Stadsdeel Amsterdam-Noord

Asbestonderzoek peuterspeelzaal te Holysloot

Tijdens onderhoudswerkzaamheden in de peuterspeelzaal in Holysloot is asbest geconstateerd in de wandpanelen.

Om na te gaan wat de blootstellingsrisico's zijn in de huidige situatie, heeft het bureau RPS Advies BV (rapportnr. RPS/AA/05.0213) in opdracht van Stadsdeel Amsterdam Noord, een asbestonderzoek uitgevoerd. Daarnaast heeft het Stadsdeel TNO opdracht gegeven voor een aanvullend onderzoek naar de mogelijke blootstellingsrisico's in het verleden voor peuters, leidsters en andere gebruikers van het pand (rapportnr. 2005M&L/730.3000/mba).

De wandpanelen bestaan uit gips met 15-30% witte asbest en verkeren in een goede staat (weinig beschadigingen). Doordat de asbest stevig in het gips zit verankert en is voorzien van een dikke verflaag, zullen er géén vezels vrijkomen in de lucht bij normaal gebruik (stoten, vegen, schoonmaken). Door onderhoudswerkzaamheden waarbij het materiaal beschadigd wordt (boren, zagen, schuren), kunnen wel vezels vrijkomen. Ook uit het stof dat na onderhoud blijft liggen op de grond, kunnen vezels in de lucht worden gebracht.

Het bureau RPS Advies BV heeft daarom stofmonsters genomen en luchtmetingen uitgevoerd. Bij de luchtmetingen is extra veel activiteit gesimuleerd (rennen, wapperen, etc) om het stof zoveel mogelijk in de lucht te brengen. Op enkele plaatsen in het stof zijn wel asbestvezels aangetroffen, maar in de lucht is géén enkele asbestvezel aangetroffen. In de huidige situatie is er dus géén blootstellingsrisico aanwezig voor peuters, leidsters en andere gebruikers.

Door TNO is onderzocht wat de blootstelling kan zijn geweest in het verleden. TNO heeft hiertoe de gemiddelde blootstelling berekent door van alle activiteiten (spelen, schoonmaken, onderhoudswerkzaamheden) de bijbehorende concentratie in de lucht en de tijdsduur in te schatten. Door al deze concentraties op te tellen en uit te middelen over een jaar, kan de blootstelling worden ingeschat en worden vergeleken met de richtlijnen van het ministerie van VROM.

TNO heeft gebruik gemaakt van informatie van het Stadsdeel en de peuterleidsters over de werkzaamheden aan de wandplaten vanaf 1992 en over de openingstijden van de peuterspeelzaal en het dorpshuis. Omdat niet meer kan worden nagegaan hoeveel asbest daadwerkelijk is vrijgekomen bij al deze werkzaamheden, is hiervan een schatting gemaakt op basis van meetgegevens van vergelijkbare werkzaamheden in andere gebouwen en panden. Om absoluut géén onderschatting te krijgen van de situatie, is uitgegaan van het meest ernstige scenario, waarbij de werkzaamheden en andere activiteiten zijn overdreven (hogere concentratie in de lucht en langere duur van de activiteiten).

De berekeningen laten zien dat de blootstelling in het verleden wel iets verhoogd kan zijn geweest ten opzichte van een normale situatie (achtergrondniveau), maar dat zelfs voor het onderhoudspersoneel dat heeft geschuurd, gezaagd en geboord, de milieunormen van het ministerie van VROM niet zijn overschreden. Geconcludeerd wordt daarom dat in het verleden het blootstellingsrisico voor peuters, leidsters en andere gebruikers verwaarloosbaar is geweest.

Het TNO-onderzoek