De Europese Grondwet verdient een progressieve voorstem
27 mei 2005
PvdA en GroenLinks vinden dat de Grondwet een progressieve voorstem verdient. De Grondwet draagt bij aan een Europa dat meer kansen biedt op progressieve politiek, aldus PvdA en Groen Links.Zij worden daarin gesteund door vertegenwoordigers van diverse maatschappelijke organisaties.
Beide partijen delen de terechte zorgen van veel mensen over het huidige Europa, maar menen dat die problemen op tal van punten beter met dan zonder de Grondwet kunnen worden oplost. Soms zijn het heel bescheiden stapjes vooruit, maar in ieder geval altijd in de goede richting.
Het pleidooi voor een progessieve voorstem is ondertekend door Wouter Bos (fractievoorzitter PvdA), Femke Halsema (fractievoorzitter GroenLinks), Max van den Berg (fractievoorzitter PvdA Europees Parlement), Kathalijne Buitenweg (fractievoorzitter GroenLinks Europees Parlement) , Lodewijk de Waal (oud voorzitter FNV), Agnes Jongerius (voorzitter FNV), Mirjam de Rijk (Algemeen directeur Natuur en Milieu), Sylvia Borren (Algemeen directeur Novib), Harry van den Bergh (voorzitter Vluchtelingenwerk Nederland), Marijke van Grafhorst (Voorzitter IKV), Arie van den Brand (voorzitter Biologica), Joan Ferrier (directeur E-quality), René Grotenhuis (directeur Cordaid) en Henny Helmich (directeur NCDO).
Hieronder treft u het pleidooi aan.
De Europese Grondwet verdient een progressieve voorstem
De Nederlandse kiezer bepaalt op 1 juni of ons land de Europese Grondwet steunt. In de afgelopen weken is ons gebleken dat niet alleen de tegenstanders oneigenlijke argumenten in de strijd gooien, maar ook sommige voorstanders. Zo toonde een aantal kabinetsleden hun onmacht door te grijpen naar oorlogs- en crisistaal. Dat is volgens ons niet de manier om kiezers, van wie velen zich toch al zorgen maken over Europa, over de streep te trekken. Op 1 juni gaat het niet over of je voor of tegen Europa bent. Grote woorden alsof het om een keus tussen oorlog en vrede, welvaart of teloorgang zou gaan zijn net zo misplaatst als opgeroepen angstbeelden over een superstaat, een dictaat van grote landen of een verlies van Nederlandse identiteit. Het gaat uiteindelijk heel simpel om maar één vraag. In de Grondwet worden een aantal nieuwe verdragsbepalingen voorgesteld: zijn we daar als Nederland in Europa per saldo beter of slechter mee af?
Om mensen bij die vraag betrokken te krijgen, zullen we moeten beginnen bij de zorgen die veel mensen terecht over Europa hebben. Veel van die zorgen hebben eigenlijk niet zo veel met die Grondwet te maken. De toetreding van Turkije, de dure euro, het geldverkwistende verhuiscircus van het Europarlement; het zijn zorgen die wij begrijpen, waar we de komende jaren mee aan de slag willen, maar die met een tegenstem in ieder geval geen stap dichter bij een oplossing komen.
Maar voor een aantal andere zorgen die burgers wat ons betreft terecht hebben, biedt de Grondwet wel degelijk kansen om stappen richting oplossingen te zetten. Terecht willen zij een Europa dat beter presteert en de burger meer bescherming biedt. Terecht willen zij een Europa dat voor meer banen, een beter milieu en meer democratie zorgt. Een Europa dat een grotere bijdrage levert aan mondiale veiligheid, eerlijke handel en armoedebestrijding. Op al deze punten kunnen we problemen aantoonbaar beter met dan zonder de Grondwet oplossen. Soms zijn het heel bescheiden stapjes vooruit, maar in ieder geval altijd in de goede richting.
Vakbonden, maatschappelijke organisaties en progressieve politieke partijen hebben ervoor gezorgd dat de Grondwet de sociale markteconomie, volledige werkgelegenheid, duurzame ontwikkeling en een mondiaal vredes- en veiligheidsbeleid tot hoofddoelen van de Europese integratie promoveert. Dit is een bekroning van de jarenlange strijd die wij gevoerd hebben voor meer sociale rechten, een beter milieu en een eigen Europese rol bij conflictbeheersing. Stapje voor stapje hebben we daardoor een beter evenwicht kunnen creëren in een Europa dat sinds 1957 vooral in het teken van de vrije markt stond. Het Europese sociale model, dat steunt op solidariteit en duurzame ontwikkeling, is nu stevig verankerd in de Europese Grondwet.
De Grondwet is een volgende stap in de strijd van linkse en progressieve organisaties en partijen. Met die Grondwet slaan we zelfs een dubbelslag, doordat zij een scharnier is tussen het verleden en de toekomst. Aan de ene kant legt zij waarden vast waarvoor vakbonden en andere organisaties zich decennia lang hebben ingezet. De bijzondere rol van de sociale partners en de noodzaak van een zelfstandige sociale dialoog worden erkend. Bovendien geeft de Grondwet de lidstaten de mogelijkheid publieke diensten ook echt publiek en buiten de markt te houden. Daarnaast vormt de Grondwet het fundament voor een betere democratische besluitvorming, waardoor we deze waarden de komende jaren handen en voeten kunnen geven. Wie nee zegt tegen de Grondwet, kiest er voor om het Europa van 25 landen door te laten modderen met de besluitvormingsmechanismen van het Europa van 15.
