D66

Inbreng Ursie Lambrechts in het Algemeen overleg Examens voortgezet onderwijs
26 mei 2005

Voorzitter,

Examens in het voortgezet onderwijs zijn belangrijk. Vooral de Centraal schriftelijke examens. Omdat ze een belangrijke kwaliteitsborging vormen. En daarmee ook respect en vertrouwen in de samenleving (civiel effect) en bij het hoger onderwijs afdwingen. Scholen richten zich met de inhoud van het onderwijs op het examen. Het bepaalt daarmee ook voor een groot deel het niveau.

Ik ben ervan overtuigd dat als over het niveau van de Centrale Examens twijfel gaat ontstaan of de examens een te klein onderdeel van het totale examen gaan innemen dat onmiddellijk tot gevolg zal hebben dat het hoger onderwijs toelatingsexamens zal gaan eisen, in de vorm van SAT-testen, die alsnog de kennis zullen gaan toetsen. De scholier schiet daar dus helemaal niks mee op.

De examens zijn nu redelijk goed. Het aanzien is er nog steeds wel degelijk.
Met wijzigingen in het examen, m.n. het centraal schriftelijk moeten we dus voorzichtig zijn omdat we een redelijk goed systeem niet in gevaar moeten brengen. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Dat geldt ook voor het aanzien van examens en diploma's.

Ik ben daarom blij dat de minister dat zelf ook expliciet uitspreekt, dat ze hecht aan het centraal schriftelijk examen. En dat ze van oordeel is dat de huidige verdeling van 50% Schoolexamen en 50% centraal schriftelijk gehandhaafd moet blijven.

Dat betekent niet dat er niks kan veranderen of verbeteren maar wel steeds met de gedachte dat we dat voorzichtig zullen moeten doen zonder de verworvenheden van het examenstelsel in de waagschaal te leggen.

Er zijn wel degelijk een paar punten die reden geven tot zorg.

1. Project Compex: de inzet van de computer bij alle vakken in het centraal examen.
Het lijkt op zichzelf best een aardig idee om de computer te gebruiken bij de examinering. Waarom niet. Heel eigentijds, mooie heldere beelden, zeker bij vakken als CKV. Dus wat kan daar op tegen zijn? Maar inmiddels heb ik daar toch heel kritische geluiden over gehoord. Van mijn eigen adviseurs maar ook via artikelen in de krant. Het geeft veel organisatorische problemen geven. Te weinig computers in een school waardoor de examens na elkaar afgenomen moeten gaan worden.
Het schijnt fraudegevoelig te zijn.
In de VS en Canada zou dat ook de reden zijn waarom men weer is teruggekeert naar pen en papier.
Vragen:
Ik wil de minister vragen dat te onderzoeken. Is het waar wat wordt beweerd. Heeft dit gespeeld in de VS en Canada? Zijn er daar scholen die er om die reden weer van zijn afgestapt?
Wat betekent voor deze voorstellen? Zijn die wel te organiseren? Zijn die wel fraudebestendig?
Inmiddels hebben we ook een brief gehad van 40 schoolleiders uit de regio Utrecht die zeggen dat de eerste pilots veel organisatorische problemen laten zien, m.n. de onmogelijkheid om met voldoende computers tegelijkertijd het examen te kunnen doen. En die vervolgens ook een pleidooi houden om de computer vooral voor het schoolexamen in te willen zetten.
Zou het niet wijs en verstandig zijn om vooralsnog, zeker in havo en vwo, de computer vooral in te zetten voor het schoolexamen en niet voor het CS.
Als we die route van de inzet van de computer bij het CS wel verder gaan verkennen, zou het dan niet raadzaam om dat voorzichtig en stap voor stap te doen, enkele pilots op beperkte schaal. Die ook echt drie jaar lang intensief monitoren, afronden en dan beoordelen wat daarvan bruikbaar is en ook echt meerwaarde heeft voor de examinering, met behoud van kwaliteit. Graag reactie van de minister daarop.

2.Flexibele examinering.
Ook dat lijkt in eerste instantie alleen maar winst op te leveren. Dat lijkt vooral voor de leerling veel voordelen te hebben. Maar, daar op gewezen door het echte veld, heb ik daar inmiddels toch ook nog wel wat vragen bij.
Vragen:
De extra examen-momenten zullen staatsexamens zijn. Ik begrijp dat het herexamen zoals we dat nu kennen zal verdwijnen. Gewoon snel na het examen alsnog een herexamen doen, afgenomen op de eigen school door de eigen leraren georganiseerd. Begrijp ik dat goed? Als dat inderdaad zo is, lijkt me dat voor de leerling geen winst. Met het herexamen was op zich ook niks mis. Die leerlingen konden nog gewoon mee met de grote groep afgestudeerden mee, ze konden zich richten op vervolgstudie. In dit voorstel van de minister zouden ze pas in augustus een staatsexamen kunnen doen. Een heel ander examen, op een andere plek, op een veel later moment en de hele zomer onduidelijkheid over of men wel of niet aan vervolgstudie kan beginnen. Waarbij het ook onmogelijk is voor die leerling om mee te doen met die selectieprocedures van die opleidingen die wel al een selectieprocedure kennen. Ze zijn immers nog niet geslaagd. Dus ik aarzel hierbij geweldig.
Dat herexamen meteen in mei of juni wil ik niet graag inruilen voor een staatsexamen in augustus. Ook hierbij vraag ik me af of we de leering er wel een dienst mee bewijzen. Ik geloof daar niks van. Ik zou daar de leerlingen zelf ook wel eens over willen horen. En hun ouders.

