Stadspartij Nieuwegein
Veiligheid rond scholen
Tijdens de raadsvergadering van 24 september 2004 heeft de fractie van
Stadspartij PGN aangekondigd te zullen komen met een notitie met als
thema "Veiligheid rond scholen". In april 2005 werd de eerste
deelnotitie over verkeersveiligheid uitgebracht. Als vervolg hierop is
door de fractie van Stadspartij PGN op 26 mei een tweede deelnotitie,
met als thema "Sociale veiligheid rond scholen", aangeboden aan de
leden van de raadscommissie SOC. Aan de voorzitter van de
raadscommissie is gevraagd de notitie te agenderen voor een volgende
vergadering van de commissie SOC. Tijdens deze vergadering wil de
fractie van Stadspartij PGN met de leden van de commissie discussiëren
over dit onderwerp.
In de notitie worden een aantal aanbevelingen gedaan om de sociale
veiligheid rond scholen, zowel in het basisonderwijs als het
voortgezet onderwijs, te verbeteren.
Aangezien veiligheid rond scholen meer aspecten bevat dan
verkeersveiligheid en sociale veiligheid is de fractie van Stadspartij
PGN van plan om binnen afzienbare tijd met een afsluitende derde
notitie rond dit thema te komen. In de vervolg notitie zullen zaken
zoals brandveiligheid en arbo-eisen aan de orde komen.
De tweede deelnotitie is hieronder integraal weergegeven.
---
deelnotitie 2:
Sociale veiligheid rond scholen
mei 2005
Tijdens de raadsvergadering van 24 september 2004 heeft de fractie van
Stadspartij PGN aangekondigd te komen met een notitie over de
veiligheid rond scholen.
Veiligheid rond scholen speelt niet alleen bij basisscholen, maar ook
bij scholen voor het voortgezet onderwijs. Veiligheid rond scholen is
een breed thema met verschillende onderdelen:
* verkeersveiligheid;
* sociale veiligheid;
* brandveiligheid;
* arbo-eisen.
In deze tweede deelnotitie gaan wij in op de: Sociale veiligheid rond
scholen.
Deze notitie wordt, behalve aan de gemeenteraad en de raadscommissie
SOC, ook aangeboden aan de directies en ouderraden van de Nieuwegeinse
scholen zodat zij, middels inspraak in de raadscommissie, kunnen
deelnemen aan het debat over dit belangrijke onderwerp.
---
Sociale veiligheid rond scholen
In deze tweede notitie komen de volgende onderwerpen aan de orde:
* Sociale veiligheid
* (Zinloos) geweld
* Vandalisme
De verantwoordelijkheid van de school voor een kind begint officieel
op het tijdstip dat de school opengaat en eindigt als de school
dichtgaat. De school kan opengaan als de lessen beginnen, maar ook
eerder als de school heeft bepaald dat leerlingen eerder naar binnen
kunnen. De school gaat dicht aan het einde van de lessen of als de
deuren echt worden gesloten.
Nadrukkelijk willen wij aangeven met deze notitie niet in de autonomie
van de diverse scholen (en hun besturen) te willen treden. Bij deze
vormen van veiligheid heeft de gemeente naast dat wat al wettelijk is
geregeld vooral een stimulerende rol.
Scholen voor primair (basis) en voortgezet onderwijs zijn verplicht
een plan op te stellen voor veiligheid, gezondheid en milieu, ook wel
veiligheidsplan genoemd. Hierin staat zowel de fysieke als de sociale
veiligheid beschreven. Fysieke veiligheid gaat onder andere om veilige
speeltoestellen, een brandalarm en het voorkomen van losliggende
traptreden. Bij sociale veiligheid kunt u denken aan het voorkomen van
pesten, seksuele intimidatie, geweld en discriminatie.
In een veiligheidsplan kunnen scholen de aanstelling van een
vertrouwenspersoon regelen, een klachtenprocedure beschrijven en een
klachtencommissie opzetten. Scholen zijn verplicht een
klachtenregeling in te stellen.
Voor ouders en leerlingen is het belangrijk te weten wat de school
doet op het gebied van veiligheid. De school is verplicht ouders en
leerlingen hierover te informeren.
Daarnaast kunnen ouders en leerlingen via de medezeggenschapsraad, de
ouderraad of de leerlingenraad nauw worden betrokken bij het
veiligheidsbeleid van de school en een actieve rol spelen bij de
uitvoering van de veiligheidsplannen. Ouders zouden een kopie van het
(school)veiligheidsplan moeten ontvangen.
De gemeenten helpen ook mee, in de vorm van afspraken met de
wijkpolitie, het buurthuis en het jongerenwerk. De gemeente zorgt
tevens voor voorzieningen in de buurt van de school die de omgeving
veiliger maken.
Sociale veiligheid
Hoe ziet een sociaal veilige school eruit?
Op een veilige school voelen leerlingen zich thuis. Ze komen graag
naar school en voelen zich serieus genomen door de leraren. Leerlingen
op een sociaal veilige school pesten niet, en dragen vanzelfsprekend
geen wapens bij zich. De school tolereert geen discriminatie en
seksuele intimidatie. De school heeft een vertrouwenspersoon, er zijn
een klachtenregeling en een leerlingenstatuut. Daarnaast besluiten
veel scholen om een pestprotocol op te stellen. Ook werken scholen
vaak samen met politie, justitie en jeugdzorg. De school gaat bestaand
sociaal onveilig gedrag tegen, maar voorkomt dat gedrag ook door een
actieve, positieve stimulering van sociaal gedrag. Denk daarbij
bijvoorbeeld aan het invoeren van gedragsregels waar leerlingen,
ouders, schoolleiders en leraren het over eens zijn geworden, en aan
onderwijs dat is afgestemd op de wensen en mogelijkheden van
individuele leerlingen. Hierdoor ontstaat een veilig klimaat
waarbinnen de school problemen al in een vroeg stadium kan onderkennen
en daarop kan reageren.
Het veiligheidsbeleid van een school is niet alleen bedoeld om
leerlingen een veilige plek te bieden. Ook leraren (en ander
personeel) hebben vanzelfsprekend recht op een veilige omgeving.
Geweld tegen leraren is ontoelaatbaar. Scholen, leraren, ouders en de
overheid moeten dat met elkaar duidelijk maken.
Hoe bereikt een school sociale veiligheid?
De verantwoordelijkheid voor een veilig schoolklimaat ligt primair bij
de school zelf. Zij moeten zorgen voor een veilige (leer)omgeving voor
personeel en leerlingen. Hoe scholen dat doen, bepalen ze zelf.
Belangrijk is dat veiligheid een vaste plek krijgt in het
schoolbeleid. Wettelijke maatregelen zijn een sluitstuk op het
veiligheidsbeleid dat de school voert. De onderwijsinspectie ziet toe
op de naleving van de wettelijke regels.
De meeste scholen voor primair en voortgezet onderwijs verantwoorden
zich in de schoolgids over hun veiligheidsbeleid. Instellingen voor
beroepsonderwijs en volwasseneneducatie doen dat bijvoorbeeld in hun
jaarverslag. Overigens moeten scholen net als andere bedrijven een
veiligheidsplan hebben op grond van de Arbo-wet. Dat plan gaat niet
alleen over fysieke, maar ook over sociale veiligheid.
Zinloos geweld
Wat kan een school doen tegen pesten?
Op een veilige school pesten leerlingen niet. Als het toch gebeurt
zijn er zowel voor scholen, leerlingen als ouders en verzorgers
verschillende mogelijkheden om er iets tegen te doen. De sites
www.pestweb.nl en www.pesten.net zijn daarbij nuttig hulpmiddelen.
Wapens op school, wat kan een school daartegen doen?
Een aantal scholen in Nederland heeft veiligheidsconvenanten met de
politie gesloten. In sommige gemeenten (bijvoorbeeld Amsterdam) zijn
wapencontroles op scholen (als onderdeel van de campagne "De veilige
school") al jaren aan de orde. Voor een dergelijke wapencontrole hoeft
geen directe aanleiding te bestaan. Meestal is er een speciaal
politieteam dat de scholen bezoekt.
De straffen die betrapte leerlingen krijgen, variëren van corvee op
school tot daadwerkelijke strafvervolging.
Wetten en regels
Op 28 juli 1999 is de wetswijziging Bestrijding van seksueel misbruik
en seksuele intimidatie in het onderwijs in werking getreden. Deze
wetgeving geldt voor de onderwijssectoren PO, VO en BVE.
De wet bevat een aangifteplicht voor het bevoegd gezag (schoolbestuur)
en een meldplicht voor het personeel bij een zedenmisdrijf. Het gaat
in de wet om strafbare vormen van seksuele intimidatie en seksueel
misbruik: zedenmisdrijven, zoals ontucht, aanranding en verkrachting,
gepleegd door een medewerker van de onderwijsinstelling jegens een
minderjarige leerling.
Schoolbesturen die vermoeden dat er sprake is van een geval van
ontucht met een minderjarige leerling door een personeelslid, moeten
contact opnemen met een vertrouwensinspecteur. Als uit overleg met de
vertrouwensinspecteur blijkt dat het een redelijk vermoeden betreft
moet het schoolbestuur aangifte doen bij Justitie. Voorafgaand aan de
aangifte, moet de school aan de ouders van desbetreffende leerling en
aan de (mogelijke) dader melden dat tot aangifte wordt overgegaan. Om
de drempel om een vertrouwensinspecteur in te schakelen zo laag
mogelijk te houden, heeft deze zelf geen aangifteplicht.)
Het personeelslid dat weet heeft van een seksueel misdrijf heeft een
meldingsplicht richting schoolbestuur.
De brochure Seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het
onderwijs: Meldplicht en aangifteplicht, licht de wetgeving verder
toe.
Hoe gaat een school om met seksuele intimidatie?
OCenW was al vóór de opzet van de campagne De veilige school bezig met
de preventie van seksuele intimidatie. De uitvoering was (en is nog
steeds) opgedragen aan PPSI (Project Preventie Seksuele Intimidatie),
onderdeel van het transferpunt van APS. PPSI geeft scholen,
leerkrachten, ouderraden etc. informatie, advies en handreikingen over
het opzetten van een klachtenregeling, het ontwikkelen van profielen
voor vertrouwenspersonen, vertrouwensleerlingen en/of
klachtencommissies. PPSI ontwikkelde ook een protocol voor scholen ter
preventie en bestrijding van seksuele intimidatie, en informatiebladen
over de preventie en aanpak van ongewenste omgangsvormen binnen
scholen.
Vredesstichter
Waarom Peacemaker?
Jongeren komen regelmatig in situaties terecht waarin sprake is van
geweld, agressie en pesten. Iedere jongere wordt hiermee
geconfronteerd in de rol van dader, slachtoffer of toeschouwer. Vaak
hebben zij hier geen antwoord op omdat zij onvoldoende zijn
voorbereid. De schade echter die wordt berokkend door deze ervaringen
is groot en kan de ontwikkeling en het gedrag van deze jongeren
blijvend beïnvloeden. De school speelt hierin een belangrijke rol:
enerzijds als plaats van samenkomst en anderzijds als
beïnvloeder/opvoeder. Het geweld op scholen neemt ieder jaar toe, de
druk op de schoolleiding en leerkrachten neemt toe om deze
problematiek aan te pakken.
Kan het ook anders?
Jongeren zijn ook zelf in staat om hun problemen op te lossen bij
pesterijen, ruzies en conflicten, wanneer hun eigen potentiële leiders
laten zien dat het zo niet hoeft en ook anders kan. Op deze manier
worden conflicten voorkomen in plaats van achteraf opgelost. Veel
conflicten blijven verborgen voor de schoolleiding. De uitstraling van
deze aanpak leidt uiteindelijk tot een beter leefklimaat op school,
vanuit de leerlingen!
Het programma traint jongeren om conflicten op een opbouwende manier
op te lossen en op die manier een voorbeeld te zijn voor anderen. Zo
worden zij Peacemakers. Tevens worden hun docenten begeleid om een
ondersteunende en stimulerende omgeving te kunnen bieden.
Het programma onderscheidt zich van andere mediation-achtige
trainingen door niet alleen het conflict te stoppen, maar ook
constructief aan vrede en vriendschap te werken.
Voorbeeld van een project in Duiven
Oostdam, afdelingsdirecteur bij het Candea College in Duiven is in zee
gegaan met de Stichting Peacemaker om zijn leerlingen op te leiden tot
Peacemakers. In januari zijn de eerste twee groepen gestart. Tijdens
een screening van leerlingen zijn twee groepen geselecteerd die
training volgen. De eerste ervaringen van de leerlingen zijn
positief.De intentie van de heer Oostdam is om uiteindelijk zoveel
mogelijk jongeren op het Candea College de kans te geven deze training
te volgen.
Vandalisme
Scholen hebben ook in Nieuwegein helaas regelmatig te kampen met
vandalisme. De schade door vandalisme is vaak groot en heeft ook
directe invloed op de hoogte van de verzekeringspremie.
Vraag is of fysieke afsluiting van schoolpleinen voldoende effect
heeft. Nadeel is dat een dergelijk plein aan de openbare ruimte wordt
onttrokken.