Sensoa - Vlaams service- en expertisecentrum voor seksuele gezondheid en hiv

Hiv-infecties dalen In 2004 noteerde het WIV 984 nieuwe besmettingen met hiv. Dit betekent een gemiddeld aantal nieuwe hiv-infecties van 2,7 per dag.

Vergelijken we het totaal aantal nieuwe besmettingen in 2004 met 2003 (1047), dan zien we, voor het eerst sinds 1997, opnieuw een daling met 6,1%. Het is echter te vroeg om nu al te spreken van een trendbreuk en daar allerhande conclusies aan vast te knopen; dit moet blijken uit de cijfers op langere termijn. Het totaal aantal nieuwe besmettingen ligt immers nog steeds hoger dan de piekjaren 1992 (977) en 2000 (952).

Wat het meest opvalt bij de nieuw geregistreerde besmettingen bij Belgen zijn:

* de daling bij heteroseksuele contacten (van 92 in 2003 naar 67 in 2004), zowel mannen als vrouwen

* het aantal besmettingen bij homomannen blijft hoog (van 128 in 2003 naar 136 in 2004)

* het aantal besmettingen via intraveneus druggebruik blijft bijzonder laag

Bij de nieuw geregistreerde besmettingen bij niet-Belgen valt dit op:
* de daling bij heteroseksuele contacten (van 364 in 2003 naar 330 in 2004), zowel mannen als vrouwen

* bijna 1 op 4 (23%) van de nieuwe besmettingen bij mannen verliep via
homo-/biseksuele contacten

Enige duiding
Het aantal vastgestelde nieuwe besmettingen in 2004 ligt wat lager dan het jaar voordien. Sensoa ziet echter weinig reden voor optimisme.

Deze nieuwe cijfers maken duidelijk dat ook in België nog steeds mensen besmet worden met hiv. Dank zij de gegevens van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid is het mogelijk een aantal profielen te schetsen van groepen die er meer mee worden geconfronteerd dan andere. Toch dienen deze cijfers met de grootste omzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Daar zijn een aantal redenen voor.

* De cijfers geven niet het aantal nieuwe besmettingen weer, maar het aantal vastgestelde besmettingen in een bepaalde periode. Er kunnen verschillende jaren verstrijken tussen de besmetting en de eerste symptomen of het moment waarop iemand zich laat testen.
* Als we de cijfers uitsplitsen over de verschillende bevolkingsgroepen, komen we tot erg lage aantallen die niet toelaten om er op een wetenschappelijke manier statistische conclusies uit te trekken.

* Voor het eerst in 6 jaar vallen de jaarcijfers wat lager uit dan het jaar voordien... De toekomst zal echter moeten uitwijzen, of het hier om een echte trend gaat, dan wel om een tijdelijke dip, doordat bijvoorbeeld mensen zich vorig jaar minder hebben laten testen...

Sensoa hoedt er zich daarom voor om al te voorbarige, positieve conclusies te trekken. We hebben bijvoorbeeld geen aanwijzingen dat de daling van de cijfers samenhangt met een stijging van het veilig vrij-gedrag. Dat betekent ook dat de daling tijdelijk kan zijn, of te wijten aan andere factoren.

Ook over de resultaten van een pro-actief beleid zeggen de cijfers niets. Het succes van een preventiebeleid kan immers niet rechtstreeks afgemeten worden aan het stijgen of dalen van het aantal nieuw vastgestelde besmettingen. Om de doeltreffendheid van preventie-inspanningen na te gaan, dienen verschillende gegevens en factoren met elkaar in verband te worden gebracht en is bijkomend onderzoek noodzakelijk; onderzoek naar onder meer het veilig-vrijgedrag bij specifieke doelgroepen of naar factoren die een invloed hebben op het condoomgebruik...

Wat wel vast staat, is dat dankzij een volgehouden preventie-inspanning, Vlaanderen nooit de hoge cijfers heeft gekend, die we in andere landen wel vaststellen. In Vlaanderen hebben kwetsbare groepen, mede als gevolg van de gevoerde campagnes, hun gedrag in hoge mate aangepast.
Met deze informatie in het achterhoofd, blijven we vanuit Sensoa een dubbel signaal geven:

1. Er verandert niets aan de noodzaak om veilig te vrijen
2. Mannen met homoseksuele contacten lopen een hoger risico om een partner met hiv te ontmoeten... Het afgelopen jaar deed 70% van de nieuwe besmettingen bij Belgen zich bij deze groep voor. Ook andere soa komen meer voor bij homoseksueel actieve mannen. Nu de wisselwerking tussen besmetting met een soa en besmetting met hiv steeds duidelijker wordt, is voor hen een volgehouden preventie-inspanning van levensbelang.