De Nederlandse Bank
Speech directeur Brouwer 'Op weg naar maatschappelijk efficiënter
betalingsverkeer'
Speech
Datum leeg 27/05/2005
Locatie leeg Openbare Algemene Ledenvergadering van de NVB
´Betalingsverkeer: de spagaat´
Spreker leeg Drs. H. Brouwer, directeur van de Nederlandsche Bank
In deze speech schetst Brouwer hoe in de visie van DNB met een mix van
samenwerking en concurrentie het betalingsverkeer in Nederland nog
doelmatiger kan worden dan het al is. Eerst wordt stilgestaan bij het
bijzondere karakter van de betaalmarkt en bij efficiencyverbeteringen
die zijn opgetreden in vervolg op de aanbevelingen die DNB in 2002
deed in het kader van de Werkgroep Wellink. Ook staat Brouwer stil bij
Europese ontwikkelingen op het gebied van betalingsverkeer en bij de
rol die DNB in het kader van de efficiency kan spelen.
1. Een bijzondere markt
De betaalmarkt is geen gewone markt. Zo staat de totale marktomvang
grotendeels vast, het aantal betalingen is immers afhankelijk van het
aantal reële transacties. Bijzonder is ook de noodzaak tot
infrastructurele samenwerking tussen de aanbieders van betaalproducten
om er voor te zorgen dat hun klanten op veilige wijze kunnen betalen
én ontvangen. Verder vertonen betaaldiensten enige trekjes van
publieke goederen, terwijl de aanbieders meest commerciële
marktpartijen zijn. Bijzonder is zeker ook dat we te maken hebben met
een tweezijdige markt. Aanbieders bedienen bij één betaling twee
verschillende klanten: de koper en de verkoper van een goed of dienst.
In een tweezijdige markt komen alleen transacties tot stand als beide
zijden het betaalproduct willen gebruiken. Beide klanten maken een
afweging tussen kosten en baten bij hun keuze voor aanschaf en gebruik
van een betaalproduct. Waar in gewone markten de hoogte van de
kostprijs dé bepalende factor is voor die keuze, is in de tweezijdige
markt ook de prijsstructuur van invloed: de verdeling van de totale
prijs over beide zijden. Aanbieders trachten de meest prijsgevoelige
kant van de markt vaak met een laag tarief of zelfs met een beloning
te verleiden om het product te gebruiken, terwijl de minst
prijsgevoelige kant een relatief hoog tarief betaalt. Gevolg is dat
kosten en individuele tarieven aan een afzonderlijke kant van de markt
niet in de juiste economische verhouding lijken te staan. Maar in een
tweezijdige markt gaat het er om hoe de totale prijs zich verhoudt tot
de kosten. Bovendien betekent dit dat meer concurrentie tussen de
aanbieders niet noodzakelijkerwijs de meest efficiënte marktresultaten
oplevert. De reden is dat het effect op de prijsstructuur niet op
voorhand duidelijk is.
2. Aanbevelingen DNB bij Werkgroep Wellink
In 2002 heeft DNB aanbevelingen gedaan om de transparantie en
maatschappelijke efficiency van een op zich goed werkend
betalingsverkeer te verbeteren. We deden dit op basis van de
resultaten van het onderzoek van de Werkgroep Wellink. Belangrijke
aanbevelingen waren: decentrale aanspreekpunten voor het gehele pin-
en chipproduct en het benoemen van onafhankelijke deskundigen in de
Raad van Commissarissen van Interpay, meer keuzemogelijkheid voor
consumenten ten aanzien van de tariefstructuur, instelling van een
maatschappelijk overleg, en onderzoek naar de maatschappelijke kosten
van het betalingsverkeer. Bovendien hebben we bij publicatie van de
aanbevelingen aangekondigd zelf onderzoek in te stellen naar mogelijke
verbeteringen in de chartale infrastructuur, waar DNB zelf marktspeler
is.
3. Meer openheid
Waar staan we nu? Drie jaar later lijkt de weg naar grotere openheid
te zijn ingezet. De pin- en chipcontracten zijn overgeheveld naar de
banken. De afnemers hebben de keuze uit meerdere aanbieders en
onderhandelen met individuele banken. Bovendien hebben de banken, in
de geest van de aanbevelingen, nog een verandering in het marktmodel
aangebracht: de overheveling van het eigendom en beheer van een aantal
interbancaire producten van Interpay naar een aparte organisatie
Currence, tot voor kort B&L geheten. Ook dit kan meer duidelijkheid en
marktwerking scheppen. Bovendien zijn zowel in de Raad van
Commissarissen van Interpay als van Currence externe deskundigen
benoemd.
