Gemeente Breda

Tekort op Wvg-voorzieningen lager dan verwacht

electroscooter_gr.jpg

Het tekort op de uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) is in 2004 lager uitgevallen dan verwacht. De gemeente rekende erop ruim 913.000,- uit de reserve te moeten inzetten om de uitgaven te kunnen dekken, maar er was 199.000,- nodig.

De meevaller is ontstaan doordat er minder aanvragen voor woningaanpassingen waren en de gemeente minder gebruik gemaakt heeft van externe adviezen.

Dit staat in het beleidsverslag Wvg 2004 dat door het college is vastgesteld. De Wvg verstrekt voorzieningen aan mensen om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te kunnen wonen en zich buiten te kunnen verplaatsen. Als uitvoerder van de Wet voorzieningen gehandicapten verstrekt de gemeente de benodigde woonvoorzieningen en rolstoelen aan gehandicapten en ouderen. Ook zorgt de gemeente voor het Wvg-vervoer per Deeltaxi.

Vervoer

Het meest bekende onderdeel van de Wvg is het vervoer met de Deeltaxi. Iedereen kan met dit collectieve vervoer van deur tot deur reizen. Mensen met een medische indicatie betalen echter een speciaal, lager Wvg-tarief. Ook voor senioren geldt een aangepast tarief.

Het afgelopen jaar hebben minder mensen meer ritten gemaakt: in 2004 hadden 7.842 Bredanaars een Wvg-Deeltaxipas (in 2003 waren dat er nog
8.246) waarmee zij in totaal ruim 315.500 ritten maakten (in 2003
304.000). Daarmee was een bedrag gemoeid van ruim 3,3 miljoen. Omdat er ook meer scootmobielen in gebruik waren dan vorig jaar, stegen deze uitgaven eveneens.

Woningaanpassingen

Om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen, kunnen mensen een aanvraag indienen hun woning via de Wvg te laten aanpassen. Het afgelopen jaar was het aantal woningaanpassingen iets lager dan vorig jaar. De aanvragen voor duurdere woningaanpassingen (dat zijn woningaanpassingen die meer kosten dan 20.400) zijn met 23 wel iets gestegen. Het aantal vergoedingen voor de kosten van het verhuizen naar een meer geschikte woning daalde, net als vorig jaar.

Benchmark 2004

In 2004 heeft de gemeente Breda wederom meegedaan aan de landelijke benchmark, gebaseerd op cijfers van 2003. Opnieuw is de algemene conclusie dat in Breda, gelet op het aantal klanten en gelet op het aantal voorzieningen, het bereik van de Wvg groot is. Het aantal nieuw toegekende woonvoorzieningen was in 2003 hoger dan in 2002. In vergelijking met gemeenten met meer dan 100.000 inwoners is dit aantal
- en daardoor ook de uitgaven per inwoner - gemiddeld.

De gemiddelde uitgave per scootmobiel is in Breda hoger dan gemiddeld. De belangrijkste oorzaak daarvan is de hoge kwaliteit van de verstrekte scootmobielen.

Als het gaat om de behandeling van aanvragen voor individuele vervoersvoorzieningen is de conclusie dat deze in Breda korter duurt dan in vergelijkbare gemeenten. In Breda gemiddeld 34 kalenderdagen; in vergelijkbare gemeenten gemiddeld 52 kalenderdagen. Dat is een indicatie voor een efficiënte bedrijfsvoering.

De doorlooptijd van een aanvraag voor een rolstoel is korter dan in vergelijkbare gemeenten.

De gemiddelde doorlooptijd voor het sociaal-medisch advies is in Breda korter dan gemiddeld.

Het aantal nieuwe aanvragers per 1000 inwoners is in Breda in 2003, in vergelijking met 2002, gelijk gebleven. Dit aantal ligt onder het gemiddelde van vergelijkbare gemeenten.

Het werkelijke aantal aanvragen in Breda ligt hoger, omdat niet alle aanvragen binnen de verschillende werkprocessen als zodanig herkenbaar zijn in het Bredase geautomatiseerde uitkeringssysteem.

Het Beleidsverslag Wvg wordt aangeboden aan de Begeleidingscommissie Wvg die opkomt voor de belangen van Wvg-klanten. Daarnaast krijgt de raadscommissie SAW van de gemeenteraad het ter bespreking aangeboden.

Breda, 1 juni 2005