Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Azië en Oceanië
Afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
27 mei 2005
Behandeld
H.J. Kouwen
Kenmerk
DAO-0395/05
Telefoon
070-348 6394
Blad
1/1
Fax
070-348 5323
Bijlage(n)
Jetty.kouwen@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van het lid Herben over hulpgoederen die niet terechtkomen bij de slachtoffers van de tsunami
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Herben over hulpgoederen die niet terechtkomen bij de slachtoffers van de tsunami. Deze vragen werden ingezonden op 28 april 2005 met kenmerk 2040513890.
De Minister De Minister
van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,
Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, en mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Herben (LPF) over hulpgoederen die niet terechtkomen bij de slachtoffers van de tsunami.
Vraag 1
Kent u het bericht dat bij benadering 2000 containers met hulpgoederen en 100 voertuigen al enkele maanden worden tegengehouden door de douaneautoriteiten van Indonesië en Sri Lanka? 1) Klopt dit bericht? Bevinden zich hieronder ook Nederlandse of door Nederland gefinancierde containers en/of voertuigen? Zo ja, hoeveel?
Antwoord
Zowel de Jakarta Post als Elsevier hebben op 26 april jongstleden melding gemaakt van problemen bij het inklaren van hulpgoederen in de haven van Medan, Noord-Sumatra. In Medan zou het gaan om ruim 1440 containers. Naar verluidt, wachtten eind april ook in de haven van de Srilankaanse hoofdstad Colombo enkele honderden containers met hulpgoederen op inklaring. Het is niet onmogelijk dat zich hieronder ook door Nederland gefinancierde goederen of hulpzendingen van Nederlandse organisaties hebben bevonden. Bij de Nederlandse ambassades in Jakarta en Colombo zijn hierover echter geen meldingen binnengekomen. Hoewel er duidelijk sprake is van vertraging in de doorvoer van hulpgoederen (zie ook antwoord op vraag 2), kon een exacte bevestiging van de door Jakarta Post en Elsevier genoemde aantallen niet worden verkregen.
Vraag 2
Waaruit bestaan de problemen met het papierwerk, als gevolg waarvan de hulpgoederen nog steeds niet op de plaats van bestemming zijn aangekomen? Gaat u contact opnemen met de regeringen van Indonesië en Sri Lanka om te zorgen dat de hulpgoederen alsnog op zo kort mogelijke termijn worden doorgezonden naar de slachtoffers van de tsunami?
Antwoord
In Medan, Indonesië, is de stagnatie in de haven te herleiden tot onvolledige vergunningen, bureaucratische barrières en een gebrek aan logistieke capaciteit. Het onlangs opgerichte implementatie agentschap voor de rehabilitatie en reconstructie van Atjeh (BAPEL) heeft inmiddels aan de Nederlandse ambassade in Jakarta gemeld dat het successen boekt bij het wegwerken van de achterstallige doorvoer.
In Sri Lanka wordt de instroom van humanitaire hulp zorgvuldig gecontroleerd na de geconstateerde invoer van onbruikbare hulpgoederen en commerciële goederen onder
het mom van tsunami-hulp. In combinatie met de ook hier beperkte capaciteit leidt dit tot vertragingen. De Srilankaanse autoriteiten zijn extra alert na berichten als zouden hulpgoederen zonder invoerheffing op lokale markten zijn gesignaleerd en wapens zijn aangetroffen in containers met hulpgoederen.
Vraag 3
Is hier sprake van een betreurenswaardig incident of gebeurt dit - onnodig - tegenhouden van hulpgoederen wel vaker bij internationale hulpacties als deze? Zo ja, op welke wijze gaat u proberen dit in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen?
Antwoord
Bureaucratische problemen bij de inklaring van goederen voor humanitaire hulp hebben zich ook in het verleden af en toe voorgedaan. Als het hulpzendingen van Nederlandse organisaties betreft, bemiddelt de Nederlandse vertegenwoordiging ter plaatse doorgaans succesvol bij afhandeling van de formaliteiten. Zoals in het antwoord op vraag 2 beschreven, houdt de Nederlandse vertegenwoordiging in ieder geval nauw contact met de lokale autoriteiten. Op basis daarvan probeert zij Nederlandse hulporganisaties zo goed mogelijk te informeren over de situatie en de geldende regelgeving ter plaatse. Ook in de toekomst zal Nederland zich in dergelijke situaties blijven beijveren voor een spoedige oplossing van de problemen. In de door de tsunami getroffen landen worden de problemen overigens ook veroorzaakt door de massaliteit van de hulp.
1) www.elsevier.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken