01.06.2005
M.L.M Hermens
aula
VU medisch centrum
10:45
Antidepressant Treatment for Minor and Mild-Major Depressive Disorders in Primary Care
Promotor: prof.dr. R. van Dyck, prof.dr. M. de Haan
Antidepressiva niet nodig bij lichte depressie
Een aantal consulten met de huisarts kan mensen met een lichte vorm van depressie minstens even goed helpen als een antidepressivum in combinatie met die begeleidende gesprekken. Dat blijkt uit het proefschrift van Marleen Hermens die onderzoek deed aan het Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek van het VU Medisch Centrum.
Hermens adviseert huisartsen om terughoudend te zijn met het voorschrijven van antidepressiva bij patiënten met lichte depressies. Een behandeling met alleen consulten is minstens even effectief en antidepressiva kunnen bovendien vervelende bijwerkingen opleveren.
In de huisartspraktijk komen lichte depressies vaker voor dan zware. In 2001 kreeg 5, 5 procent van de Nederlandse bevolking een antidepressivum voorgeschreven (een geneesmiddel tegen depressie). De huisarts schrijft het merendeel van die medicijnen voor. Het was echter onduidelijk of antidepressiva zinvol zijn bij lichte depressies. Marleen Hermens onderzocht daarom de effecten van twee soorten behandelingen: enerzijds huisartsconsulten in combinatie met een antidepressivum, anderzijds alleen consulten.
Van de 181 patiënten die deelnamen aan het onderzoek kregen er 96 alleen een viertal begeleidende consulten van de huisarts; 85 deelnemers kregen naast die consulten ook een antidepressivum. Hermens' onderzoek laat zien dat beide behandelwijzen de depressieve klachten duidelijk laten verminderen: na drie maanden was veertig procent van de consultgroep hersteld en vierenveertig procent van de groep die naast de consulten ook een antidepressivum kreeg. Na een jaar was respectievelijk 62 en 61 procent hersteld. Het verschil in de totale kosten tussen beide behandelingen Is klein.
Mensen met een depressie lijden aan een aanhoudend sombere stemming en ervaren nauwelijks plezier in hun bezigheden. Ook lichamelijke vermoeidheid, lusteloosheid en gevoelens van wanhoop kunnen optreden.
Voor meer informatie over activiteiten aan de VU:
dienst Communicatie, afdeling wetenschapsvoorlichting:
T 020 59 85666
E
Voor meer informatie over VUmc:
T 020 44 43444
E
Vrije Universiteit Amsterdam