Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
26 mei 2005
Ons kenmerk
DGTL/05.004474
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

1
Uw kenmerk

-
Onderwerp
Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van Kamerleden Duivesteijn en Crone (PvdA) over mogelijke geheime afspraken tussen Schiphol en KLM.


1. Klopt het dat KLM en de NV Luchthaven Schiphol afspraken hebben gemaakt in de
vorm van een Convenant in voorbereiding op de privatisering Schiphol?


1. Parallel aan de evaluatie van het, in eind 2001 naar de Kamer gestuurde,
wetsvoorstel ten behoeve van een adequate borging van de publieke belangen, is
door KLM en NVLS gewerkt aan een Convenant. Dit is gemeld in de brief aan de
Tweede Kamer inzake het kabinetsbesluit tot vervreemding aandelen NVLS

(Kamerstuk 2003-2004, 25435 nr. 7).

Het Convenant was gericht op het regelen van de hoofdlijnen van de gezamenlijke strategie van NVLS en KLM, met name met betrekking tot de ontwikkeling van de mainport Schiphol en de rol van de verkoop van een minderheidsaandeel van de Staat hierin. De partijen hebben aangegeven dat ze streven naar betrokkenheid van de overheid bij investeringen van NVLS, facilitering van een gezamenlijke financieel model en verankering van de mainportdoelstelling in een wettelijk kader. Vanuit dit perspectief is bijzondere aandacht gevraagd voor de economische regulering. Voor zover mogelijk heeft het kabinet bij haar evaluatie rekening gehouden met wensen en zorgpunten uit de sector, zoals onder andere is vastgelegd in het Convenant.

2. Welke betrokkenheid heeft u of uw departement gehad bij het opstellen van dit
Convenant?


2. Geen actieve rol. Mijn departement heeft wel overleg tussen marktpartijen
gestimuleerd om tot een visie te komen op de economische regulering van Schiphol
in het kader van een eventuele privatisering.


3. Zijn andere luchtvaartmaatschappijen op de hoogte van de inhoud van dit
Convenant?

3. De NVLS en KLM hebben aangegeven dat zij de andere luchtvaartmaatschappijen
van het bestaan en de inhoud van het Convenant op de hoogte hebben gesteld.
Dit is gebeurd bij de consultatiebijeenkomst van de NVLS met alle gebruikers op

1 oktober 2003. Toen Verkeer en Waterstaat werd geïnformeerd over dit

Convenant is hierop ook aangedrongen.


4. Hoe verhoudt deze afspraak tussen KLM en Schiphol zich met de mededingingswetgeving?

4. De KLM en NVLS hebben in de brief (AMS/DA.009, d.d. 13.01.2003) waarmee ze
het Convenant aan mij hebben aangeboden, aangegeven dat ze met de in het
Convenant neergelegde kader uitdrukkelijk niet beogen om de concurrentie van
derden te belemmeren.

Het wetsvoorstel inzake de sectorspecifieke regulering van tarieven en voorwaarden
is gebaseerd op dezelfde criteria als de mededingingswetgeving. Het voorziet in
sectorspecifiek toezicht hierop door de NMa. In het wetsvoorstel zijn de criteria van
redelijkheid, non-discriminatie en kostenoriëntatie (inclusief een redelijk rendement)
vastgelegd. Dit waarborgt dat afspraken over de tarieven en voorwaarden
(waaronder kwaliteit) non-discriminatoir voor alle luchtvaartmaatschappijen zullen
gelden.


5. Klopt het dat in het Convenant ook een deelconvenant is opgenomen waarin
afspraken zijn gemaakt over tarieven, rendementen en herinvestering van return on
investment?

5. In het kader van de totstandkoming van het Convenant hebben KLM en NVLS het
belang aangegeven van een kader voor meerjarenafspraken met betrekking tot de
ontwikkeling van infrastructuur op de locatie Schiphol ten behoeve van de aviation
activiteiten, kostenontwikkeling, tarieven en rendementen. Beoogd was om dit vast
te leggen in een deelconvenant.

De NVLS en KLM zijn het echter niet eens geworden over een aantal elementen uit
het deelconvenant, zoals de berekeningswijze en de hoogte van de Weighted
Average Cost of Capital (WACC).

Het deelconvenant is daarom uiteindelijk niet tot stand gekomen. Er zijn dus ook geen meerjarenafspraken over tarieven, rendementen en herinvesteringen van return on investment tot stand gekomen tussen KLM en NVLS.

Het wetsvoorstel laat overigens het maken van meerjarenafspraken tussen NVLS en alle gebruikers toe.


6. Wilt u dit Convenant en de deelovereenkomsten (waaronder een financiële) ter
beschikking stellen aan de Tweede Kamer?

6. Bijgaand treft u het Convenant tussen KLM en NVLS. De in het Convenant benoemde deelovereenkomsten zijn nooit tot stand gekomen. Zie ook antwoord
van vraag 5.


7. Klopt het dat er een korte termijn beleidsagenda Schiphol bestaat?

7. Nee. Er wordt door V&W gewerkt aan een stand van zaken waarin een overzicht van lopende beleidsmaatregelen is opgenomen. Dit overzicht wordt u bij
de voortgangsrapportage Mainport Schiphol toegezonden.


8. Klopt het dat daarin plannen staan voor een zesde baan? Wordt ook reeds
geanticipeerd op een zevende baan?

8. Nee dit is niet juist.


9. Kan de Kamer deze beleidsagenda en het convenant ontvangen vóór het debat
over de wet over de exploitatie van Schiphol?

9. Het convenant is bijgevoegd, het overzicht van lopende beleidsmaatregelen is op
dit moment nog niet gereed.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw drs M.H. Schultz van Haegen