Nog een vraag hierbij:
Ik hoor uit een aantal hoeken, onder andere van de universiteiten, dat ze twijfelen aan de gelijkwaardigheid van de examens die zo in de loop van de tijd bij elkaar worden gesprokkeld ten opzichte van een duidelijk examenmoment aan het einde van het jaar. Ik zou daar meer reacties van diegenen die het weten kunnen op willen hebben. Is dat zo dat zoiets toch ook het niveau van het examen zou kunnen aantasten. En hoe zouden we kunnen voorkomen?

3. Derde punt: grootste pijnpunt. Namelijk de reductie van de centraalexamenstof van 40% bij de economische en exacte vakken. De aanslag die we plegen op de exacte vakken die wordt al met al toch wel heel erg groot.
De studielast gaat straks waarschijnlijk omlaag van 760 naar 520 uur. Dat is al enorm. De vraag is of dat al niet te veel is. Maar goed, we krijgen daarover nog de adviezen van de profielcommissies. Vervolgens wordt de examenstof geglobaliseerd. Wat betekent dat precies? Ik snap dat we de eindtermen zullen moeten aanpassen omdat het aantal uren wordt verminderd. Dat is logisch. Maar globaliseren? En dat voor de exacte vakken? Wat gaat dat betekenen? Daar komt dan nu bij dat nog maar 60% van de examenstof in het Centraal Schriftelijk getoetst gaat worden. Wat integrale toetsing van de kennis onmogelijk maakt. Juist integraal toetsen maakt diepgang en niveau mogelijk.
Kortom ik maak mij daar grote zorgen over. Mijn partij maakt zich daar grote zorgen over. Uitgesproken op het onderwijscongres van vorige week zaterdag.
Pg 4 van brief van 16 december schrijft de minister: "Nog meer maatwerk wordt de leerling geboden doordat de aangepaste stofomschrijving van de examenprogramma's er voor heeft gezorgd dat een groter gedeelte van de verplichte stof wordt afgenomen op het niveau van het schoolexamen voor havo en vwo".
Dat riekt toch wel heel erg naar een verzwakking van de centraal schriftelijke examens! Dat is niet wat D66 wil. Vragen:
Ik wil graag van de minister horen dat we dat niet doen: grotere delen naar het schoolexamen i.p.v. naar het centraal schriftelijk. Ik wil ook weten waarom nou net alleen voor natuurkunde de omvang van het CS is vergroot van de voorgestelde 60 naar 75% en waarom dat niet eveneens geldt voor de andere bètavakken: economie, scheikunde en wiskunde? Het onderwijsveld komt met goed argumenten waarom deze voorstellen zullen gaan leiden tot oppervlakkige kennis van de bètavakken. Dat is nooit de bedoeling geweest en mag dus ook niet de uitkomst zijn.
Vraag: Of de minister bereid is hier het veld, het echte veld van leraren uit de exacte vakken om die om hun oordeel hierover te vragen?

Ik krijg opnieuw het gevoel dat aan de basis op de school velen totaal niet weten wat hier nu voorligt. Terwijl wij wel vergaande beslissingen nemen denkende dat dat hele veld dat een goed idee vindt. Ik hoop dat de minister dat verzoek ook aan de betreffende vakverenigingen zou willen doen.

4. Wat de globalisering betreft
Ik vraag mij ook daarbij af of wat een goed idee is voor het vmbo, ook automatisch een goed idee is voor het havo en het vwo. Het is niet hetzelfde type onderwijs. En de diversiteit van leerlingen in het vmbo is vele malen groter dan in het havo en vwo. Derhalve de behoefte van de vmbo's zelf om meer ruimte te hebben om af te wijken in aanpak, begeleiding en examinering ook vele malen groter is. En het vmbo moet daarin ook bediend worden.

5. De mogelijkheid om een of meer vakken op hoger niveau te doen in vmbo en havo juichen we toe. Heb ik zelf jaren voor gepleit. En ik ben blij dat deze minister dat mogelijk wil maken. Daar zit ook echt een uitdaging naar leerlingen in om zich op onderdelen op een hoger niveau te bewijzen.
Ik wil er nog wel aan toevoegen dat D66 van mening dat voor vmbo/theoretische leerweg de dubbelkwalificatie moet blijven bestaan. Beter gezegd: in ere hersteld moet worden. Daar is dus helemaal niets van over. Leerlingen denken dat ze eventueel nog naar havo kunnen om vervolgens in het vierde jaar erachter te komen dat dit vrijwel onmogelijk is. De voorlichting erover is heel slecht. De praktische mogelijkheid vrijwel nihil.
Vraag: wil de minister de dubbelkwalificatie van vmbo voor mbo en havo in ere herstellen?

6. Pabo's
De eindexamens voor de havo studenten die naar de pabo gaan. Wil de minister vragen of het inderdaad niet nodig is om te eisen dat het eindexamenpakket van leerlingen die naar de pabo willen voortaan ook wiskunde A bevat. Misschien lastig daar nu een oordeel over te geven maar wellicht kan de minister dit laten verkennen en ons op korte termijn laten weten of dit in te voeren is. Dat wil zeggen geeist kan worden door de pabo's als voorwaarde voor inschrijving.

26-5-2005 15:50