Gemeente wederom in gelijk gesteld
De rechtbank heeft vandaag bepaald dat de gemeente Arnhem terecht het
besluit heeft genomen om bestuursdwang toe te passen bij het
beëindigen van de raamprostitutie in het Spijkerkwartier. De
bestuursrechter heeft de beroepen die de exploitanten hiertegen hadden
ingediend ongegrond verklaard. Dit betekent dat het gemeentebestuur de
seksinrichtingen in het Spijkerkwartier mag sluiten zonder dat er een
alternatieve locatie is en dat ook een schadeprocedure niet hoeft te
worden afgewacht.
De gemeente is uiteraard blij dat de bestuursrechter haar wederom in
het gelijk heeft gesteld. Deze uitspraak betekent dat de ingeslagen
weg wordt voortgezet en dat de gemeente het besluit tot handhaving
gaat uitvoeren.
Feitelijke sluiting
Feit is echter wel dat de sluiting van de ramen in het Spijkerkwartier
naar verwachting niet op heel korte termijn zal plaatsvinden. Gelet op
de belangen van de exploitanten wordt verwacht dat zij hoger beroep
zullen aantekenen tegen deze uitspraak en een voorlopige voorziening
zullen vragen. Dit heeft een vertragend effect op de feitelijke
uitvoering.
Burgemeester
Ofschoon het besluit om over te gaan tot sluiten van de
seksinrichtingen in het Spijkerkwartier is genomen ver voor de tijd
dat Pauline Krikke burgemeester van Arnhem werd, is door de
exploitanten aangevoerd dat er sprake is van de schijn van
belangenverstrengeling omdat zij in deze wijk woont. De rechtbank ziet
echter geen grond voor het oordeel dat de burgemeester het gebod van
onpartijdigheid zou hebben geschonden. De rechtbank heeft mede in
aanmerking genomen dat reeds in 1996 en dus geruime tijd voordat de
huidige burgemeester haar ambt heeft aanvaard, het gemeentebestuur aan
eisers op ondubbelzinnige wijze te verstaan heeft gegeven dat de
raamprostitutie in het Spijkerkwartier binnen een termijn van vijf
jaren moest worden beëindigd
Korte terugblik
De gemeente constateert dat zij met deze uitspraak tot nu toe alle
bodemprocedures in deze zaak heeft gewonnen. Dat betekent dat de het
bestuur van de stad een zorgvuldig en helder traject heeft gekozen om
uitvoering te geven aan het sluiten van de seksinrichtingen in het
Spijkerkwartier.
Al in september 2004 heeft de Raad van State in haar uitspraak bepaald
dat de vergunningen voor de exploitanten in het Spijkerkwartier
terecht zijn geweigerd en dat de raamprostitutie uit deze wijk moet
verdwijnen. Wel moest aandacht worden besteed aan de gang van zaken
rond de alternatieve locatie en, in samenhang daarmee, aan de vraag of
financiële compensatie aan de orde zou kunnen zijn.
Vervolgens heeft de commissie beroep en bezwaar bepaald dat de
seksinrichtingen in het Spijkerkwartier gesloten mogen worden zonder
dat er een alternatieve locatie is of een schadeprocedure hoeft te
worden afgewacht. Wel adviseerde deze commissie inzicht te geven in
het tijdsverloop van de ontwikkeling van de alternatieve locatie en
aan te geven op welke wijze een verzoek tot schadevergoeding zal
worden afgewikkeld. De gemeente heeft dit advies overgenomen en
verwerkt in het opnieuw genomen besluit tot bestuursdwang.
Alternatieve locatie
De Afdeling Rechtspraak van de Raad van State heeft indertijd aan één
onderdeel van het bestemmingsplan goedkeuring onthouden. Op grond
hiervan heeft het college van Arnhem een nieuw bestemmingsplan in
procedure gebracht . Daarin worden de bedrijfsdoeleinden in categorie
4 in een zone rond het prostitutiegebied omgezet in categorie 2.
Bovendien wordt overnachting binnen de bestemming prostitutie
uitgesloten. Het zal op zn vroegst tot maart 2006 duren alvorens dit
plan in werking kan treden. Gelet op deze lange termijn kan niet met
sluiting worden gewacht tot de alternatieve locatie gereed is. Dit is
geheel in de lijn van de uitspraak van de Raad van State.
Nadeelcompensatie
De vraag of de exploitanten aanspraak kunnen maken op
nadeelcompensatie zal pas beantwoord kunnen worden als zij bij de
gemeente een verzoek tot schadevergoeding indienen. De gemeente zal
dit dan vervolgens afhandelen volgens de regels die zijn opgenomen in
de Nadeelcompensatie verordening Arnhem 2003. Een onafhankelijke
commissie van externe deskundigen zal het gemeentebestuur vervolgens
adviseren over de vraag of de exploitanten in aanmerking komen voor
nadeelcompensatie en zo ja, op welk bedrag zij aanspraak kunnen maken.
De rechtbank in Arnhem vindt, gezien de uitspraak van vandaag, dat de
gemeente zorgvuldig heeft gehandeld.
Arnhem, 26 mei 2005
Gemeente Arnhem