Openbaar Ministerie

Persberichten
26 mei 2005

Convenant strafrechtelijke aanpak Huiselijk Geweld getekend

Huiselijk geweld heeft grote gevolgen voor de
slachtoffers. Wie zich niet meer veilig kan voelen bij zijn eigen partner, of ouder, of in zijn eigen huis, draagt daar langdurig de gevolgen van mee. Meestal laat een dader het niet bij één keer. Toch lijken slachtoffers, om allerlei redenen, het geweld vaak lang te laten voortduren.
Om onmiddellijk een eind te maken aan het huiselijk geweld, te voorkomen dat het weer gebeurt, en de
aangiftebereidheid te vergroten, is onder leiding van het Openbaar Ministerie in Rotterdam een aantal afspraken gemaakt over de strafrechtelijke aanpak van huiselijk geweld. Die afspraken zijn vastgelegd in een convenant dat verder is ondertekend door de politie Rotterdam-Rijnmond, de Reclassering Nederland, de forensisch-psychiatrische kliniek Het Dok/Kijvelanden en het Centrum voor
Dienstverlening.
Huiselijk-geweldzaken krijgen een speciale aanpak, waarbij voorop staat dat zaken snel afgehandeld worden. Voor slachtoffers en daders wordt vroegtijdig hulpverlening ingeschakeld, al dan niet met het strafrecht als stok achter de deur.
Naar schatting worden duizenden mensen jaarlijks
slachtoffer van huiselijk geweld. Lang niet al die zaken komen bij politie en justitie terecht. Zo kreeg het OM in Rotterdam in 2003 maar 326 zaken binnen. In 2004 waren dat er al 656. Voor dit jaar zijn afspraken gemaakt dat zeker 840 zaken worden aangebracht. Overigens zijn in het convenant ook afspraken gemaakt over de verdere
afhandeling van meldingen die niet voor een
strafrechtelijke aanpak in aanmerking komen.
Het convenant vloeit voort uit de Aanwijzing huiselijk geweld uit 2003. Voor de aanpak zijn de ervaringen uit een eerdere pilot in Rotterdam-West vertaald naar een arrondissementsbrede aanpak.