---
Brieven aan de Kamer
---
De opheffing van het noodhulpverkenningsteam
1-6-2005 16:27:00
Op 8 april informeerde ik u over de opheffing van het
noodhulpverkenningsteam, oftewel het 'Disaster Assistance Response
Team', DART (29 800 X, nr. 81). Naar aanleiding van uw vragen, d.d. 22
april jl. (nr. 05-DEF-B-035) betreffende het instandhouden van de
opgebouwde kennis en expertise en de financiële consequenties indien
het DART in stand zou blijven, informeer ik u als volgt.
Wanneer er in de toekomst een noodhulpverkenningsteam wordt geformeerd
en ingezet, zal Defensie personeel aanwijzen dat voldoende kennis
heeft om ter plaatse een inschatting te maken van de benodigde
noodhulp. Een recent voorbeeld van deze inzet, zonder dat daarbij een
beroep is gedaan op het inmiddels afgeschafte DART, is de Nederlandse
verkenning in Bandar Atjeh na de Tsunami. Medio februari heeft een
verkenningsteam van vijf Nederlandse militairen in overleg met de
Indonesische autoriteiten ter plaatse bezien hoe brugslagmaterieel van
de Navo het beste kon worden gebruikt.
Aangezien de Nederlandse krijgsmacht bijdraagt aan snelle
reactiemachten als de Nato Response Force van de Navo, Shirbrig van de
VN en in de toekomst de EU-battlegroupszal de beschikbaarheid van
deskundig en snel inzetbaar verkenningspersoneel geen probleem vormen.
De uitgaven voor het noodhulpverkenningsteam (DART) waren gemiddeld
circa 200.000 euro per jaar, exclusief de uitgaven voor feitelijke
inzet die voor rekening van Buitenlandse Zaken kwamen.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
Ministerie van Defensie