Persbericht
Embargo woensdag 25 mei, 2005, 00.01 uur.
Amnesty International Jaarboek 2005: Regeringen doen hun belofte van een
wereldorde gebaseerd op mensenrechten geweld aan.
Jaarboek 2005 documenteert schendingen mensenrechten in 149 landen.*
'Door een gebrek aan leiderschap komen regeringen hun belofte van een
wereldorde gebaseerd op mensenrechten niet na. Ze volgen een gevaarlijke,
nieuwe agenda, waarbij de taal van vrijheid en gerechtigheid gebruikt wordt
voor een beleid gestoeld op angst en onveiligheid. Daarin wordt zelfs
geprobeerd de definitie van marteling te herschrijven', aldus Amnesty
International bij de presentatie van haar Jaarboek 2005.
Uit het jaarboek blijkt dat voor veel regeringen 2004 in het teken heeft
gestaan van terrorismebestrijding, vaak ten koste van naleving van
mensenrechten. Het gebruik van buitensporig geweld tegen burgers in
Oezbekistan is daarvan het meest recente voorbeeld. Daarbij besteedt het
jaarboek nog nauwelijks aandacht aan allerlei maatregelen tegen terrorisme
die in voorbereiding zijn, zoals in Nederland. 'Een van die beoogde
maatregelen: de toekomstige strafbaarstelling van "het verheerlijken of
vergoelijken van ernstige terroristische misdrijven" (apologie) zou een
ernstige inbreuk op de vrijheid van meningsuiting kunnen betekenen', zo
zegt Amnesty International.
Regeringen en gewapende groepen
De nieuwe internationale veiligheidsagenda leidt ertoe dat duizenden mensen
in humanitaire crises en conflicten, vergeten worden. Regeringen falen bij
het beschermen van hun mensenrechten. Gewapende groepen hebben nieuwe
dieptepunten van gewelddadigheid bereikt.
In Darfur, was de Soedanese regering verantwoordelijk voor een
mensenrechtencatastrofe en deed de internationale gemeenschap te weinig, te
laat, met ernstige gevolgen voor honderdduizenden.
In Haïti veroverden verantwoordelijken voor ernstige
mensenrechtenschendingen opnieuw machtsposities. In de Democratische
Republiek Congo was er geen effectieve reactie op de systematische
verkrachting van tienduizenden vrouwen, kinderen en zelfs baby's. Ondanks
verkiezingen glijdt Afghanistan weg in een neerwaartse spiraal van
wetteloosheid en instabiliteit. Hetzelfde geldt voor Irak.
Tsjetsjeense vrouwen werden gemarteld, verkracht en seksueel misbruikt door
Russische soldaten. De regering van Zimbabwe manipuleert voedseltekorten om
politieke redenen.
Gewapende groepen bereikten nieuwe dieptepunten van onmenselijkheid. Het
onthoofden van gevangenen in Irak; de gijzeling van duizend mensen,
waaronder honderden kinderen in Beslan; en de dood van bijna tweehonderd
forenzen bij aanslagen in Madrid, schokten de wereld.
'Vier jaar na 9/11 is de belofte van regeringen om de wereld veiliger te
maken hol gebleken', aldus Amnesty International.
In de Verenigde Staten bestaat er, ondanks het gebruik van woorden als
"gerechtigheid" en "vrijheid", een groot gat tussen worden en daden. De
beste illustratie hiervan is de onwil om een volledig en onafhankelijk
onderzoek te starten naar de marteling en mishandeling van gevangenen door
Amerikaanse soldaten in Abu Graib en met name naar de verantwoordelijkheid
van hooggeplaatste militairen en politici.
Zeer schadelijk waren ook de pogingen van de Amerikaanse regering om het
absolute verbod op marteling te relativeren, waarbij termen als
"environmental manipulation", "stress positions" en "sensory manipulation"
de harde werkelijkheid moesten verbloemen.
De Verenigde Staten zet als de economische, politieke en militaire
supermacht, de toon voor het gedrag van regeringen wereldwijd. 'Als het
machtigste land te wereld zijn neus ophaalt voor de rechtstaat en voor
mensenrechten, lijkt dit een vrijbrief voor andere landen om mensenrechten
te schenden zonder daarvoor bestraft te worden', zo zegt Amnesty
International.
