Contactpersoon
-
Datum
30 mei 2005
Ons kenmerk
DGP/MDV/U.05.01336
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
2040515170 en 2040515190
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij beantwoord ik de vragen die door het lid Duyvendak en in aanvulling
daarop door de leden Dijksma en Tichelaar zijn gesteld over een toeslag
voor busreizigers in Friesland.
Allereerst ga ik in op de door het lid Duyvendak gestelde vragen.
1. Is het waar dat bewoners van Friesland die van onrendabele buslijnen
gebruik maken een toeslag moeten betalen van 2 euro per rit (ANP-bericht
van 19 mei)?
1. Nee, het besluit van Gedeputeerde Staten van Friesland houdt in dat
onrendabele buslijnen worden vervangen door CVV-achtige systemen (CVV is
collectief vraag-afhankelijk vervoer, ook wel regiotaxi genoemd). Het
vaststellen van de tarieven voor deze regiotaxi-systemen waain de E 2 is
opgenomen, is een bevoegdheid van Gedeputeerde Staten. De verplichting om
reizigers met nationale vervoerbewijzen (zoals strippenkaarten) te
accepteren zijn op het CVV niet van toepassing.
2. Wat vindt u van het systeem van een A-, B-, en C-busnet, waarbij
bewoners geconfronteerd kunnen worden met het besluit dat de bus in hun
dorp of stad een
C-bus is waarvoor een toeslag geldt?
2. Gedeputeerde Staten van Friesland hebben een eigen
verantwoordelijkheid als het gaat om de inrichting en financiering van
hun openbaar vervoer. Dit op basis van de in de Wet personenvervoer 2000
aan hen overgedragen bevoegdheden. Er is door Provinciale Staten gekozen
voor een basisnet van bussen (het A-net genoemd), een
uitbreiding van dit net gedurende de drukke uren (het B-net genoemd )
en CVV voor het ontsluitend net (het C-net genoemd). Het is een pakket
van maatregelen waarin naast de invoering van CVV-achtige systemen ook op
onderdelen verbeteringen in de frequentie van de buslijnen zijn
opgenomen.
3. Deelt u de mening dat je hiermee A-, B- en C-burgers creëert? Zo
neen, waarom niet?
3. Nee, de keuzes die de provincie heeft gemaakt zorgen er voor dat in
Friesland openbaar vervoer wordt geboden dat zoveel mogelijk aansluit bij
de ideeën en randvoorwaarden die daarover leven bij de door de burgers
gekozen Provinciale Staten.
4. Is het ingevolge de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar
vervoer en/of het Besluit personenvervoer 2000 toegestaan om voor
regulier busvervoer bovenop het tarief, dat via de strippenkaart wordt
voldaan, een toeslag te vragen? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo neen, bent
u bereid ervoor te zorgen dat deze toeslag niet wordt geheven?
4. Ja, zie het antwoord op vraag 1.
5. Wat is uw oordeel over de motivatie van Gedeputeerde Staten van
Friesland dat "voorkomen moet worden dat er misbruik gemaakt wordt van de
bussen op onrendabele lijnen, bijvoorbeeld door fietsers die een taxi
bellen als het regent"?
5. Gedeputeerde Staten van Friesland gaan er vanuit dat de haltes van het
zogenaamde A- en B-net op fietsafstand van de woningen liggen. Reizigers
die een WVG-indicatie hebben kunnen naar verwachting gebruik maken van
het C-net (het CVV) tegen een tarief dat overeenkomt met het huidige
strippenkaarttarief. Andere reizigers die er voor kiezen om gebruik te
maken van het C-net betalen een hoger tarief. Dat is overigens ook elders
in Nederland een gebruikelijke situatie. Het is de bevoegdheid van
Provinciale Staten om deze keuzes te maken. Het is niet aan mij om daarin
te treden.
6. Vindt u het passen binnen het beleid van de overheid ten aanzien van
het openbaar vervoer dat reizigers op deze manier ontmoedigd worden om de
bus te pakken? Zo ja, waarom?
