20 mei 2005
Senioren met hogere inkomens worden succesvoller ouder
Nieuwe meting SMILE-studie onder 55+ers
Op 26 en 27 mei ontvangen weer enkele duizenden Eindhovenaren van 55
jaar en ouder een nieuwe vragenlijst van het grootschalige
SMILE-gezondheidsonderzoek in hun brievenbus. De SMILE-studie (Studie
naar Medische Informatie en Leefwijzen in Eindhoven) ging in november
2002 van start. Uit de eerste metingen is inmiddels gebleken dat er
een relatie bestaat tussen inkomen en lichamelijk en geestelijk
functioneren.
Het doel van de SMILE-studie is te achterhalen welke processen de
gezondheid beïnvloeden, maar ook wat de gevolgen zijn van gezond
blijven of (chronisch) ziek worden. De vragen zullen divers zijn:
woonsituatie, of mensen hun gezondheid goed vinden, hoe het staat met
het geheugen en met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten en in
hoeverre mensen tevreden zijn met de gezondheidszorg. Juist door
mensen lange tijd te volgen kan waardevolle informatie over oorzaken
én gevolgen van ziektes en over oorzaken van ongezond gedrag verzameld
worden. Het SMILE-onderzoek wordt uitgevoerd door onderzoekers van de
Universiteit Maastricht, in samenwerking met de Stichting
Gezondheidscentra Eindhoven (SGE).
Eindhovenaren van twaalf jaar en ouder worden vijftien jaar lang
gevolgd, waarbij gekeken wordt naar hun gezondheidstoestand, maar ook
naar sociale en psychologische factoren als de leefomgeving en het
omgaan met problemen. Dit voorjaar wordt in de SMILE-studie speciaal
aandacht besteed aan ouderen (55+) met en zonder een langdurige
ziekte. Er wordt bijvoorbeeld bekeken wat de gevolgen van langdurige
ziektes zijn en of nadelige gevolgen samenhangen met financiële
problemen, slechte huisvesting, depressieve klachten en ongezonde
leefstijlen. Daarnaast wordt bekeken of de mate waarin mensen het
gevoel hebben dat ze zelf invloed kunnen uitoefenen op hun gezondheid,
invloed heeft op de gevolgen van ziekte en het krijgen van nieuwe
ziektes. Omdat SMILE een langdurige studie is, worden de gegevens
waardevoller naarmate mensen langer meedoen in de studie.
Uit eerder verzamelde enquêtegegevens blijkt dat er op het gebied van
lichamelijk en geestelijk functioneren onder de 55+ers veel
verschillen zijn tussen hogere en lagere inkomens. Bij de 20% rijkste
55+ers geeft 30 tot 40% aan succesvol te verouderen; bij de 20% armste
deelnemers geeft maar 15% aan goed te functioneren. Dit geldt zowel
voor lichamelijk als voor geestelijk functioneren. De lagere inkomens
zeggen bij voorbeeld meer last te hebben bij het traplopen en zeggen
minder vaak levenslustig te zijn. Waarom dat zo is, is nog
onduidelijk. Welgestelde 55+ers hebben weliswaar minder vaak
langdurige ziekten, maar het is inmiddels duidelijk dat ook andere
factoren dan rijkdom hen beschermen tegen een versnelde veroudering.
Noot voor de pers:
Voor meer informatie over de inhoud van dit persbericht kunt u terecht
bij Marjan van den Akker, 043 388 2321/388 2225, e-mail
Marjan.vandenAkker@HAG.unimaas.nl.
De afdeling Communicatie van de UM is bereikbaar via 043 388 5222,
e-mail pers@bu.unimaas.nl. Voor urgente zaken buiten kantooruren: 06
4602 4992.
Universiteit Maastricht