Nivel
NIVEL international
Fysiotherapeuten gebruiken steeds vaker
behandelmethodes waarvan de werking is aangetoond
31 mei 2005
Fysiotherapeuten gaven vorig jaar ruim 77% van hun patiënten
oefentherapie (zoals houdingscorrigerende of spierversterkende
oefeningen). In 2002 was dat nog circa 74%. Voor veel aandoeningen is
de werking van oefentherapie aangetoond in wetenschappelijk onderzoek.
Deze ontwikkeling blijkt uit de nieuwste cijfers van de Landelijke
Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ) die dit jaar 4 jaar
bestaat. Het aantal fysische verrichtingen (zoals behandelingen met
ultrageluid of warme paraffine), waarvan de werking niet is
aangetoond, daalde bij ziekenfondspatiënten van 15% naar 12%, en bij
particulierverzekerden van 18% naar 10%. Hiermee voldoen
fysiotherapeuten steeds meer aan kwaliteitscriteria van de
beroepsvereniging KNGF. Die zijn er onder andere op gericht om vooral
therapie aan te bieden waarvan de werking is aangetoond.
Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck oefenen als vanouds met vrijwel
al hun patiënten.
Deze en andere cijfers staan vanaf nu op de website van LIPZ. De
Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg (LiPZ) is een
netwerk van geautomatiseerde extramurale fysiotherapiepraktijken,
praktijken voor oefentherapie Cesar en praktijken voor
oefentherapie-Mensendieck. Het doel van het LiPZ-project is een
representatieve, continue informatieverzameling van zorggerelateerde
gegevens over de beroepsgroepen extramurale fysiotherapie,
oefentherapie Cesar en oefentherapie Mensendieck. In het LiPZ-netwerk
worden gegevens verzameld omtrent vijf elementen van het zorgproces,
te weten patiënt, verwijzing, diagnose, behandeling en evaluatie.