Triodos Nederland


De ongeprijsde schaarste, het milieu moet van een prijs worden voorzien


1 juni 2005 - Herman Wijffels was de belangrijkste spreker op het EKO-congres van 31 maart jl. Hij beschouwt de biologische landbouw als richtinggevend voor de totale landbouw, die in z'n geheel veel duurzamer moet worden. De consument speelt in zijn ogen een beslissende rol bij de verdere groei van biologische landbouw. Het bewustzijn is gecreëerd, nu moeten de opvattingen indalen in het feitelijke gedrag. `Herinrichting van de maatschappelijke instituties is daarbij noodzakelijk om dit proces te ondersteunen, zoals het bevorderen van dit gedrag via fiscale instrumenten.'

Als oud-voorzitter van de Rabobank en huidig SER voorzitter heeft Wijffels al decennia lang zicht op de ontwikkeling van de landbouw in Nederland en Europa. Wat zijn de belangrijkste veranderingen die zich hebben voltrokken in de landbouwsector?
Wijffels: `De belangrijkste verandering in de laatste 25 jaar is dat de markten zich van aanbod naar vraag georiënteerd hebben ontwikkeld. Ik ben zelf betrokken geweest bij de opbouw van het Europese landbouw beleid, dat een context heeft gecreëerd waarin het aanbod werd bevorderd en als het ware leidend was in de ontwikkeling van de markt. Vanaf 1985 is dat model verouderd geraakt en vastgelopen. Tweede belangrijke punt vind ik het gaandeweg meer aanvaarde idee dat de landbouw de transitie moet maken naar een duurzame wijze van produceren. De biologische landbouw beschouw ik als pionier van die ontwikkeling.'

Er is een spanningsveld tussen deze twee veranderingen. Vanuit de vraagkant is er druk op de prijzen: de salarissen van de boeren zijn volgens een LEI rapport nog nooit zo laag geweest als in het afgelopen jaar van de prijsoorlog in de supermarkt. Vanuit de maatschappelijke behoefte aan duurzame productie hangt juist een hoger prijskaartje aan voeding. Hoe is dat dilemma op te lossen?
Wijffels: `Zeker in tijden waarin het economisch minder gaat, speelt de prijsconcurrentie een grotere rol en dat bemoeilijkt de doorbraak van producten die op een duurzame wijze zijn voortgebracht. Ook zie je dat veel mensen als burger de noodzaak van duurzame consumptie onderschrijven, maar als consument laten zij zich toch vaak leiden door andere overwegingen dan duurzaamheid. Er is een innerlijke tegenstrijdigheid in de opvattingen en gedragingen van mensen. Uiteindelijk moet de doorbraak van duurzame ontwikkeling komen van veranderd consumentengedrag. Daar hoort bij dat bepaalde maatschappelijke instituties zo worden heringericht dat daarmee die overgang naar feitelijk gedrag ook ondersteund wordt. De overheid zou bijvoorbeeld via met name fiscale instrumenten dat gedrag kunnen bevorderen.'

Ziet u daar met name een rol vanuit het maatschappelijke veld om dat bewustzijn te bevorderen?
Wijffels: `Uiteindelijk gaat het in mijn ogen om een volgende fase in het emancipatieproces. In de vorige eeuw hebben we de fase van groepsemancipatie gehad: arbeiders, boeren, middenstanders, katholieken, protestanten, kleine luiden, noem maar op. Onze politieke orde is daar nog in belangrijke mate de reflectie van. Vanaf de jaren zestig ging het om de emancipatie van het individu. Nu gaat het erom vanuit die verworven zelfstandigheid en vanaf dat individueel bewustzijn verantwoordelijkheid te nemen voor wat je doet en voor de effecten daarvan in de maatschappij. Daar gaat het hele concept duurzame ontwikkeling over, daar gaat maatschappelijk verantwoord ondernemen over, daar gaat duurzaam consumeren over: dat we werkelijk verantwoordelijkheid nemen voor de effecten van wat we doen. Als burger, als consument, als ondernemer of als werknemer.'

De overheid steunt momenteel de biologische landbouw vanuit de voortrekkersrol richting verduurzaming. Wordt de biologische landbouw in de toekomst minder relevant als de gangbare landbouw verder verduurzaamt?
Wijffels: `Ik beschouw de biologische landbouw als de echte pioniers op het gebied van duurzaamheid. Het vizier moet erop gericht zijn dat de hele landbouwsector duurzaam wordt. De biologische landbouw is een specifieke stroming binnen het totale concept van duurzaamheid. Ik ben van mening dat de biologische landbouw de openheid moet zoeken: verbinding zoeken met de wetenschap op nieuwe manieren, verbinding zoeken met andere vormen van duurzame landbouw en overdracht van kennis die is op gedaan. De biologische landbouw is al pionierend en experimenterend een expert geworden in het onderhouden van een gezond bodemleven. Dat is een aspect dat in de klassieke landbouw heel lang veronachtzaamd is. Ik denk dat als we de landbouw meer algemeen duurzaam willen maken, dat aspect weer volop aan bod zal moeten komen.'

Peter Blom, directievoorzitter van de Triodos Bank, heeft op het vorige EKO-congres een oproep gedaan voor een scherpere profilering van biologisch, met name richting gezondheid. Hoe kijkt u daar tegen aan?
Wijffels: `De verbinding voeding en gezondheid wint op dit moment sterk aan belangstelling. Dat is een onderdeel van het toenemende bewustzijn dat wat je bent een reflectie is van wat je in je leven hebt gegeten en gedronken. Gezondheid in relatie tot voeding is dus een thema. Vervolgens is de vraag: Heeft biologisch, niet geforceerd geproduceerd voedsel op dat punt een voorsprong boven traditioneel, wel geforceerd geproduceerd voedsel? Persoonlijk denk ik het wel, dat is een van mijn overwegingen om dat soort producten te eten. De vraag is toch heel vaak, is het echt wetenschappelijk bewijsbaar. Zover is het nog niet. Het zou wel heel interessant zijn als de wetenschap op dit terrein de energetische waarde van verschillend voortgebrachte producten zou kunnen vaststellen. Ik weet van beginnend onderzoek op dit terrein waar men verschillen op dat gebied heeft vastgesteld. Maar of daar de scheidslijn biologisch en niet-biologisch is, daar kun je nog wel over twisten. Ik vind de verbinding van voeding met gezondheid van belang en denk dat biologisch daar een argument heeft. Maar of dat wetenschappelijk zo hard is te maken dat het werkelijk onderscheidend is ten opzichte van anderen daar ben ik niet zo zeker van.'

Bavo van den Idsert