Gemeente Amsterdam

Fiets in IJtram
9 februari 2005 - Lisa Neves Gonçalves
Het college van B&W is op 8 februari akkoord gegaan met maatregelen om een proef met fietsvervoer in de IJtram mogelijk te maken.

Dit is het gevolg van een eerder besluit op 2 september 2003. Toen besloot het college een proef te houden met fietsvervoer per IJtram. Voorwaarde was dat, voorafgaand aan deze proef, een plek voor de fietsen in de tram werd gevonden. Ook moest worden onderzocht of de veiligheid van de reizigers in combinatie met fietsvervoer per IJtram voldoende is gewaarborgd om de proef te houden. Aan deze voorwaarden is nu voldaan.

Het vervoer van fietsen per IJtram kent twee soorten veiligheidsrisico's. Enerzijds bestaat het risico van het rondvliegen van fietsen als gevolg van plotseling remmen bij een noodstop; daarnaast is er een risico met betrekking tot de ontruimingssnelheid bij een calamiteit in de Piet Heintunnel. De trambuis van de Piet Heintunnel is onderdeel van het tracé van de IJtram. Onderzoek van TNO gaf eerder aan, dat het risico van fietsvervoer vooral veroorzaakt wordt door het willen meenemen van eigendommen bij een vlucht, de zgn. property-binding. Het willen meenemen van de fiets in geval van een calamiteit belemmert en vertraagt dan het ontruimen van de tram en belemmert de doorgang op het vluchtpad.

Met de voorgenomen maatregelen worden de genoemde veiligheidsrisico's beperkt. In de IJtram komt een fietsvoorziening voor twee fietsen per tramwagon in de nabijheid van de conducteurcabine. Het gaat om een fietsenrek waarbij fietsen aan een haak worden gehangen. Dit type fietsvoorziening is al operationeel in sneltramvoertuigen. Het eerste risico van rondvliegende fietsen als gevolg van een noodstop wordt daarmee voorkomen.

Om het meenemen van de fiets in geval van een calamiteit te voorkomen zal een eenvoudig vergrendelingsmechanisme voor de proef worden aangebracht. Tijdens de rit door de Piet Heintunnel worden met dit systeem de fietsen vergrendeld.

De proef met het fietsvervoer duurt een jaar vanaf de start van de exploitatie op 30 mei 2005. Vervolgens wordt de proef geëvalueerd. Bij de evaluatie zullen gebruik, gebruiksgemak, invloed op de exploitatie, en de wijze van vergrendeling aan de orde komen. Afhankelijk van de resultaten zal besloten worden of en in welke vorm het fietsvervoer per IJtram wordt voortgezet. De IJtram gaat rijden als tram 26.

© Gemeente Amsterdam