2005
Sterke eerste lijn loopt risico op
versnippering 2 juni 2005
De eerstelijnszorg in Nederland presteert goed. Toch zijn er zorgen
voor de toekomst. De vraag naar eerstelijnszorg neemt sterk toe,
terwijl het aanbod van met name huisartsenzorg en mogelijk ook de
thuiszorg daarbij achterblijft. Taakdelegatie heeft de beste papieren
om capaciteitsproblemen het hoofd te bieden. Daarnaast bestaat er een
risico op versnippering van de eerstelijnszorg. Samenwerking wordt
daarom steeds belangrijker. Dit concluderen het RIVM en het NIVEL in
het rapport Op één lijn dat vandaag aan Minister Hoogervorst is
aangeboden.
Nederland heeft een goed presterende eerstelijnszorg die nationaal en
internationaal wordt geprezen vanwege haar doelmatigheid. Van de
zorgvragen in de bevolking wordt 98% volledig in de eerste lijn
afgehandeld. De huisartsen heeft als poortwachter een spilfunctie in
de eerstelijnszorg, die verder bestaat uit apothekers,
fysiotherapeuten en oefentherapeuten, algemeen maatschappelijk
werkenden en eerstelijnspsychologen, thuiszorg en spoedeisende eerste
hulp (SEH).
Vraag naar zorg
De komende jaren zal de vraag naar zorg toenemen. De bevolking groeit,
wordt ouder en chronische ziekten, zoals astma, diabetes en hart- en
vaatziekten komen steeds meer voor. Patiënten met chronische ziekten
maken relatief veel gebruik van zorg en bij de behandeling zijn vaak
meerdere disciplines betrokken. De vraag naar huisartsenzorg zal
tussen nu en 2020 met 13 tot 20% toenemen, de vraag naar thuiszorg met
24 tot 31%. Het RIVM en het NIVEL verwachten niet dat de vraagtoename
kan worden afgeremd. Wel valt door preventie nog veel gezondheidswinst
te behalen, maar omdat mensen dan langer zelfstandig blijven wonen
neemt de druk op de eerste lijn eerder toe dan af.
Aanbod van zorg
Op dit moment is er geen tekort aan huisartsenzorg. Het aanbod van
huisartsen neemt echter onvoldoende toe (met 11,5%) om aan de
toekomstige vraag naar huisartsenzorg te voldoen. Ook het aanbod aan
thuiszorg zal waarschijnlijk ontoereikend zijn. Dit betekent dat er
maatregelen nodig zijn om ook in de toekomst aan de vraag van
patiënten te blijven voldoen. In het onderzoek zijn deze
geïnventariseerd. De onderzoekers verwachten het meest van
taakdelegatie en praktijkondersteuning. Dit heeft in het recente
verleden zowel geleid tot kwaliteitsverbetering als tot een
efficiëntere praktijkvoering.
Versnippering van de zorg
Het RIVM en het NIVEL waarschuwen voor verlies aan samenhang in de
eerstelijnszorg. Door taakdelegatie en herschikking krijgen patiënten
immers met meerdere zorgverleners te maken. Bovendien werken steeds
meer hulpverleners in deeltijd, en zijn er nieuwe organisatievormen
bijgekomen zoals huisartsenposten en diabetesdiensten. Met name voor
chronisch zieken, die in getal sterk zullen toenemen, kan deze
versnippering problemen veroorzaken.
Meer samenwerking
Vanwege deze ontwikkelingen wordt samenwerking steeds belangrijker.
Succesvolle voorbeelden hiervan zijn ketenzorg voor chronisch zieken,
de samenwerking tussen huisartsenposten en de spoedeisende eerste hulp
in ziekenhuizen, en de geïntegreerde eerstelijns psychologische zorg.
Volgens de onderzoekers is er geen uniform model voor de toekomstige
organisatie van de eerste lijn. Per plaats of regio moeten daarover
afspraken worden gemaakt. Het bekostigingssysteem dient de
samenwerking te bevorderen. De verdere ontwikkeling van elektronisch
patiënten-dossier is onontbeerlijk om overzicht en samenhang in de
eerste lijn te behouden. Verbreding tot een multidisciplinair dossier
is daarbij gewenst.
meer informatie naar het rapport
Postbus 1, 3720 BA Bilthoven, T:030-2749111, F:030-2742971
Home Agenda Contact
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu