Persberichten
Den Haag / Parket Generaal, 26 mei 2005
OM weet goed om te gaan met toename strafzaken
Meer zaken, betere productie en kortere doorlooptijden
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in 2004 de afhandeling
van het aantal strafzaken wederom weten te verbeteren. Ten
opzichte van 2001 heeft het OM 37.000 rechtbankzaken meer
ingenomen dan in 2004. De toename van de instroom is door
het OM volledig verwerkt. Vorig jaar zijn de
doorlooptijden van strafzaken (opnieuw) korter geworden en
dat geldt zeker voor jeugdzaken. Bij deze zaken wordt ruim
70 procent binnen een half jaar afgedaan (2000: 48 %). De
ontwikkelingen in 2004 hebben dan ook bijgedragen aan een
versterking van de strafrechtelijke handhaving zoals
afgesproken in het Veiligheidsprogramma. Ondanks een
lopende reorganisatie bij het OM is de organisatie in
staat om meer verdachten op te sporen en ze te
confronteren met een passende justitiële reactie.
Jaarbericht 2004
Meer drugs, geweld en jeugd
Ten opzichte van 2003 is de instroom van het aantal
drugsdelicten vorig jaar met een kwart toegenomen (21.100
rechtbankzaken). Verder is het aantal zaken met geweld
tegen personen met twaalf procent gestegen. Ook de
vernielingen en openbare ordezaken vertonen een
substantiële stijging (+ 8%). De toename van het aantal
drugsdelicten is mede te verklaren vanuit 'de
Schipholproblematiek', maar ook vanwege een actief beleid
rondom het oprollen van hennepplantages. De cijfers laten
zien dat politie en OM meer hebben geïnvesteerd in het
aanhouden en vervolgen van degenen die zich aan geweld
schuldig maken. Het aantal zaken waar jongeren bij zijn
betrokken is de afgelopen vijf jaar met bijna een kwart
gestegen (2004: 33.000 rechtbankzaken). Het OM heeft vorig
jaar dan ook veel energie gestoken in een daadwerkelijke
justitiële reactie voor jeugdigen (in 90% van alle
gevallen) en de versnelling van de doorlooptijden.
Terrorisme en handhaving van de kleine norm
In 2004 is veel aandacht uitgegaan naar terroristische
dreiging en de aanpak van daarmee samenhangende
activiteiten; er zijn zeventien onderzoeken naar
terrorisme ingesteld. De rol van de nog jonge Nationale
Recherche bij de bestrijding van de georganiseerde
criminaliteit en terrorisme is steeds belangrijker
geworden. Onder gezag van het Landelijk Parket lopen op
dit moment 281 onderzoeken bij de Nationale Recherche.
In 2004 zijn 312.600 kantonzaken bij het OM
binnengebracht. De grootste bijdrage aan deze toename
(35.000 zaken extra) wordt geleverd door de overtredingen
van de Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV).
Gemeenten en politie maken meer werk van de handhaving van
de zogenaamde kleine norm. Het OM is in 2004 in staat
geweest om deze stroom aan extra zaken te verwerken en zo
bij te dragen aan een veiliger Nederland.
Wat voor straf is opgelegd
Vorig jaar werden in totaal 315.200 vermogenssancties
opgelegd. De geldstraf blijft daarmee de meest opgelegde
sanctie. Het aantal taakstraffen is in vijf jaar tijd
gestegen met meer dan 80 procent tot 52.500. Een kwart van
de taakstraffen wordt inmiddels buiten de rechter afgedaan
door de officier van justitie, maar deze ontwikkeling
heeft niet geleid tot een vermindering van het aantal door
de rechter opgelegde taakstraffen en vrijheidsstraffen.
Het aantal gevangenisstraffen is de afgelopen jaren
sterker gestegen (+ 20 %) dan de instroom van het aantal
misdrijven (+ 15%). In 2004 heeft de rechter voor 19.500
jaren vrijheidsstraffen opgelegd.
Goed Beschouwd 2005
Naast het Jaarbericht 2004 is vandaag Goed Beschouwd 2005
verschenen. In deze beschouwing wordt in een aantal
artikelen door de onderzoeksafdeling van het OM ingegaan
op onderwerpen die relevant zijn voor de ontwikkeling van
de stafrechtelijke handhaving. In Goed Beschouwd 2005
wordt ingegaan op het beroep van officier van justitie en
'de nieuwe gestrengheid', de aanpak van veelplegers,
regionale context bij prestatiecontracten, de
overeenkomsten tussen griep, aids en criminaliteit en 'de
interventietrap', oftewel de opbouw van straffen.
De officier van justitie
In het stuk 'De officier van justitie en De Nieuwe
Gestrengheid' wordt geschetst hoe het denken over straffen
en strafrechtelijke handhaving is veranderd door de jaren
heen en welke gevolgen dit heeft gehad voor de taak van de
officier van justitie. Het artikel stelt dat het
takenpakket van de aanklager is verzwaard. De officier
besteedt meer aandacht aan het slachtoffer, is dichter bij
de opsporing komen te staan en opereert in een steeds
complexere omgeving, waarbij rekening moet worden gehouden
met externe partners.
De interventietrap
In Goed Beschouwd 2005 wordt 'de interventietrap'
geïntroduceerd. Iedere trede staat voor een interventie.
Hoe hoger de trede, hoe zwaarder de straf. Hoe breder de
trede, hoe langer de duur naar de volgende interventie.
Als de trappen voor alle delinquenten zijn bepaald,
blijken er patronen te ontstaan. Delinquenten vallen
uiteen in grofweg drie groepen: 'zware jongens',
'veelplegers' en 'gelegenheidsplegers'. De
gelegenheidsplegers leggen relatief weinig beslag op de
capaciteit van de rechterlijke macht en nog minder op de
sanctiecapaciteit. Veelplegers blijken (tot nu toe) ook
niet het meeste beslag te leggen op de sanctiecapaciteit.
Het beslag dat deze groep legt op de capaciteit van OM en
rechters is wel relatief groot. Het grootste deel van de
sanctiecapaciteit wordt ingenomen door de zware jongens:
zij maken 7% uit van de totale groep, maar leggen beslag
op ruim 44% van de sanctiecapaciteit.
Jaarbericht 2004 (PDF)
Zie het origineel
Goed Beschouwd 2005 (PDF)
Zie het origineel
Het OM in cijfers 2000-2004 (Excel-bestand, 112 kb)
Openbaar Ministerie