Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

Datum
30 mei 2005
Ons kenmerk
IVW/DL/HDL/05.610141
Doorkiesnummer

Bijlage(n)

-
Uw kenmerk

Onderwerp
Vraag naar aanleiding van Algemeen Overleg van 28 april 2005

Geachte voorzitter,

In het Algemeen Overleg van 28 april 2005 inzake de Handhaving Schipholbeleid zijn door de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat vragen gesteld over afwijkingen van milieuregels voor het luchtruimgebruik, veroorzaakt door gezagvoerders van vliegtuigen. Naar aanleiding hiervan is gevraagd om, ten aanzien van de luchtvaartmaatschappijen die door de Inspectie Verkeer en Waterstaat (verder: de Inspectie) zijn aangeschreven, een onderscheid te maken tussen bewuste en onbewuste overtredingen. In antwoord op deze vraag bericht ik u als volgt.

Uit de Handhavingsrapportage Schiphol 2004 blijkt dat alleen de afwijkingen die zich in het gebruiksjaar 2004 in de nacht hebben voorgedaan, voor de Inspectie aanleiding zijn geweest luchtvaartmaatschappijen aan te schrijven. In de handhavingsrapportage is aangegeven dat van de 145 afwijkingen van luchtverkeerweg of minimale vlieghoogte die zich in de nacht hebben voorgedaan, slechts 8 afwijkingen als een 'vliegerfout' konden worden aangemerkt. Deze conclusie is gebaseerd op onderzoek dat door de Inspectie is uitgevoerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van de radiotelefoniegesprekken die tussen de gezagvoerder en de verkeersleiding hebben plaatsgevonden. Uit deze gesprekken kan in de meeste gevallen worden afgeleid wat de reden van de afwijking is geweest. Ook kan uit deze gesprekken worden afgeleid of de betreffende gezagvoerder bewust van de luchtverkeerweg of minimale vlieghoogte is afgeweken. De praktijk is dat dit in principe niet zonder toestemming van de verkeersleiding gebeurt. De gezagvoerder weet immers dat zijn gedragingen onmiddellijk door de verkeersleiding worden opgemerkt.

De onderzoeken met betrekking tot de 8 afwijkingen die als 'vliegerfout' zijn aangemerkt hebben geen enkele aanwijzing opgeleverd dat sprake zou zijn van bewuste overtredingen. Uit de informatie van de aangeschreven luchtvaartmaatschappijen blijkt dat men zich er niet van bewust was een overtreding te begaan. Meestal vanwege de onbekendheid met de betreffende milieuregelgeving, maar ook omdat men vertrouwde op een correcte programmering van het Flight Management Systeem (FMS) aan boord van het vliegtuig. Vandaar dat de betreffende luchtvaartmaatschappijen hebben aangegeven een additionele instructie van de bemanning te zullen verzorgen. Ook is in een aantal gevallen aangegeven dat de programmering van het FMS zou worden verbeterd.

Om het effect van de genomen maatregelen te controleren worden de aangeschreven luchtvaartmaatschappijen gemonitord. De resultaten van deze monitoring zullen rond de zomer 2005 bekend worden gemaakt in de Handhavingsrapportage Schiphol over de eerste helft van het gebruiksjaar 2005.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw drs M.H. Schultz van Haegen