Het Maatschappelijke Overleg Betalingsverkeer bestaat nu ruim 2 jaar.
Gisteren nog mocht ik de zesde bijeenkomst voorzitten. Volgens een
recente evaluatie functioneert het naar tevredenheid van de
deelnemende partijen. Een bijdrage van het MOB aan de maatschappelijke
efficiency is onder meer de invoering van de afrondingsregel die het
gebruik van de 1 en 2 centen en daarmee de kosten van bank en retailer
terugdringt. Een andere bijdrage is verhoging van inzicht in de
maatschappelijke kosten van het toonbankbetalingsverkeer op basis van
onderzoek dat partijen in het MOB gezamenlijk hebben uitgevoerd.
Dat onderzoek toont aan dat contant betalen duurder is dan pinnen en
chippen. Op basis hiervan kunnen we de maatschappelijke efficiency en
veiligheid verhogen door op grote schaal contante betalingen te
vervangen door elektronische. DNB als dief van eigen portemonnee?
Zouden we als DNB winstmaximalisatie nastreven, dan zouden we juist
liever het contante betalen stimuleren. Maar onze taak is een andere,
namelijk de goede werking van het betalingsverkeer te bevorderen. En
in dat kader zien we liever dat marktpartijen minder contant betalen.
Opvallend is dat consumenten en bedrijven volgens onderzoeken contant
betalen als het goedkoopste betaalproduct ervaren. Kennelijk krijgen
beide partijen niet de juiste signalen uit de markt. Dat kan beter,
bijvoorbeeld via goede prijsprikkels.
Dit brengt me op een aanbeveling van DNB die geen invoering heeft
gevonden: het naast de bestaande tariefstructuur voor consumenten
introduceren van een alternatieve structuur met prijsprikkels in ruil
voor hogere rente. De tijd was er niet rijp voor. Dat neemt niet weg
dat we nog altijd van mening zijn dat het invoeren van meer
prijsprikkels op de betaalmarkt een belangrijk middel kan zijn ter
verhoging van de maatschappelijke efficiency. Daarom gaan we als
onderdeel van een reorganisatie van de bankbiljettendistributie de
chartale tarieven die wij banken berekenen geleidelijk verhogen tot
het niveau van de werkelijke kosten. Maar tarifering is niet het enig
zaligmakende instrument op deze bijzondere markt. De weg naar hogere
maatschappelijke efficiency is in onze visie een brede.
4. De weg naar nog meer maatschappelijke efficiency
Die weg bestaat naar inzicht van DNB uit zes samenhangende elementen.
Ik geef toe dat hier en daar ook andere oplossingen mogelijk zijn dan
die ik nu ga noemen, maar beschouwt u ze als bouwstenen die het
overwegen waard zijn.
- Positieve prikkels: maak gebruik van efficiënte producten relatief
aantrekkelijk
Geef bijvoorbeeld korting bij chipgebruik, zoals in het openbaar
vervoer in Brabant waar een in de bus gekocht kaartje met chipknip de
helft goedkoper is dan met contanten. Of maak elektronisch betalen
zichtbaar sneller, bijvoorbeeld met aparte kassa's voor cash en
elektronisch. Wijs de klanten in de winkel op de voordelen van de
verschillende betaalproducten.
- Negatieve prikkels: maak het gebruik van inefficiënte
betaalproducten relatief duur
Maak bijvoorbeeld papieren betaalopdrachten en contante transacties
duurder dan elektronische. Maak de elektronische afstorting via pin en
chipknip voor de winkelier aantrekkelijker door de tarieven voor het
afstorten van contant geld op te hogen tot het niveau van de
werkelijke kosten. Een andere negatieve prikkel is consumenten kosten
te berekenen voor het opnemen van contant geld. In het buitenland zijn
daar genoeg voorbeelden van.
Vaak wordt verkondigd dat betalingsverkeer voor consumenten gratis
moet blijven. Van die beeldvorming moeten we af. Het is niet gratis
voor de consument, het is nooit gratis geweest. Hij of zij betaalt
bijvoorbeeld een jaarlijkse kaartbijdrage en derft rente op de
betaalrekening. Door niet per transactie te betalen vindt ook
subsidiëring plaats tussen de klanten onderling. Subsidiegevers zijn
de consumenten met een relatief beperkt gebruik van de infrastructuur
en met een relatief hoog saldo op de betaalrekening. En uiteindelijk
hoe je het ook wendt of keert, is het toch de consument die de
rekening van het betalingsverkeer betaalt linksom of rechtsom, is het
niet via rentederving dan wel in de eindprijzen van de goederen en
diensten
- Transparantere tariefstructuur
Transparantie van de maatschappelijke kosten, het serviceniveau en de
veiligheid draagt bij aan een geïnformeerde keuze van eindgebruikers
voor het voor hen meest efficiënte betaalmiddel.
