Speech van de minister-president, mr. dr. J.P. Balkenende, Jaarcongres
Vereniging VNO-NCW, Scheveningen, 30 mei 2005
Dames en heren,
'Nederland is geografisch klein, maar economisch groot: kijk maar naar al
die Nederlandse ondernemingen die in het buitenland opereren. Nederland
heeft altijd zijn brood verdiend in het buitenland. Dat kunnen we alleen
als dat buitenland goed toegankelijk is.'
Dit zei Jacques Schraven bij een persontmoeting eerder deze maand over het
belang van de Europese Grondwet. Hij slaat hiermee de spijker op zijn kop.
Dames en heren, gisteren hebben de Fransen in een referendum nee gezegd
tegen het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa. Dat is
zonder meer teleurstellend.
Maar laat er geen misverstand over laten bestaan: het ratificatieproces in
Europa gaat door - het referendum in Nederland gaat door.
Wij kunnen er dan voor kiezen om aan de zijde van Frankrijk te kiezen voor
stilstand. Of wij kunnen laten zien dat Nederland kiest voor vooruitgang
en voor het oplossen van de problemen waar Europa mee kampt.
Sterker nog. Een Nederlands JA is nu nóg belangrijker. Waarom?
Ik wijs op de woorden van president Chirac gisteravond in zijn
televisieboodschap aan het Franse volk. Hij zei. Laten we ons niet
vergissen: het Franse NEE plaatst ons onvermijdelijk in een moeilijke
positie bij het verdedigen van onze belangen in Europa.
Wat voor een groot land als Frankrijk geldt, geldt natuurlijk ook voor een
middelgroot land als Nederland. Dat leidt tot de vraag: hoe denken wij dat
onze Nederlandse belangen het beste zijn gediend? Met een positie aan de
zijlijn? Met een onderhandelingspositie die zwaar onder druk staat?
Want laten we niet vergeten dat er voor ons grote belangen op het spel
staan. Bijvoorbeeld. Tijdens de eerstvolgende Europese Raad spreken we over
de meerjarenbegroting. Belangrijk agendapunt is de afdracht van Nederland
aan de Europese Unie.
Daar zal stevig over moeten worden onderhandeld. In die onderhandelingen
staan wij sterker met een Nederlands JA. Het is - om maar in voetbaltermen
te spreken - onze twaalfde man. Als Nederland Europa serieus neemt, dan
neemt Europa Nederland serieus.
Nee zeggen tegen de Europese grondwet betekent dat ze over ons gaan praten.
Ja zeggen tegen de Europese grondwet betekent dat we volop kunnen
meepraten. Willen we onderdeel zijn van het probleem of onderdeel van de
oplossing?
Ik kan het niet genoeg benadrukken. Dit grondwettelijk verdrag is een stap
vooruit. Laten we die stap maken. Ik hoef er in dit gezelschap niet over
uit te wijden, maar nog even kort.
Nederland verdient voor een belangrijk deel zijn brood in het buitenland.
Tachtig procent van onze export gaat naar andere EU-landen. We praten over
een markt met 457 miljoen mensen. Ruim 63% van de buitenlandse
investeringen in Nederland komt uit de EU.
Wij hebben - bijna als geen andere Europees land - belang bij een open,
daadkrachtige interne markt. Europa levert ons banen op. Europa levert ons
goedkopere producten op. Europa levert ons welvaart op.
Nu moet bij beslissingen altijd gewacht moet worden totdat de laatste
hekkensluiter het ermee eens is. Dat wordt beter. Besluitvorming gaat
sneller. Efficiënter.
En dat is winst voor het functioneren van de interne markt en het
concurrentievermogen van Europa. En die moeten we ook op peil houden,
willen we overeind blijven tegenover krachtpatsers als de Verenigde Staten,
China en India. De ontwikkelingen daar gaan door. In een razend tempo.
In de aanloop naar dit referendum is er veel gepraat over Europa. Europa is
op de kaart gezet. Dat is winst. Ik zal mij persoonlijk blijven inzetten om
het belang van Europa beter over het voetlicht te krijgen. De dialoog gaat
door. Ook na 1 juni.
Voor een welvarend Europa - is deze grondwet een stap vooruit.
Voor een veilig Europa - is deze grondwet een stap vooruit.
Voor een democratisch Europa dichterbij de burgers - is deze grondwet een
stap vooruit.