6. Ik vind dat Gedeputeerde Staten van Friesland handelen binnen de aan
hen overge-dragen bevoegdheden. De provincie kan het beste beoordelen
wanneer, waar, welk openbaar vervoer beschikbaar moet zijn.
7. Deelt u de mening dat de provincie Friesland met dit bussysteem
inclusief toeslagen
op een goede manier omgaat met de aan haar toegekende rijkssubsidie
van
E 26 miljoen per jaar om het stads- en streekvervoer vorm te geven?
7. De provincie ontvangt subsidie op basis van de Wet Brede Doeluitkering
en het is aan de Gedeputeerde Staten om het geld te besteden binnen de
kaders van deze wetgeving.
8. Deelt u de mening dat deze toeslag voor busreizigers in Friesland een
ongewenste negatieve invloed heeft op de reizigersaantallen in het stads-
en streekvervoer en daarmee op het geheel aan openbaar vervoerlijnen,
waaronder het treinvervoer, die gevoed wordt door de "onrendabele lijn"?
8. Of de keuzes die Gedeputeerde Staten hebben gemaakt een negatieve
invloed hebben op de reizigersaantallen in het stads- en streekvervoer in
deze provincie is maar zeer de vraag. De geboden mogelijkheden zouden ook
kunnen leiden tot een beter gebruik van het openbaar vervoer in de regio.
9. Deelt u de mening dat dit leidt tot verdere groei van de
automobiliteit in de regio, met alle gevolgen voor de leefbaarheid en de
doorstroming op de Friese wegen?
9. Ook hier geldt dat dit een regionale afweging is.
10. Werpen de plannen van Gedeputeerde Staten van Friesland nog een
ander licht op uw conclusie dat aanbesteding en marktwerking in het stads-
en streekvervoer leidt tot reizigersgroei en een betere
kostendekkingsgraad?
10. Nee. Feitelijk is het vervoersaanbod voor de reiziger hier in
hoge mate afhankelijk van de keuzes van de Gedeputeerde Staten. Het gaat
hier eerder om effecten van de decentralisatie en niet van die van de
aanbestedingen en marktwerking.
11. Bent u bereid deze vragen te beantwoorden vóór het AO over
aanbesteding van het stads- en streekvervoer op 26 mei a.s.?
11. Ja.
Dan kom ik toe aan de beantwoording van de vragen van de leden Dijksma en
Tichelaar.
1. In hoeverre zal de toeslag voor busreizigers in Friesland ertoe leiden
dat de zoge-naamde C-lijnen, waarvoor een toeslag moet worden betaald,
straks vanzelf zullen ophouden te bestaan, omdat mensen het financieel
niet op kunnen brengen per retour in totaal acht euro extra te moeten
betalen? Zo neen, waarom niet?
1. De toeslag bedraagt in de voorstellen van Gedeputeerde Staten E 2 per
rit en dat is
E 4 voor een retour. Voor het overige verwijs ik naar de antwoorden op de
vragen 2, 5 en 6.
2. Heeft u nu de effecten van uw bezuinigingsbeleid bekend zijn, de
bereidheid om opnieuw met de provincie Friesland te overleggen over het
door hen voorgestelde beleid? Bent u bereid om met name de consequenties
voor de zogenaamde gebonden gebruikers, zoals ouderen en scholieren en
mensen zonder auto, daarbij onder ogen te zien?
2. De invoering van de Wet Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer biedt
de decentrale overheden de mogelijkheid om het geld dat voor mobiliteit
beschikbaar is, zo efficiënt mogelijk in te zetten. Het verheugt mij zeer
dat de provincie Friesland hiervan gebruik gaat maken door het openbaar
vervoer op een andere wijze, die kennelijk beter past in die regio, te
gaan organiseren. Provinciale Staten van Friesland hebben ingestemd met
de voorstellen die Gedeputeerde Staten op dit gebied hebben gedaan. Er is
voor mij dan ook geen aanleiding met de provincie in overleg te treden.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat