Vereniging Nederlandse Gemeenten

VNG PLEIT VOOR SNELLERE INVOERING KILOMETERPRIJS

Eindelijk is er breed draagvlak voor de invoering van een eerlijker manier van betalen voor automobiliteit, maar de termijn waarop de plannen kunnen worden ingevoerd moet wel sneller, aldus de VNG. Het Platform Anders Betalen voor Mobiliteit gaat uit van de invoering van de kilometerprijs vanaf 2012 2016. De bereikbaarheid en leefbaarheid (luchtkwaliteit en geluid) van met name de stedelijke gebieden staat al lange tijd onder druk. De VNG pleit ervoor de invoering van dit prijsinstrument sneller te realiseren. Voorts vind de VNG dat gemeenten en kaderwetgebieden nauw betrokken moeten worden bij de invoering van de plannen. De VNG vindt ook dat opbrengsten van de zogenoemde knelpuntenheffing niet alleen moeten gebruikt voor meer asfalt, maar ook voor verbeteringen in het openbaar vervoer.

Snelle besluitvorming invoering kilometerprijs
De VNG dringt aan op een snelle besluitvorming over de invoering van de gedifferentieerde kilometerprijs. Dit moet in ieder geval nog deze kabinetsperiode gebeuren.
De VNG is verder mening dat ook gemeenten, kaderwetgebieden en provincies zeggenschap moeten krijgen over de invoering van de gedifferentieerde kilometerprijs. Bereikbaarheid maar ook leefbaarheid zijn op sommige locaties en op de spitsmomenten schaarse goederen waarvoor best extra betaald mag worden. Deze extra opbrengsten moeten dan wel ten goede komen aan de burger door middel van maatregelen ter verbetering van de bereikbaarheid en leefbaarheid.

Knelpuntenheffing: ook kijken naar onderliggend wegennet Het is de bedoeling dat in de periode 2009-2011 in bepaalde regios al wordt begonnen met het betalen van een prijs voor tijd en plaats bij bestaande knelpunten in het wegennet. De VNG meent dat hierbij niet alleen naar het hoofdwegennet moet worden gekeken, maar naar het gehele netwerk van wegen. Verdringing van het verkeer van het hoofdwegennet naar het onderliggend wegennet met nadelige gevolgen voor bereikbaarheid, leefbaarheid en (verkeers)veiligheid is niet acceptabel. De VNG verwacht daarnaast dat het rijk de randvoorwaarden voor systemen van de knelpuntenheffing spoedig vaststelt, zodat regios hiermee snel aan de slag kunnen. Het is aan de democratische besluitvorming in de regios om te bepalen waar zal worden gestart met deze knelpuntenheffing. Wanneer deze knelpuntenheffing in de praktijk effectief blijkt te zijn, moeten ook andere regios hiermee aan de slag kunnen gaan.

Opbrengsten knelpuntenheffing gebruiken voor verlichting knelpunten Het Platform geeft aan dat de opbrengsten van de knelpuntenheffing moeten worden geïnvesteerd in maatregelen die de knelpunten verlichten; hierbij wordt vooral gedacht aan versnelling van wegenprojecten. De VNG meent dat deze investeringen vooral ten goede moeten komen aan infrastructuurprojecten die bereikbaarheid én leefbaarheid (luchtkwaliteit) van de steden verbeteren. Niet alleen meer asfalt, maar juist ook investeren in park-and-ride voorzieningen aan de randen van de grote steden en hoogwaardige OV-voorzieningen naar de (binnen)steden. De opbrengsten mogen ook besteed worden aan de exploitatie van extra lokaal en regionaal OV, zoals ook in Londen succesvol gebeurt, aldus de VNG.

Regie nieuwe infrastructuur bij rijk en decentrale overheden De regie bij de planning en aanleg van nieuwe infrastructuur en de invoering van een knelpuntenheffing of een gedifferentieerde kilometerprijs behoort bij het rijk en de decentrale overheden. Bij de uitvoering van deze plannen worden samengewerkt met het bedrijfsleven en andere partners. Hierbij ontstaan kansen voor nieuwe vormen van PPS en dus nieuwe samenwerkingsvormen met marktpartijen.

De VNG wil de voorstellen van het Platform graag samen met het Rijk, andere overheden en betrokken organisaties nader uitwerken.