STICHTING LEASELEED
Stichting LeaseLeed www.leaseleed.nl
2e schikkings voorstel ook mislukt Dexia/Leaseleed
Heerhugowaard, 26 mei 2005
Nadat de aangeslotenen bij de Stichting Leaseleed in april jl. met een
meerderheid van 55 procent het schikkings voorstel van Dexia hebben
afgewezen, met betrekking tot de groep 'depotlease' gedupeerden, is
gebleken dat het verbeterde aanbod dat Dexia opnieuw heeft gedaan,
echter nu buiten de Stichting Leaseleed om en tegen de gemaakte
afspraken in aan de desbetreffende aangeslotenen, slechts door 25
procent is geaccepteerd.
Deze groep gedupeerden voldeed de maandelijkse leasetermijnen
rechtstreeks vanaf een beleggingsrekening. De storting op deze
beleggingsrekening (gemiddeld 40.000 euro) is gefinancierd door het
opnemen van een extra hypotheek op de woning.
De forse meerderheid van 75 procent heeft derhalve besloten om via de
Stichting Leaseleed verder te procederen tegen Dexia en Spaar
Select.
De juridische positie is sterk van de aangeslotenen. Dit is mede
gebaseerd op recentelijk gepubliceerde gerechtelijke uitspraken. Zo
heeft de kantonrechter te Amsterdam op 7 april jl., in een
vergelijkbaar dossier, de gedupeerde een 100 procent schadevergoeding
toegewezen.
Maar ook onder meer door het feit dat het AFM een 2 tal boetes heeft
opgelegd aan Spaar Select, sterkt de gedachte dat er een sterke
juridische positie aanwezig is voor de gedupeerden welke zijn
aangesloten bij de Stichting Leaseleed. Dexia heeft via Spaar Select
de complexe risicovolle producten verkocht. Nu blijkt dat deze
verkooporganisatie niet over de vereiste vergunningen beschikte en
daarvoor door het AFM is beboet. Zowel de beroepscommissie van de
klachtencommissie DSI alsmede voornoemde rechtbank, zijn van mening
dat Dexia ook verantwoordelijk is voor handelingen van
tussenpersonen.
Naast de al gestarte depotlease procedure, bereidt de Stichting
Leaseleed momenteel een 2e procedure voor met identieke dossiers. Deze
procedure wordt naar verwachting in juli van dit jaar aangespannen
tegen Dexia en Spaar Select.
In tegenstelling tot die hieronder beschreven groep gedupeerden vallen
de 'depotlease' gedupeerden niet onder het onlangs afgekondigde
Duisenberg schikkingsvoorstel.
Naast deze groepen gedupeerden, behartigt de stichting ook de belangen
van ruim 400 gezinnen die ook forse lease contracten hebben
afgesloten. Het betreft hier echter een andere constructie als de hier
boven beschreven groep gedupeerden. De verschuldigde leasetermijnen
werden hierbij bij aanvang voor 5 jaar ineens vooruit betaald. Deze
groep gedupeerden valt daarom in beginsel onder het eerder genoemde
Duisenberg schikkingsvoorstel.
Echter het blijkt -na een nadere analyse door de Stichting Leaseleed-
dat voor deze specifieke groep (en vergelijkbare dossiers die niet
zijn aangemeld bij Stichting Leaseleed) het aanbod wel zeer en zeer
mager is. Al is dit alleen maar gezien het feit dat er in zijn geheel
geen rekening wordt gehouden met de 1e inleg, welke ook gefinancierd
is door middel van een extra hypotheek op te nemen op de eigen
woning.
Door het feit dat verreweg de meeste gedupeerden bij de Stichting
Leaseleed een effectenlease overeenkomst bezitten met een
aflossingscomponent, blijkt dat er alleen tussentijds gebruik gemaakt
kan worden van het aanbod. Omdat er op de einddatum geen restschuld
aanwezig is, zal er derhalve ook geen sprake kunnen zijn van
kwijtschelding van 2/3 van de restschuld. De restant looptijd van het
leasecontract is nu nog gemiddeld 15 jaar, de leaseverplichting
bedraagt gemiddeld zo'n 700 euro per maand. Bij deze groep betekent
dit - bij eventuele individuele acceptatie van het aanbod- dat er nog
90 procent dient te worden betaald van de restschuld (gemiddeld thans
20.000 euro). Dit bedrag komt naast de gehele inleg (gemiddeld 35.000
euro per gezin) die reeds verloren is en daarom nu al een definitieve
schade betreft.
Het bestuur van de Stichting Leaseleed betreurt het dan ook ten
zeerste dat de Stichting Leaseverlies, de Consumentenbond en de
Vereniging van Effectenbezitters, juist voor deze groep zwaar
gedupeerden geen afzonderlijke regeling hebben getroffen. Het was op
zijn minst correct geweest als er meer rekening was gehouden met onder
andere de restant looptijd van het leasecontract, de hoogte van de 1e
inleg en de maandelijkse verplichtingen.
Noot voor de redactie,