Nederland
Hoewel er in het Jaarboek 2005 geen aparte aandacht aan wordt besteed,
gelden de zorgen van Amnesty ook Nederland. Amnesty wijst erop dat in
Nederland vergaande antiterrorismemaatregelen in voorbereiding zijn. Zo
kondigde de Nederlandse regering begin 2005 aan 'het verheerlijken of
vergoelijken van ernstige terroristische misdrijven' (apologie) strafbaar
te willen gaan stellen. Die aankondiging is in strijd met een mededeling
van de regering aan de Raad van Europa in 2003: ' "vergoelijking van
terrorisme"is momenteel geen specifiek misdrijf, noch wordt het creëren van
zo'n misdrijf voorzien aangezien zulks een ernstige inbreuk op de
grondwettelijke vrijheid van meningsuiting zou opleveren'. De vrijheid van
meningsuiting wordt internationaal onder meer gegarandeerd in artikel 19
van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM), artikel 19
van het Internationaal Verdrag inzake Burger-en Politieke Rechten (IVBPR)
en in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
(EVRM).
De toezichthoudende organen bij genoemde verdragen, zoals het Europese Hof
voor de Rechten van de Mens, hebben altijd hoge eisen gesteld aan
rechtmatige inperkingen van de vrijheid van meningsuiting. "Het is verre
van uitgesloten dat Nederlandse strafbaarstelling van apologie, die met
name gericht zal zijn op vergoelijken van reeds gepleegde misdrijven, bij
internationale toezichthouders zal sneuvelen", aldus Amnesty International.
"De regering zal moeilijk kunnen volhouden dat zulke strafbaarstelling
noodzakelijk is voor handhaving van de openbare orde of ter voorkoming van
misdrijven, als niet het oproepen tot toekomstig geweld maar juist het
vergoelijken van reeds gepleegd geweld onder een apologieverbod gaat
vallen. Het wezen van het recht op vrije meningsuiting is de bescherming
van meningen die de overheid of de meerderheid van een bevolking niet
welgevallig zijn. Een apologieverbod tast al gauw de kern van dit recht
aan".
In september 2004 kondigde de Nederlandse regering aan voorlopige hechtenis
van personen verdacht van terrorisme makkelijker te willen maken. De
wetsvoorstellen zouden er onder ander toe kunnen leiden dat personen
verdacht van terrorisme op veel lichtere gronden dan nu mogelijk is in
voorlopige hechtenis kunnen worden gehouden, terwijl de lengte van de
voorlopige hechtenis tot meer dan twee jaar zou kunnen oplopen. Als deze
voorstellen wet worden zal de kans aanzienlijk toenemen dat onschuldigen
langdurig en onterecht aan vrijheidsontneming worden onderworpen.
Cijfers wereldwijde schendingen
Het Jaarboek meldt mensenrechtenschendingen uit 2004. Wereldwijd
'verdwenen' mensen in ten minste 10 landen en zaten in 32 landen
gewetensgevangenen vast. Marteling en mishandeling door veiligheidstroepen,
politie en andere autoriteiten maakte in ten minste 95 landen slachtoffers.
De doodstraf werd in 51 landen uitgesproken en in 25 landen daadwerkelijk
ten uitvoer gebracht. In minimaal 38 landen werden mensen gevangen gezet
zonder aanklacht of proces, waarvan in ten minste 10 landen sprake is van
detentie op een geheime locatie.
In ieder geval in 12 landen werden mensenrechten geschonden onder
antiterrorisme wetgeving. In eveneens ten minste 12 landen waren verdachten
het slachtoffer van marteling of mishandeling in de context van de "War on
Terror".
Ook gewapende groeperingen begingen ernstige inbreuken op de rechten van de
mens. In ten minste 25 landen was sprake van moord en ander geweld door
gewapende groeperingen. In minimaal 9 landen was sprake van marteling en
mishandeling van gevangenen en in 16 landen van gijzeling en kidnapping
door zulke groeperingen.
Goed nieuws
Tal van gewetensgevangenen kwamen in 2004 vrij, mede door acties van
Amnesty International. De Cubaanse journalist Jorge Oliveira Castilo werd
in maart 2003 veroordeeld tot 18 jaargevangenisstraf voor zijn bijdrage aan
een onafhankelijk tijdschrift. Hij werd begin december 2004 vrijgelaten.
De Iraanse Afsaneh Norouzi heeft 7 jaar in de dodencel gezeten wegens
moord op een politieagent in 1997. Ze heeft altijd verklaard de man uit
zelfverdediging te hebben gedood, omdat hij probeerde haar te verkrachten.
In augustus 2004, na wereldwijde actie voor Norouzi, werd de executie
uitgesteld. In januari 2005 werd duidelijk dat de executie van Norouzi
definitief was afgewend.
Positief waren ook uitspraken van het Amerikaanse Hooggerechtshof dat de
Guantanamo Bay-gevangenen recht hebben op rechterlijke toetsing van hun
detentie en van de Britse Law Lords dat het voor onbepaalde tijd vasthouden
zonder aanklacht of proces van personen verdacht van terrorisme onwettig
is.
*) Het Amnesty International Jaarboek 2005 documenteert
mensenrechtenschendingen in 2004.
Noot voor de redactie-