Gemeente 's-Hertogenbosch

26-05-2005

Plaagbestrijding in 's Hertogenbosch 2005

Bladluizen

Bladluizen zijn kleine tot zeer kleine, tere insecten. Ze worden tot dezelfde orde gerekend als de wantsen en de cicaden, maar lijken daar helemaal niet op. Wel hebben ze dezelfde lange steeksnuit. Alle bladluizen zijn plantenzuigers. Ze treden vaak zeer massaal op en hebben vele vijanden. Als volwassen luis doen ze niets anders dan eten en zich vermenigvuldigen. Voor hun eigen verdediging kunnen ze niets anders dan hun wasafscheiding inzetten. Een glibberige en plakkerige suikerafscheiding via de twee buizen aan het achterlijf. Deze plak veroorzaakt vooral veel ongemak op geparkeerde auto's.

Bestrijden bladluizen
Voorheen werden de lindebomen geïnjecteerd met capsules met het middel 'Acefaat' om de plaag te beheersen. Echter het middel is niet meer toegestaan en een soortgelijk alternatief is niet verkrijgbaar. Het ligt dus voor de hand om de bestrijding van bladluizen te beëindigen. Echter er zijn een aantal locaties bekend (zoals Graafseweg) waar het ongemak door de aanwezigheid van bladluizen aanleiding is voor discussie en onrust. Nu gaat de gemeente in 2005 op de Graafseweg een pilot starten waarin onderzocht wordt op welke milieuvriendelijke wijze de plaag is te bestrijden. In de rest van de stad wordt in 2005 geen bladluis bestreden. De bestrijding in de Graafseweg bestaat uit het uitzetten van lieveheersbeestjes (adalia's), waarvan de larven de luis opeten. En het injecteren van de grond rondom de bomen met knoflookextract. Het knoflookextract wordt door de boom opgenomen en via de sapstroom in de boom verspreid. De luis zal dan minder geneigd om die bomen te bezoeken.

Eikenprocessierups

Sinds enkele jaren hebben verschillende gebieden van mei tot en met augustus last van de eikenprocessierups. Bij het maken van een keuze voor een bestrijdingsmethode wordt gekeken naar de mate van aantasting, de mate van overlast en de boomhoogte. Vaak wordt gekozen voor branden, wegzuigen of een bladbespuiting. Hiermee wordt voorkomen dat later in het seizoen vervellingshuidjes en dode rupsen uit de bomen vallen die overlast veroorzaken. De processierups komt voor in eiken waar zij leven in spinselnesten. Deze nesten bestaan uit een dicht web van spinseldraden, brandharen, vervellingshuiden en uitwerpselen. Vanaf het tijdstip dat deze nesten verschijnen, kan er overlast optreden als gevolg van het verspreiden van de brandharen door de wind. Een volgroeide rups bezit ongeveer 700.000 brandharen. Het zijn deze haren die gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid. Na direct of indirect contact met de brandharen kunnen irritaties optreden aan de huid, ogen en luchtwegen.

Bestrijding Eikenprocessierups
Omdat de haren van de rups veel lichamelijk ongemak (jeuk, irritaties en dergelijke) veroorzaken bij mens en dier, is het gewenst om de grootte van de rupsenplaag te beheersen. Het tijdstip van bestrijding is belangrijk en weersafhankelijk. Gezien het gunstige voorjaar zijn de eerste rupsen al gesignaleerd. De gemeente gaat in 2005 de eikenprocessierups in beperkte gebieden bestrijden. Die gebieden waar de plaagdruk het grootst is zoals bij winkelcentra, scholen, zorgcentra, haltes bussen van het Openbaar Vervoer en lanen in het buitengebied waar veel fietsers, wandelaars en recreanten komen, wordt de rups aangepakt. De bestrijdingsmethode bestaat uit het branden of wegzuigen van de nesten. In situaties waar deze werkwijze niet kan worden ingezet, wordt het blad bespoten met biologisch preparaat. Bomen op particulier terrein of van grondeigenaren zijn voor de verantwoordelijkheid van de eigenaar. Daarnaast worden de plaatsen waar de eikenprocessierups voorkomt, geïnventariseerd waardoor in de komende jaren preventief kan worden opgetreden.

Voor meer informatie

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met L. Habets, boomdeskundige van de afdeling Beheer Openbare Ruimte, tel. (073) 615 96 39.