Toespraak staatssecretaris Van der Knaap bij de ontvangst van het advies van
prof. Gersons over de Geestelijke Gezondheidszorg voor militairen en
veteranen
1-6-2005 10:53:00
Dames en heren,
Nog geen driekwart jaar geleden heb ik professor Gersons gevraagd mij
te adviseren over de Geestelijke Gezondheidszorg voor militairen en
veteranen. Zojuist heb ik van hem een onderbouwd en gedegen advies
gekregen dat binnen korte tijd tot stand is gekomen. Ik ben professor
Gersons daar zeer erkentelijk voor en ook alle andere mensen die
daaraan een bijdrage hebben geleverd.
Enige weken geleden heb ik al met professor Gersons gesproken over
zijn bevindingen. Wij waren het er over eens dat er geen misverstand
over kan bestaan: het beroep van militair is een risicovol beroep. De
militair kan vooral tijdens de uitzendingen te maken krijgen met
dreiging, gevaar en met menselijk leed. Het komt voor dat dat
negatieve effecten heeft op de gezondheid of het geestelijk welzijn.
Professor Gersons maakte mij in dit gesprek nog eens duidelijk dat
mensen gelukkig ook over een grote mentale veerkracht beschikken.
Uitzendingen hebben voor het overgrote deel van de uitgezonden
militairen positieve gevolgen. Veel militairen zijn trots op hun
bijdrage aan de vrede en de wederopbouw in de inzetgebieden. Zij zien
met tevredenheid terug op hun uitzending, zij kennen de waarde van
hechte banden met collegas en zijn persoonlijk sterker geworden. Het
merendeel van hen zal dan ook de meegemaakte gebeurtenissen een
passende plaats kunnen geven in hun verdere leven.
Vanuit mijn verantwoordelijkheid als werkgever vind ik het belangrijk
om de negatieve gevolgen van uitzendingen niet uit de weg te gaan. We
moeten die zoveel mogelijk proberen te beperken en de juiste zorg
bieden als er professionele hulp nodig is.
Ik ben dan ook blij met het advies van professor Gersons dat een
samenhangende visie behelst op de Geestelijke Gezondheidszorg voor
militairen én veteranen en de wijze waarop dit in praktijk gebracht
kan worden. Daarnaast zijn alle maatregelen voor een goede preventie
en zorg rondom uitzendingen nog eens door deze onafhankelijk expert
beoordeeld en aangevuld op basis van de huidige stand van de
wetenschap.
Ik kan dan nu ook al zeggen dat ik de aanbevelingen uit het advies van
professor Gersons overneem. Ik heb ze verwerkt in de nota
Veteranenzorg die ik vandaag naar de Tweede Kamer stuur.
Dames en heren, ik wil enige punten noemen uit het zojuist ontvangen
advies die mij erg aanspreken. Als eerste de vaststelling dat de
militair er niet alléén voor staat om de indrukken van zijn missie te
verwerken. De steun uit zijn of haar directe omgeving, zoals de
collegas, de leidinggevenden en niet te vergeten het thuisfront, is
van onschatbare waarde. Daarom is het ook zo belangrijk dat we hen
goed informeren en voorlichten over uitzendingen. We mogen concluderen
dat de militair veelal op eigen kracht en met steun vanuit de directe
omgeving, ook in de periode na zijn diensttijd als veteraan, in staat
is veel zaken zelf op te lossen.
Als dat niet geheel lukt kan worden teruggevallen op de professionele
zorg. Vanuit een samenhangend systeem van hulpverleners kan de juiste
hulp geboden worden aan militairen en veteranen die problemen hebben
opgelopen ten gevolge van hun uitzendingen.
Wat gaat veranderen is dat de zorg rondom uitzendingen op dezelfde
manier wordt ingericht. Er is niet langer een onderscheid tussen de
werkwijzen bij de marine, land- of luchtmacht. De militaire
Geestelijke Gezondheidszorg wordt voortaan door één organisatie
geleverd, die krijgsmachtbreed werkt en samen met de civiele GGZ een
taak heeft in de zorgverlening aan veteranen.
Dan kom ik daarbij vanzelf bij mijn volgende punt.
Voor deze zorgtaak staat Defensie niet alleen. Zowel bij de zorg voor
de actief dienende militairen als voor de zorg aan veteranen is
samenwerking tussen militaire en civiele hulpverlening van groot
belang. Zo kunnen kennis en ervaring gedeeld worden en kan de
specifieke kennis van elk van de verschillende vakgebieden het best
benut worden. De geestelijke gezondheidszorg wordt daar kwalitatief
door verbeterd en voor iedere militair en veteraan beschikbaar.
Voor de verbetering van de toegankelijkheid van de zorg voor veteranen
wordt een civiel-militair zorgsysteem ingericht. Hieraan zullen alle
militaire hulpverleners samen met het Veteraneninstituut en enkele
civiele GGZ-instanties deelnemen.
Dit zorgsysteem wordt gemakkelijk toegankelijk gemaakt voor veteranen
met klachten en voor civiele hulpverleners die te maken krijgen met
zorgbehoevende veteranen. Door de contacten tussen civiele en
militaire hulpverleners ontstaat een fijnmazig vangnet voor veteranen
die in de problemen zijn geraakt.
Dames en heren, Defensie is de veteraan erkenning en waardering
verschuldigd, en als het nodig is ook zorg. Daarbij is het van groot
belang dat het aanbod van die zorg bij de veteranen bekend is.
Een aantal recente ontwikkelingen wil ik in dit verband kort noemen.
Zo wordt een veteranenadministratie opgezet die de
informatievoorziening van de veteraan en zijn thuisfront moet
ondersteunen. Nieuwe ontwikkelingen op veteranengebied, reünies en
bijeenkomsten kunnen daarmee onder ieders aandacht gebracht worden. Zo
ook de mogelijkheden voor steun en hulpverlening als zich in de
periode na diensttijd problemen voordoen ten gevolge van eerder
doorgemaakte uitzendingen.
Bij dit alles realiseer ik mij dat hoe goed we ook ons best doen,
nooit ieders problemen opgelost zullen worden. Er zullen altijd
veteranen blijven die moeilijk toegankelijk zijn voor de hulpverlening
en die we pas laat zullen bereiken.
Ook zal bij sommigen een behandeling niet of onvoldoende mogelijk
zijn. Maar ook in dat geval is er altijd nog de mogelijkheid om met
goede begeleiding het leven zo draaglijk mogelijk te maken.
Dames en heren, ik sluit af. Met dit advies en mijn besluit om de
aanbevelingen over te nemen is een belangrijke stap gezet. Nu moet met
voortvarendheid de uitvoering ter hand worden genomen. We moeten ons
realiseren dat er nog een boel gebeuren moet voordat alle voornemens
werkelijkheid zijn geworden. Ik bedank nogmaals professor Gersons en
degenen die hem daarbij ter zijde hebben gestaan voor zijn advies en
voor zijn toezegging betrokken te blijven bij de implementatie
daarvan.
Defensiekrant
Parlement
Toespraken
Evenementenkalender
Ministerie van Defensie