Tamelijk revolutionair is de opname van het Handvest van de Grondrechten als deel II van de Grondwet. Hierdoor wordt deze uitgebreide opsomming van klassieke en sociale grondrechten bindend. De EU wordt verplicht deze rechten bij al haar handelen te eerbiedigen. Het Handvest omvat zowel nieuwe rechten die tot nu toe in geen enkel internationaal verdrag zijn vastgelegd, zoals het recht op behoorlijk bestuur en het verbod op discriminatie naar seksuele voorkeur, als bestaande rechten waaraan nationale overheden reeds gebonden zijn maar die in de praktijk onder druk staan, zoals het recht op privacy en op asiel. De Grondwet geeft burgers en vreemdelingen meer mogelijkheden om zich bij de rechter te verweren tegen een te opdringerige of juist nalatige Europese overheid.
Ook natuur, milieu en dierenwelzijn zijn gebaat bij deze Grondwet. Zij behoudt de sterke bepalingen uit de bestaande verdragen, zoals het voorzorgsbeginsel en de vervuiler betaalt. Op grond daarvan heeft Brussel in de afgelopen jaren een milieubeleid ontwikkeld dat aanmerkelijk ambitieuzer is dan dat van de nationale regeringen. Zie bijvoorbeeld de Europese voorschriften voor schone lucht, die een grondige aanpak vormen van een bij uitstek grensoverschrijdend probleem. In de Grondwet wordt de cruciale rol van Europa bij het aanpakken van milieuproblemen bevestigd en verder uitgewerkt. Bovendien komen landbouw en visserij eindelijk onder de controle van het Europees Parlement. Dat schept nieuwe kansen voor de hoognodige vergroening van deze beleidsterreinen. Ook de nieuwe artikelen over dierenwelzijn en duurzame energie verplichten de Europese instellingen tot een grotere inzet.
We kunnen beter controleren of Europa zich aan deze beloften houdt, want volgens de Grondwet moeten alle wetten in het openbaar worden gemaakt. Dankzij het nieuwe burgerinitiatief kunnen de beschermers van natuur, milieu en dieren, maar ook vakbonden en andere organisaties, de Europese Commissie sterker onder druk zetten om betere wetgeving voor te stellen.
De Grondwet verplicht de landen van de EU meer dan ooit samen te werken aan een veiliger wereld. Het vredesproject Europa kan zich zo beter manifesteren als vredeskracht in conflictgebieden. Als grootste handelsblok ter wereld mag Europa niet langer wegduiken voor haar verantwoordelijkheden. We kunnen de veiligheid van mensen binnen en buiten Europa niet alleen overlaten aan de VS. Diplomatie, ontwikkelingssamenwerking, eerlijker handel en de ontwikkeling van de internationale rechtsorde staan voorop in de Grondwet. Militaire middelen mag de EU alleen inzetten als de Verenigde Naties deze inzet goedkeuren of erom vragen. Het voorkomen van conflicten wordt juist de hoofdtaak van de nieuwe Europese minister van Buitenlandse Zaken. De Grondwet stelt de EU in staat om meer weerwerk te bieden aan grootmachten zoals de VS en China.
De Grondwet zet dus een aantal stappen in de goede richting. Niet meer en niet minder. Als het geheel en alleen aan progressief Europa had gelegen, had het document er anders uitgezien. Bij sommigen leeft de gedachte dat een tegenstem de weg vrij maakt voor een beter onderhandelingsresultaat. Als dat zo zou zijn, zouden wij ook tegen de Grondwet stemmen. Maar het gaat nu eenmaal om een compromis tussen 25 landen. Als we met dat gegeven in ons achterhoofd aan het einde van de dag onze knopen tellen, is er toch opmerkelijk veel vooruitgang geboekt ten opzichte van de huidige situatie. Geen revolutie, maar genoeg stappen in de richting van een Europa waarin progressieve mensen zich thuis kunnen voelen. Een Europa dat meer kansen biedt op progressieve politiek.
Wouter Bos (fractievoorzitter PvdA Tweede Kamer)
Femke Halsema (fractievoorzitter GroenLinks Tweede Kamer)
Max van den Berg (fractievoorzitter PvdA Europees Parlement)
Kathalijne Buitenweg (fractievoorzitter GroenLinks Europees Parlement)
Lodewijk de Waal (oud voorzitter FNV)
Agnes Jongerius (voorzitter FNV)
Mirjam de Rijk (Algemeen directeur Natuur en Milieu)
Sylvia Borren (Algemeen directeur Novib)
Harry van den Bergh (voorzitter Vluchtelingenwerk Nederland)
Marijke van Grafhorst (Voorzitter IKV)
Arie van den Brand (voorzitter Biologica)
Joan Ferrier (directeur E-quality)
René Grotenhuis (Cordaid)
Henny Helmich (NCDO)
GroenLinks