Ingezonden persbericht


Woerden/Amsterdam, 26 mei 2005

Hogeschool van Amsterdam omarmt volleybaltalenten

Vanmiddag hebben de Nederlandse Volleybal Bond en de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) hun samenwerking omtrent het Talent Team (mannen) in Amsterdam nader toegelicht. De volleyballers van het Talent Team, die al vijf jaar in de Nederlandse competitie meedraaien, spelen komend seizoen onder de vlag van de ALO/HvA. Dit is het gevolg van een nieuwe en unieke manier van samenwerking tussen de Nederlandse Volleybal Bond en deze grote onderwijsinstelling.

Het Talent Team bestaat voornamelijk uit spelers van Jong Oranje en was in de afgelopen jaren als clubteam ondergebracht bij het Barneveldse SSS en bij AA Drink/Capelle. De eredivisieclubs zijn dan ook nauw betrokken bij het vormgeven van de nieuwe constructie.

Het Talent Team vormt een brug tussen de nationale jeugdopleiding, de eredivisie en het nationaal seniorenteam. De doorstart in Amsterdam biedt de volleybalopleiding én de hogeschool veel nieuwe mogelijkheden. Voor verschillende studierichtingen levert dit topsportteam bijvoorbeeld diverse stageplekken op. Aan de andere kant zijn de jonge volleyballers, die dagelijks trainen, erg geholpen met de uitstekende faciliteiten die de hogeschool te bieden heeft. De ALO/HvA zorgt voor optimale train- en wedstrijdfaciliteiten en neemt bovendien trainer Gido Vermeulen in dienst. De Nederlandse Volleybal Bond onderschrijft eveneens het maatschappelijk belang van de vernieuwende constructie. Niet ieder volleybaltalent haalt immers voor lange tijd de échte top. De bond hecht veel waarde aan een gedegen opleiding waar de door haar opgeleide talenten eventueel op terug kunnen vallen.

Om in de eredivisie te mogen spelen zal de ALO/HvA een nieuwe vereniging in het leven roepen die door de Nederlandse Volleybal Bond de vacante tiende plaats in de eredivisiecompetitie krijgt toegewezen. De nieuwe constructie, waarbij sport en onderwijs elkaar ondersteunen, wordt door sportkoepel NOC*NSF gezien als een interessant en baanbrekend project.

EINDE PERSBERICHT