26 mei 2005 kp 1863, fax, co-blad, dagbl, opinie,
persb, rtv, depvl, se-med, arbo-p
Ontwerpadvies SER bepleit andere opzet arboregelgeving
Er moet op arbogebied een duidelijker onderscheid komen tussen het publieke en het private domein. De (publieke) regelgeving op arbogebied moet zo concreet mogelijk aangeven welk beschermingsniveau van werknemers moet worden bereikt. De vraag hóe dat beschermingsniveau wordt bereikt, moet worden overgelaten aan werkgevers en werknemers. Om hen hierbij te helpen stelt de SER voor dat een 'Arbocatalogus' wordt opgesteld, waarin methodes staan waarmee het voorgeschreven beschermingsniveau kan worden bereikt. Vakbonden en werkgeversorganisaties kunnen op sectorniveau over de invulling van de Arbocatalogus afspraken maken. Gaat het om sectoroverschrijdende zaken, dan kunnen die afspraken ook op landelijk niveau tussen de sociale partners worden gemaakt.
Dat staat in een ontwerpadvies over de evaluatie van de Arbowet dat de SER op vrijdag 17 juni in zijn openbare raadsvergadering zal vaststellen. Op dit moment wordt het ontwerpadvies besproken in de achterbannen van de organisaties van werknemers en werkgevers.
De voorstellen in het ontwerpadvies wijken af van die van staatssecretaris van Hoof van SZW in zijn adviesaanvraag. Hij wilde een onderscheid maken tussen lage en overige arbeidsrisico's, waarbij de overheid zich alleen nog zou richten op die overige risico's. Het ontwerpadvies kiest voor een andere opzet, namelijk een duidelijker onderscheid tussen het publieke en het private domein. Het publieke domein wordt (uitsluitend) gevormd door de Arbowet, het Arbobesluit en de Arboregeling. Het voorstel houdt een herordening van de regelgeving in. In het publieke domein worden voorzover nodig ook de concrete en handhaafbare doelvoorschriften uit de Beleidsregels opgenomen; de middelvoorschriften, toelichtingen en detailleringen worden uit het huidige publieke domein gehaald en gaan tot het private domein van de sociale partners behoren. Het voorgestane nieuwe stelsel kan daarmee bijdragen aan een vereenvoudiging van de arboregelgeving en een versterking van het maatwerkbeginsel. Verder kan echt overbodige regelgeving worden geschrapt en de structuur van de overblijvende regelgeving kan worden verhelderd.
De overgang naar de nieuwe arbostructuur zal behoorlijk ingrijpend zijn. De huidige globale doelvoorschriften moeten worden geherformuleerd in heldere en concrete, handhaafbare doelvoorschriften, gekoppeld aan duidelijke wetenschappelijk onderbouwde grenswaarden. De overheid moet zich hierover buigen, maar mét de uitdrukkelijke inbreng van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers.
Het ontwerpadvies stelt met nadruk dat de voorgestelde structuur van de Arbowet ook op Europees niveau zou moeten worden nagestreefd, zodat uiteindelijk een uniform Europees arbostelsel ontstaat. Het voorgestelde Nederlandse systeem is dan de eerste stap in die richting.
In het voorgestane stelsel handhaaft de Arbeidsinspectie (AI) op de normen zoals opgenomen in het publieke domein. De handhaving zou niet moeten worden beperkt tot negatieve sanctionering. Het aanreiken van praktische suggesties of het geven van een compliment biedt volgens het ontwerpadvies stimulansen bij de naleving van de regels en draagt bij aan een meer positieve beeldvorming over de AI.
Het in de adviesaanvraag voorgestelde instrument van naming and shaming (openbaarmaking van de naam van een onderneming ingeval van ernstige overtreding) biedt volgens het ontwerpadvies onvoldoende toegevoegde waarde. De voorgestelde verdubbeling van de maximaal op te leggen boetes kan, in bepaalde gevallen van ernstige overtreding van de arbovoorschriften, wel een effectief instrument zijn.
Sociaal-Economische Raad