Mevrouw de ondernemer doet het anders
Vrouwelijke en mannelijke ondernemers verschillen op tal van aspecten
van het ondernemerschap, zoals zelfperceptie, tijdsinvesteringen, de
omvang van het startkapitaal, en HRM. Dit stelt Ingrid Verheul in haar
proefschrift Is er een vrouwelijke benadering? Studies naar de
verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke ondernemers, waarop zij
donderdag 2 juni 2005 promoveert aan de Erasmus Universiteit
Rotterdam. Verheul onderzocht de verschillen tussen mannelijke en
vrouwelijke ondernemers in Nederland.
Vrouwelijk ondernemerschap doet er toe. Zowel wetenschappelijk
onderzoek als beleid zijn in toenemende mate ervan overtuigd dat
vrouwelijke ondernemers belangrijk zijn voor economische vooruitgang.
Vrouwelijke ondernemers leveren een belangrijke bijdrage aan de
werkgelegenheid, het bruto nationaal product en de verscheidenheid in
zaken doen.
Met de toename van het aantal vrouwelijke ondernemers wereldwijd is
ook het onderzoek naar vrouwelijk ondernemerschap op gang gekomen. De
meeste studies richten zich echter op de Angelsaksische landen. Ingrid
Verheul onderzocht de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke
ondernemers in Nederland. Zij belicht diverse aspecten van
ondernemerschap, zoals het individu, het bedrijf en de omgeving. De
promovenda toont aan dat zowel op micro- als op macroniveau
verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke ondernemers bestaan. Er
wordt onderscheid gemaakt tussen de 'pure' (directe) effecten van het
geslacht van de ondernemer (gender) en de invloed van andere factoren
die samenhangen met het feit of de ondernemer man of vrouw is
(indirecte effecten). Bijvoorbeeld, vrouwen hebben vaak kleinere
bedrijven in andere sectoren dan mannen, wat allerlei gevolgen heeft
voor de invulling van het ondernemerschap. De meeste verschillen
hangen samen met de bedrijfsomvang, sector, tijdsbesteding en
risicohouding van de ondernemer. Deze verschillen bepalen de mate
waarin mannen en vrouwen zichzelf als ondernemers zien, de tijd die
wordt geïnvesteerd in de onderneming, een andere omvang en
samenstelling van het startkapitaal en een ander personeelsbeleid.
Deze promotie is voorbereid binnen Erasmus Research Institute of
Management (ERIM), de door de KNAW erkende onderzoeksschool van RSM
Erasmus University en de Faculteit der Economische Wetenschappen van
de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Promotor: prof.dr. A.R. Thurik, Economie van het midden- en
kleinbedrijf
Erasmus Universiteit Rotterdam