leefde rond en tegen deze vervolgstap van de EU. Dit ene referendum volstaat natuurlijk niet. Wij nemen er de uitslag van over, maar daarmee is de crisis niet weggestemd.
De kloof tussen de Europese politiek en de Nederlandse burgers loopt ook door deze Kamer. De kern van het probleem is: de wetgeving begint in Brussel en eindigt in het Nederlands staatsblad. Daartussen spelen wij een sleutelrol, zowel vooraf, bij de inzet van de regering in Brussel, als achteraf, bij de controle op het resultaat van die inzet. (Een derde stap is de implementatie.) Maar dat vergeten we liever. Dat kunnen wij onszelf aantrekken.
Mij valt dan op dat de Raad van State daar eerder over heeft nagedacht. In onder meer adviezen over het Verdrag van Nice - dus al in 2001, vier jaar geleden - en dit nieuwe Verdrag heeft de Raad van State zich gebogen over de invloed van Europese constitutionele orde op de Nederlandse - en met name de onderschatting daarvan. Wat zou de Minister-President ervan vinden als deze Kamer zou verzoeken de Raad van State te vragen hierover een grondig advies uit te brengen? Zowel aan u als aan ons op zeer korte termijn uit te brengen.
De burgers klagen over de Europese regelzucht. Terecht, vindt mijn fractie. Burgers en bedrijven lopen daar steeds tegenaan. Maar wij kunnen zelf als Kamer niet doorgaan met enkel klagen over "Brussel". Dat is een miskenning van het feit dat het probleem hier ligt, in deze Kamer.
---- --
VVD