Tegenover invoering van zichtbare, meer marktconforme
transactietarieven voor consumenten en toonbankinstellingen dienen ook
zichtbare voordelen te staan voor de gebruikers. Banken kunnen
compensatie bieden door verlaging van het jaartarief van de bankpassen
en/of door afbouw van de onzichtbare klantenkosten in de rentesfeer.
Ik denk hierbij aan afschaffing van valutering en verhoging van de
creditrente op de betaalrekening. Verminder de kruissubsidiëring en
maak de tariefstructuur transparanter!
- Productinnovatie
Naast veranderingen in het gebruik van de bestaande betaalproducten,
kunnen nieuwe, gemakkelijker betaalproducten de maatschappelijke
efficiency verder stimuleren. Hierbij denk ik aan producten ter
vergemakkelijking van internetbetalingen, aan elektronische
facturering & betaling en aan het vergemakkelijken van het
elektronisch betalen van kleine bedragen in winkels. Meer gemak van
elektronisch betalen zal het gebruik stimuleren.
- Vergroting vertrouwen marktpartijen
Transparantie kan alleen maar tot gedragsverandering leiden als alle
partijen zich constructief opstellen. Waar een wil is, is altijd een
weg. Het is belangrijk dat banken constructief en open met hun klanten
communiceren. Vooral over de kosten van contant geld en de voordelen
van elektronisch betalen: veiligheid en gemak. Het is belangrijk dat
alle gebruikers gaan inzien dat het betalingsverkeer niet gratis is,
dat het geen collectief goed is. Ook DNB kan hier in eigen publicaties
aan bijdragen. Het is ook van groot belang het wederzijdse vertrouwen
van de marktpartijen verder te bevorderen via gezamenlijk en
bilateraal overleg, seminars (zoals deze bijeenkomst), en via
onderzoeken.
- Concurrentie behouden en versterken
Het invoeren van marktconforme tarieven zal de marktwerking
bevorderen. Zeker als we erin slagen een tariefstructuur te ontwerpen
met de goede prijsprikkels ter sturing van gedrag, met verminderde
kruissubsidiëring in de rentesfeer en met voldoende kostendekking voor
aanbieders om de kwaliteit van de producten te garanderen of verhogen.
In die nieuwe tariefstructuur hoeven de tarieven bij toenemend gebruik
van efficiënte betaalmiddelen niet te stijgen omdat de rente daalt.
Bovendien zullen we beter toegerust zijn voor de integrerende Europese
markt die naar verwachting meer gebaseerd zal zijn op `cost based
pricing'.
5. De Europese weg
Want de geschetste weg moet niet stoppen aan de grens. Ofschoon de weg
naar maatschappelijke efficiency in het eurogebied nog in aanbouw is,
moeten we er wel voor waken nu niet nationaal wegen in te slaan die
straks in Europees verband niet blijken te sporen. We moeten voorkomen
in een Europese spagaat te raken.
De Economische en Monetaire Unie is de kroon op de gemeenschappelijke
markt, met vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en arbeid. Op
die markt moeten euro's tegen dezelfde tarieven en met hetzelfde gemak
kunnen stromen als het oude geld binnen de eigen landsgrenzen. Met de
bankbiljetten en munten lijkt dat gerealiseerd. Consumenten kunnen in
de geldautomaten van twaalf landen eurobiljetten opnemen, met
hetzelfde pasje en, dankzij een Verordening, tegen dezelfde tarieven
als in het binnenland. De eurobiljetten worden bovendien in het hele
gebied geaccepteerd. De gebruiksmogelijkheden van de girale
betaalmiddelen stoppen echter vaak aan de grens. Terecht vordert de
Europese Commissie marktpartijen nu haast te maken met de integratie
van de girale betaalmarkt. Zij schat de efficiencywinsten op minsten
50 miljoen euro. Ook de ECB en de nationale centrale banken van de
eurolanden, kortweg het Eurosysteem, onderschrijven het uitgangspunt
van uniforme eurobetalingen in het hele gebied.
