Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Stichting van de Arbeid Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Postbus 90405 Anna van Hannoverstraat 4
2509 LK Den Haag Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer
AV/IR/2005/38331 333
Onderwerp Datum Contactpersoon
Het wegnemen van belemmeringen voor 25 mei 2005
doorwerken na 65 jaar
Op 7 december 2004 heb ik de Tweede Kamer een routeplanner aangeboden voor de
discussie over het wegnemen van belemmeringen voor doorwerken na 65 jaar (TK 2004-
2005, 28 170, nr.29). In de routeplanner is aangekondigd dat de discussie niet alleen met de
Tweede Kamer zal worden gevoerd. Ook de standpunten en adviezen van andere relevante
actoren zullen worden betrokken. In dit kader heb ik aan de Sociaal-Economische Raad, het
Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO) en aan het Nationaal
Platform voor Ouderen en Europa (NPOE) gevraagd een advies op te stellen over het
onderwerp `Wegnemen van belemmeringen voor het doorwerken na 65 jaar'.
Aanleiding hiervoor vormen mede de volgende overwegingen:
Door de hogere welvaart en de betere gezondheidszorg is de levensverwachting van de
Nederlandse bevolking gestegen. Ook het gemiddeld aantal gezonde jaren, dat men na het
65e levensjaar heeft, is toegenomen.
Er bestaat een groeiende groep ouderen die behoefte heeft aan actieve deelname aan de
samenleving via arbeid. Zij ervaren het gedwongen moeten beëindigen van hun loopbaan
vanwege het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, als een belemmering van hun
ontplooiingsmogelijkheden.
Daarnaast bestaat er een groep ouderen die hoofdzakelijk vanwege financiële overwegingen
arbeid wil verrichten. Het gaat hierbij onder meer om migranten, kleine zelfstandigen en
herintreedsters met een AOW- en/of pensioengat.
Ik verzoek, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Stichting
van de Arbeid in te gaan op de volgende, meer specifieke vragen. Deze vragen hebben deels
ook betrekking op ouderen tot 65 jaar:
- welke acties heeft de Stichting dan wel zal de Stichting ondernemen ten aanzien van
demotie? In het kabinetsstandpunt "Stimuleren langer werken van ouderen" van 29
april 2004 (TK 2003-2004, 27046, nr.5) wordt geconstateerd dat CAO's vaak een
hinderpaal zijn van demotie;
- welke acties heeft zij dan wel zal zij ondernemen ten aanzien van
leeftijdsafhankelijke beloning? In het hiervoor genoemde kabinetsstandpunt wordt
geconstateerd dat aan de vraagzijde de kosten-batenafweging belemmerend werkt
voor het in dienst nemen en houden van ouderen;
2
- welke acties heeft zij dan wel zal zij ondernemen met betrekking tot het doorlichten
van CAO's en pensioenregelingen op bepalingen die betaald werken na het 65e jaar
belemmeren?
- welke positieve prikkels acht de Stichting wenselijk om doorwerken na 65 jaar te
stimuleren?
- kunnen flexibele arrangementen, zoals een deeltijdpensioen vanaf de leeftijd van 65
jaar, het doorwerken na 65 jaar stimuleren?
Vragen van gelijke strekking zijn voorgelegd aan de Raad voor het
Overheidspersoneelsbeleid.
Verder wil ik het volgende opmerken:
Onlangs is het advies `Van alle leeftijden' van de Sociaal-Economische Raad verschenen
(advies 05/02 van 21 januari 2005). Ik onderschrijf het belang dat de SER hecht aan het
langetermijn- of levensloopperspectief, dat impliceert dat een toekomstgericht
ouderenbeleid niet uitsluitend is gericht op ouderen als afzonderlijke doelgroep, maar juist
op alle generaties. Dat geldt ook voor het belang dat de SER schenkt aan het behoud van de
inter- en intragenerationele solidariteit.
Ik hoop dan ook dat de Stichting van de Arbeid deze uitgangspunten mee zal nemen in de
beantwoording van de vragen.
Verder wil ik nog uw aandacht vragen voor het mogelijke risico van verdringing van de
groep oudere werknemers in de leeftijd van 55 tot 65 jaar. Als onderdeel van de
Lissabonstrategie streeft de Europese Unie naar een arbeidsparticipatie van 50% in 2010 van
deze groep.
Tot slot wil ik nog het volgende opmerken: Ik acht het van belang te voorkomen dat het
wegnemen van belemmeringen voor de ouderen die door willen werken na hun 65e, ten
koste gaat van de noodzakelijke sociale bescherming (in de vorm van AOW) van de ouderen
die dat niet willen.
Ik hoop uw reactie zo mogelijk op 1 september 2005 te ontvangen.
Bijgevoegd treft u de brief van 7 december 2004 aan de Tweede Kamer aan.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid