Partij voor de Dieren


Staatsbosbeheer verschuilt zich achter rassentheorie van jagers: PvdD roept publiek op misstanden te melden
26-05-2005

Amsterdam, 26 mei 2005 - De verklaring die Staatsbosbeheer gisteren heeft doen uitgaan over haar beleid op het gebied van âwildbeheerâ geeft aan dat de organisatie de kant van de jagers kiest. De grote publieke verontwaardiging over het lot dat Sneeuwvlokje en duizenden van haar naamloze soortgenoten dit seizoen zal treffen, lijkt Staatsbosbeheer niet te deren. Het verweer dat Staatsbosbeheer het populatiebeheer heeft uitbesteed aan jagers ontslaat haar op geen enkele wijze van verantwoordelijkheid voor in haar gebied levende wilde dieren.

Vastgesteld moet worden dat er nog steeds op grote schaal wordt bijgevoerd op de Veluwe, óók in de gebieden van Staatsbosbeheer. De Flora- en Faunawet verbiedt dat expliciet. Staatsbosbeheer claimt daarvoor ontheffing te hebben in het leefgebied van Sneeuwvlokje, maar heeft dat volgens informatie van de Faunabescherming niet. Daarmee zou Staatsbosbeheer in overtreding zijn, omdat er op grote schaal bijgevoerd wordt achter het wildscherm aan de Pas-opweg in Vierhouten.

De Partij voor de Dieren roept het publiek op bijvoederactiviteiten in terreinen van Staatsbosbeheer en de plaats van wildakkers van SBB aan haar te melden, opdat maatregelen genomen kunnen worden tegen oneigenlijke vormen van kunstmatige populatievergroting. Het is schandelijk dat Staatsbosbeheer jagers de vrije hand geeft in het populatiebeheer van in haar gebied levende (beschermde) grote hoefdieren zoals zwijnen, waarbij de jagers tevens vrijelijk hun abjecte ideeën ten aanzien van ras- en kleurzuiverheid van de dieren ten uitvoer kunnen brengen.

Het kleurdenken beperkt zich niet tot zwijnen, ook onder reeën en damherten worden door jagers het eerst de lichtgekleurde exemplaren op de korrel omdat de jagers het liefst âdonkereâ dieren in het veld zien. De stelling van Staatsbosbeheer dat jagers niet op kleur zouden selecteren geeft aan dat Staatsbosbeheer ofwel de situatie in haar eigen gebieden niet goed kent, ofwel dat ze onjuiste informatie verspreidt. Een historisch voorbeeld van jacht als extensieve veehouderij, is het kapitale hert Caesar (jaren â60) dat zich door zân omvang niet makkelijk kon voortplanten, waarop jagers zân rivalen dood schoten om toch tot nazaten van Caesar te komen.

Staatsbosbeheer stelt ten onrechte dat er overlast voor recreanten en landbouwers zou kunnen ontstaan als gevolg van een grote zwijnenpopulatie. Recreanten komen juist naar het gebied om zwijnen te zien en landbouwers zijn vrijwel allemaal (in elk geval in het leefgebied van Sneeuwvlokje) met miljoenen aan gemeenschapsgeld uitgerasterd ter vermijding van zwijnenoverlast. In het bewuste gebied zijn geen landbouwbedrijven, zodat ook dit argument gezocht en misleidend is. Onderzoek van Alterra (dr. G.Groot Bruinderink) heeft aangetoond dat het natuurlijk voedselaanbod de voortdurend optredende overpopulatie op de Veluwe niet kan verklaren. Die moet dus gezocht worden in illegaal bijvoeren op grote schaal. Het argument dat zwijnen in Nederland geen natuurlijke vijanden zouden hebben en dat de jagers daarom die rol op zich nemen is onzinnig. In natuurlijke omstandigheden vormt het voedselaanbod de belangrijkste regulerende factor in de natuur. Zolang Staatsbosbeheer toelaat dat honger als natuurlijke vijand geen kans krijgt, kan gezegd worden dat ze onder één hoedje speelt met de jagers op een zeer afkeurenswaardige wijze. Overigens moet gezegd worden dat ook jagers geen natuurlijke vijanden hebben, anders dan vergrijzing van de populatie.

De Partij voor de Dieren zet haar e-mail aktie voort om Sneeuwvlokje te redden en zal ook andere publieksakties voorbereiden. Opvang van Sneeuwvlokje in een niet-natuurlijke omgeving wijst de Partij voor de Dieren af. Sneeuwvlokje dient zowel tegen jagers als tegen overijverige dierenbeschermers beschermd te worden. Een in het wild levend dier hoort niet thuis op een boerderij maar in het bos als natuurlijke leefomgeving. De inspanningen moeten niet gericht zijn op het daaruit halen van Sneeuwvlokje, maar op het bieden van veiligheid in de natuur.