De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: TRCJZ/2005/1542
datum: 26-05-2005
onderwerp: Kamervragen illegale handel bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten
Bijlagen:
Geachte Voorzitter,
Mede namens de Minister van Justitie ontvangt u hierbij de antwoorden op de vragen van het lid Van Velzen(SP) inzake de illegale handel in bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten.
2040512660
1.
Kent u het rapport dat is opgesteld door onderzoekers van onder meer de Conservation International (CI), waaruit blijkt dat een kwart van de primaatsoorten op het punt staat uit te sterven mede door de illegale dierenhandel? Kunt u een reactie geven op de belangrijkste conclusies uit dit onderzoek?1
Ja. Het rapport toont aan dat de biodiversiteit wereldwijd onder grote druk staat en dat belangrijke soorten, zoals apensoorten, hierdoor sterk bedreigd worden. Het rapport beschrijft dat met name het verdwijnen van habitats, zoals bossen, hierbij van grote invloed is. Ook de vangst van dieren voor de lokale voedselvoorziening en de handel in levende dieren vormen een bedreiging voor apensoorten, met name in Afrika en Azië.
De bevindingen uit het rapport vormen een bevestiging voor de noodzaak van een integrale aanpak voor het behoud van soorten. Deze aanpak moet zich richten op behoud en duurzaam gebruik van habitats, het tegengaan van illegale en niet duurzame handel en het bestrijden van armoede van de lokale bevolking.
2.
Heeft u inzicht in de aard, de omvang, de ernst en de reikwijdte van de illegale handel van uitheemse dieren, planten en producten daarvan, waarbij Nederland is betrokken? Bent u bereid de Kamer hierover te informeren?
Ik heb tot op zekere hoogte inzicht in de aard, omvang, ernst en reikwijdte van de illegale handel in (producten van) uitheemse dieren en planten, waarbij Nederland is betrokken. Dit type criminaliteit is echter lastig te detecteren. Dit hangt samen met het sterk internationale karakter van de handel in bedreigde uitheemse dieren en planten en het feit dat het bij deze handel gaat om kleine gespecialiseerde en vaak gesloten deelmarkten.
Het inzicht in de aard, omgang, ernst en reikwijdte van de illegale handel in (producten van) bedreigde uitheemse dieren en planten groeit door onderzoeken die naar deze handel worden gedaan, zoals bijvoorbeeld de criminaliteitsbeeldanalyse 'CITES, illegale handel in bedreigde uitheemse dieren, planten en producten Nederland 1996-2000'. Deze analyse bood het Openbaar Ministerie informatie om een aantal verantwoorde keuzes voor de opsporing te kunnen maken. Sindsdien is een aantal informatieonderzoeken verricht, bijvoorbeeld met betrekking tot smokkel van (producten van) bedreigde uitheemse dieren en vervalsing van CITES-documenten. Voorts hebben de AID en de Unit Milieucriminaliteit onder verantwoordelijkheid van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie een aantal opsporingsonderzoeken ingesteld, die regelmatig hebben geleid tot berechting en veroordeling van beroepshandelaren. Momenteel lopen enkele opsporingsonderzoeken met betrekking tot de smokkel van dieren behorende tot (bedreigde) uitheemse diersoorten. Hierover kan ik gelet op opsporingsbelangen geen nadere informatie verstrekken.
3.
Welke onderzoeken naar de illegale handel in bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten zijn uitgevoerd sinds de criminaliteitsbeeldanalyse CITES2 2001 tot de conclusie leidde dat 'het Openbaar Ministerie (OM) haar aansturingstaak zowel beleidsmatig als inhoudelijk in eerste aanleg moet gaan richten op het verder in beeld brengen van de mogelijke omvang, ernst en spreiding van de illegale handel in uitheemse dier- en plantensoorten'?3 Door wie zijn deze onderzoeken uitgevoerd?
Zie antwoord op vraag 2.
4.
Deelt u de mening dat het OM een goed beeld heeft van de mogelijke omvang, de ernst en de spreiding van de illegale handel in uitheemse dier- en plantensoorten? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?
Zie antwoord op vraag 2.
5.