Hoe ziet zo'n efficiënte eurobetaalmarkt eruit? Eenvoudig gesteld: aan
de voorkant zien we graag pan-Europese versies van de huidige
betaalproducten en aan de achterkant een grote mate van
interoperabiliteit tussen de euro-infrastructuren en -betaalsystemen,
uitmondend in pan-Europese betaalsystemen. Langs die weg kan het
huidige onderscheid tussen eurobetalingen in binnenland en buitenland
geleidelijk verdwijnen. Banken verenigd in de European Payments
Council hebben een `roadmap' opgesteld met het streven in 2008
Europese betaalproducten en in 2010 een Europese infrastructuur op te
leveren. Ook de uniforme euro betaalruimte is gediend met een gezonde
mix van samenwerking en concurrentie.
Infrastructurele samenwerking tussen banken, maar ook tussen banken en
hun klanten. Samenwerking bij het definiëren van pan-Europese product-
en veiligheidsstandaarden en om ervoor te zorgen dat de nationale
systemen met elkaar kunnen communiceren. Dat is geen sinecure. We
hebben dat als centrale banken ervaren bij het bouwen van TARGET. Dit
kun je naar onze visie het beste aan de marktpartijen overlaten. Zij
beseffen als geen ander dat het veel inzet en investeringen vergt om
Europees een eenvormige structuur te ontwikkelen zoals we die
nationaal hebben. We zullen hier als centrale banken in het
Eurosysteem vanuit onze wettelijke taken wel op toezien en waar nodig
onze visie kenbaar maken en helpen knelpunten op te lossen.
De Europese Commissie heeft goede uitgangspunten geformuleerd voor de
werking van de uniforme betaalmarkt: enerzijds ter stimulering van de
concurrentie interoperabiliteit van betaalsystemen en anderzijds ter
bevordering van de juiste keuzes transparante tarifering van
betaaldiensten op basis van de werkelijke kosten. U begrijpt dat ik
die van harte onderschrijf.
Ook is van belang op Europees niveau te zorgen voor goed beheer van de
productvoorwaarden. Nederland is met de oprichting van Currence
voorloper in Europa. Loskoppeling van beheer en verwerking van
betaalproducten verhoogt de internatonale bewegingsvrijheid van
Interpay als verwerker van betalingsverkeer. Zou Interpay een
pan-Europese speler worden, dan kan dat voor Nederlandse banken het
voordeel hebben dat er relatief weinig hoeft te veranderen.
Bij het gebruik van pan-Europese producten zullen landen concessies
moeten doen. Nederland kent nu een ook in internationale
vergelijkingen efficiënt betalingsverkeer, gezien de kwaliteit van
producten en verwerking. Het is niet de bedoeling dat we op de
Europese weg teveel efficiency inleveren. Wat DNB betreft moet het
uitgangspunt bij het construeren van de Europese betaalmarkt zijn dat
de producten minimaal het niveau van het huidige `best presterende'
land krijgen, zodat voldoende Europeanen de producten gebruiken.
En ten slotte is juist op die Europese betaalmarkt goede
informatie-uitwisseling en communicatie tussen de marktpartijen van
belang. Het gaat om inzet van alle stakeholders, ook van de gebruikers
en wel aan beide zijden van de markt. Op Europees niveau, maar ook op
nationaal niveau om in een vroeg stadium nationale marktpartijen te
informeren en te stimuleren tot gebruik van pan-Europese
betaalproducten. Zo houden we in Nederland op 20 juni aanstaande in
MOB-verband een seminar over de weg naar de eurobetaalruimte.
6. Rol DNB
Ik ga afronden. De rol van DNB in de bevordering van de efficiëntie in
het retailbetalingsverkeer is tweeledig. Operationeel kunnen we zorgen
voor een actieve bijdrage in het verder stroomlijnen van de chartale
distributie. Ook Europees. DNB is verder onverminderd bereid als
katalysator van het maatschappelijke overleg op te treden en waar
nuttig gezamenlijk onderzoek te entameren en uit te voeren. Bovendien
zal DNB in de externe communicatie haar visie en het nut van de
voorgestane veranderingen uitdragen om de maatschappelijke partijen zo
goed mogelijk te informeren, over nationale en internationale
ontwikkelingen. Een betaalmarkt met goed geïnformeerde spelers, met
behoud van een gezonde mix van samenwerking en concurrentie en met
constructief overleg over punten van maatschappelijke veiligheid en
efficiency, zal de welvaart het meest dienen.
Deze weg inslaand, voorspel ik dat we van `de Balans' van vorig jaar
via `de Spagaat' van vandaag uitkomen bij `de Brug' van
morgen.
Ik dank u voor uw aandacht.
[s?Speech_directeur_Brouwer_'Op_weg_naar_maatschappelijk_effici%C3%ABn
ter_betalingsverkeer'] leeg