Voor het behoud van een eigen identiteit van Nederland in een veelkleurig
Europa - is deze grondwet een stap vooruit.
Dames en heren,
Dit kabinet zet zich in voor de Europese grondwet. Dit kabinet zet zich in
voor Nederland. We zijn met dit kabinet hard aan de slag gegaan onder het
motto: Meedoen, meer werk en minder regels. Drie zaken staan voorop: een
slagvaardige overheid, een sterke economie en houdbare overheidsfinanciën.
We zijn nu twee jaar onderweg met het uitvoeren van onze hervormingsagenda.
Ik kan u zeggen: we liggen op koers. Ondanks af en toe storm en windvlagen
met windkracht 10.
Wat hebben we al bereikt?
Om eens wat te noemen. De criminaliteit is met 10% verminderd. De digitale
dienstverlening van de overheid wordt een realiteit. Daar hebben
ondernemers ook profijt van.
De lastigste opgave van dit kabinet is en blijft echter het versterken van
het groeivermogen. Alleen dan kunnen we de welvaart in Nederland op niveau
houden. Nu en in de toekomst.
Onderzoek en onderwijs zijn de pijlers van de kenniseconomie en het
bedrijfsleven is de bron van meer dynamiek. We zetten ons in voor hechte
contacten tussen ondernemers en onderzoekers. Zo zijn er in 2004
bijvoorbeeld 250 zogenaamde lectoren ingezet die als schakel fungeren
tussen de hogescholen en het bedrijfsleven. Maar het vmbo heeft ook onze
aandacht. We werken aan méér maatwerk voor de leerlingen, méér uitwisseling
met het bedrijfsleven en mínder schooluitval.
Dit kabinet zet drastisch het mes in de administratieve lasten. In 2007
moeten deze met 25% zijn teruggebracht. Bedrijven moeten gewoon meer lucht
krijgen om dat te doen waar ze goed in zijn: ondernemen.
En het gaat de goede kant op. In 2004 is er zelfs meer bereikt dan
oorspronkelijk de bedoeling was. De lastendruk is met 930 miljoen verlaagd
onder meer door de elektronische winstaangifte en de aangifte
omzetbelasting.
Dat is echt iets waar we trots op zijn. Wij zijn het eerste kabinet dat
minder rompslomp nalaat dan het aantrof.
Het kabinet maakt ook werk van het verminderen van de administratieve
lasten bij gemeenten en provincies. Ik verwijs bijvoorbeeld naar het
voorstel van minister Dekker voor slechts één bouwvergunning. Eén
vergunning, één procedure, één loket. Dat scheelt een hoop ergernis en
gedoe.
Verder krijgen de departementen een lastenplafond zodat ook in de toekomst
de enthousiaste regeldrift in de hand te houden is.
Maar regels worden niet alleen in Nederland bedacht. Veel komen er uit
Europa. Daarom heeft dit kabinet tijdens het Nederlandse voorzitterschap
ook op Europees niveau aandacht gevraagd voor dit probleem. Het eerste
akkoord over een shortlist van 15 Europese regels is inmiddels bereikt. De
kop is eraf!
Meer ruimte voor ondernemerschap is onze missie. De verslechtering van het
Nederlandse ondernemingsklimaat door hoge lonen in combinatie met een
tekortschietend innovatief vermogen is te lang onderbelicht geweest. Wij
hebben er de schijnwerpers weer op gezet. En geven impulsen om de
concurrentiekracht te vergroten en het vestigingsklimaat aangenamer te
maken.
Het verlagen van de vennootschapsbelasting van 34,5% naar 30% in 2007 is
daar denk ik een goede aanzet toe.
Dames en heren,
Ik heb het meest essentiële element voor verbetering van onze
concurrentiekracht voor het laatst bewaard: loonmatiging. Linksom of
rechtsom zullen de arbeidskosten toch in bedwang moeten worden gehouden. Ik
ben daarom ook nog steeds blij met het Centraal Akkoord. Het is hard
bevochten, maar ook hard nodig.
Helaas blijkt het nog niet voldoende. Nieuwe cijfers van de Oeso over de
economische groei vallen tegen. Daar moeten we eerlijk over zijn. Maar we
hebben vertrouwen in de werking van de ingezette verandering. De klem van
noodgedwongen bezuinigingen is weg. Ook dat bepaalt het
consumentenvertrouwen.