Is het waar dat een meerderheid van de personen, die in Nederland strafrechtelijk schuldig bevonden zijn aan illegale handel in bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten getypeerd kan worden als beroepshandelaren of georganiseerde handelaren?
De ervaring van het Openbaar Ministerie is dat de meerderheid van de verdachten in zaken die betrekking hebben op illegale handel in bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten beroepshandelaren of georganiseerde handelaren betreft.
6.
Is het waar dat een aantal Nederlanders bij (internationale) rechercheautoriteiten bekend staat als centrale spil in georganiseerde netwerken die illegaal handelen in bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten? Zijn zij ook betrokken bij de handel in primaten? Zo neen, waarin handelen zij?
Van een tiental personen met de Nederlandse nationaliteit is mij bekend dat zij door buitenlandse handhavingsdiensten in verband worden gebracht met de illegale handel in bedreigde uitheemse (producten van) dieren en planten. Overigens vindt desbetreffende handel niet in alle gevallen via Nederland plaats.
Voorzover mij bekend is, houdt geen van deze personen zich bezig met de handel in primaten. Het gaat veelal om de handel in reptielen, vogels en planten.
7.
Indien vraag 5 en/of 6 bevestigend is beantwoord, duidt dat dan op het bestaan van georganiseerde netwerken die illegaal handelen in bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten en hierbij mede actief zijn in Nederland? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke rol en welk belang dicht u toe aan rechercheactiviteiten voor handhaving van de CITES-regelgeving?
Er zijn in internationaal verband aanwijzingen dat er sprake is van georganiseerde illegale handel in (producten van) bedreigde uitheemse dieren en planten. Deze georganiseerde illegale handel is niet structureel van aard, maar sterk afhankelijk van vraag en aanbod. Uiteraard leveren rechercheactiviteiten een belangrijke bijdrage aan het terugdringen van de georganiseerde illegale handel in (producten van) bedreigde uitheemse dieren en planten. Daarom vinden geregeld opsporingsonderzoeken plaats door AID. Wanneer op basis van aanwijzingen vast komt te staan dat dergelijke vormen van illegale handel binnen de rechtsmacht van Nederland te bestrijden zijn, zal het Openbaar Ministerie de opsporing entameren en zo mogelijk tot vervolging overgaan.
8.
Hoeveel fte's aan rechercheurs bent u voornemens tot stand te brengen in uw besprekingen met de politie over een kaderovereenkomst voor samenwerking inzake handhaving van de CITES-regelgeving?
In de besprekingen met de politie over de handhaving van CITES-regelgeving zet ik in op afspraken over intensivering van de samenwerking tussen mijn ministerie en de politie en verbetering van de uitwisseling van gegevens. Hierbij ga ik uit van de thans beschikbare recherchecapaciteit bij de politie en de AID.
9.
Kan het huidige informatiesysteem van de CITES-handhavingsdiensten de gegevens leveren die op pagina 17 van de CITES rapportage 2001-2002 nog onbeantwoord bleven? Zo neen, hoe kan een dergelijk gebrekkig informatiesysteem bijdragen aan de strijd tegen illegale handel in bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten?
De CITES rapportage waarop wordt gedoeld betreft het CITES Biennial Report 2001-2002. Alle gegevens waarnaar aan het einde van pagina 16 gevraagd wordt, kunnen geleverd worden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van verschillende informatiesystemen. Dat doet geen afbreuk aan een effectieve aanpak van de illegale handel in bedreigde uitheemse dieren en planten. Er wordt immers samengewerkt tussen de verschillende handhavingsdiensten. In dat kader vindt ook uitwisseling van gegevens plaats tussen de handhavingsdiensten. Om deze uitwisseling van gegevens verder te bevorderen vind ik het belangrijk om hierover goede afspraken te maken, zoals thans bijvoorbeeld gebeurt in het overleg tussen mijn ministerie en de douane met betrekking tot de kaderovereenkomst.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
1 http://www.conservation.org/xp/news/press_releases/2005/040705.xml
2 Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Flora and Fauna
3 www.om.nl/
Handhavingsdocument Flora- en faunawet hoofdstuk 4
Strategie strafrechtelijke handhaving (http://www.om.nl/?p=pg&s=464)
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit