Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

parlementaire stukken - Antwoorden op kamervragen over de berichtgeving dat de AIVD zou zijn getipt over de aanslag op de heer Van Gogh

Antwoorden op kamervragen over de berichtgeving dat de AIVD zou zijn getipt over de aanslag op de heer Van Gogh

27 mei 2005

Antwoord van de minister van Justitie, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, op vragen van het lid Wilders (Groep Wilders) over de berichtgeving dat de AIVD zou zijn getipt over de aanslag op de heer Van Gogh. (Ingezonden 28 april 2005)
---


1. Vraag

Hebt u kennis genomen van het bericht: `AIVD getipt over aanslag Van Gogh'? 1)


1. Antwoord

Ja, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ik hebben kennisgenomen van dit bericht.


2. Vraag

Is het waar dat het Openbaar Ministerie heeft bevestigd dat er een getuigenverklaring bestaat van een Marokkaan die heeft verklaard dat hij de AIVD gewaarschuwd heeft voor de moord van Mohammed B op Theo van Gogh? Wat is de precieze inhoud van de getuigenverklaring? Berust deze getuigenverklaring op feiten? Heeft de AIVD daadwerkelijk een tip gekregen dat er een aanslag door Mohammed B op de heer Van Gogh zou worden gepleegd? Zo ja, waarom heeft de AIVD deze informatie dan niet tijdig ? dat wil zeggen voor de moord op de heer Van Gogh ? gebruikt en doorgespeeld naar politie en justitie zodat concrete actie had kunnen worden ondernomen?


2. Antwoord

Desgevraagd heeft het Openbaar Ministerie aan de media bevestigd dat er een getuigenverklaring bestaat. Deze getuigenverklaring is voorafgaand aan de tweede pro forma zitting in de strafzaak tegen de zogenaamde Hofstadgroep op 3 en 4 mei jl. aan het strafdossier toegevoegd en daarmee ter kennis gebracht van de verdediging en de rechtbank. Gelet op de omstandigheid dat deze zaak nog ter beoordeling aan de rechter voorligt, kunnen hierover geen nadere mededelingen worden gedaan. Desalniettemin wijs ik u er op dat in het door de vragensteller geciteerde krantenbericht wordt vermeld dat de getuige in zijn verklaring aan heeft gegeven dat hij een voorspelling heeft gedaan. Er kan zodoende geen sprake zijn geweest van een tip omdat de voorspelling, ook volgens betrokkene, in zijn gedachten tot stand was gekomen en niet op te staven feiten en omstandigheden gebaseerd was. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie stelt verder dat de tipgever die in het bericht wordt genoemd geen contact heeft gehad met de AIVD.


3. Vraag

Wilt u deze vragen nog deze week beantwoorden?

3. Antwoord

De vragen zijn zo spoedig als mogelijk beantwoord.


1) De Volkskrant, 27 april jl.