Bij de discussie over de Europese Grondwet wordt vaak gesproken over behoud
van onze eigen tradities. Die dus - ik herhaal het nog maar eens -
gegarandeerd zijn in de grondwet.
Het voortdurende overleg tussen werknemers, werkgevers en de overheid over
de contouren van het sociaal-economisch beleid is een prachtig voorbeeld
van die tradities.
De overheid doet het niet alleen. Kan het ook niet alleen. Wij scheppen de
randvoorwaarden van de voorstelling, maar u staat op het toneel en voert
uit. Vaak zelfs letterlijk.
De overheid moet mensen en organisatie zoveel mogelijk vrijheid en
verantwoordelijkheid geven. Ruimte geven betekent aan de andere kant ruimte
nemen. De handschoen moet op een gegeven moment wel opgepakt worden.
Als de overheid investeert in innovatie, moeten de ondernemers ook over de
brug komen.
Als de overheid de arbeidsparticipatie wil verhogen door bijvoorbeeld
ouderen te stimuleren om te blijven werken, dan moeten ondernemers hen ook
in dienst willen houden.
Als de overheid inzet op onderwijs en kenniseconomie, dan moeten
ondernemers jonge schoolverlaters ook willen inzetten.
Dames en heren,
In een maand tijd heb ik drie prominente poldergezichten uitgezwaaid.
Doekle Terpstra, Lodewijk de Waal en vandaag uw voorzitter, Jacques
Schraven. De polder krijgt nieuwe dijkgraven.
In een afscheidsinterview werd aan Lodewijk de Waal het volgende gevraagd:
Uw tegenstanders het afgelopen najaar waren onder meer minister Zalm,
minister De Geus en Jacques Schraven. Als een van de drie op uw portemonnee
zou moeten passen, wie zou dat zijn?
De Waal antwoordde:
"De Geus in ieder geval niet.
Zalm niet want ik ben bang dat hij het geld in het financieringstekort
stopt!
Dan zou het Schraven zijn, hij is zo rijk dat hij geen enkel motief heeft
er iets uit te nemen."
Beste Jacques,
Die kun je in je zak steken.
Je bent zes jaar het gezicht geweest van het VNO-NCW. Bij je aantreden werd
je omschreven als een charmeur op zijn Hollands, maar wel spijkerhard in de
onderhandelingen.
Je bent inderdaad een aimabele, charmante man. Heel toegankelijk. Prettig
om mee samen te werken. Je had de gewoonte om mij altijd om vijf voor acht
's morgens te bellen. Als de telefoon op dat tijdstip ging dan wist ik het
al: daar is Jacques weer.
En je bent ook duidelijk. Je hoefde bij jou nooit te raden wat je ergens
van vond. Je verkondigde dat altijd luid en duidelijk en als je niets zei,
dan maakte je houding het wel duidelijk. Maar ook de toon waarmee je een
telefoongesprek begon sprak al boekdelen. Bij: Dag Jan Peter! Dan zat het
wel goed. Hoorde ik: 'Met Jacques Schraven', dan was er weer wat.
Een open boek. Sprekend recht uit het hart. Daar houd ik wel van.
Je hebt het VNO-NCW in ieder geval goed op de kaart gezet. Je hebt je het
vuur uit de sloffen gelopen voor de Nederlandse ondernemers. Activiteiten
kregen nieuwe impulsen en nieuwe beleidsterreinen werden ontgonnen en
ontwikkeld. In Unice-verband heb je een belangrijke internationale rol
gespeeld.
En de organisatie verwachtte denk ik ook niets minder. In de ruim 30 jaar
die je voor Shell hebt gewerkt heb je ook op diverse posten in binnen- en
buitenland een flinke partij meegeblazen. En je bent in die tijd slechts
één dag ziek geweest.
Maar er is meer dan ondernemen, zo blijkt uit je CV. Je bekleedt ook
verschillende nevenfuncties in andere maatschappelijke organisaties op de
terreinen onderwijs, cultuur, wetenschappen en economie. Het is een
indrukwekkende lijst als je die zo doorbladert.
Jacques, je maatschappelijke verdiensten zijn niet alleen groot, maar
hebben ook een bijzondere waarde voor de samenleving gehad.
Ik ben daarom ook verheugd je te mogen zeggen dat Hare Majesteit de
Koningin je heeft benoemd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau.
Mag ik je vragen om naar voren te komen om je de bij deze onderscheiding
behorende versierselen op te spelden.
Ministerie van Algemene Zaken