Gemeente Utrecht


2005 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
48 Vragen van P.F.C. Jansen
(ingekomen 27 april 2005)


De SP-fractie heeft vernomen dat de Arbeidsinspectie op 25 april jl. de sloopwerkzaamheden in het kader van de renovatie van 194 woningen in Tolsteeg (Robijnhof e.o.), eigenaar BO-EX, heeft stilgelegd.
Er blijkt in deze woningen het nodige gevaarlijke asbestmateriaal verwerkt te zijn en dus moeten er bij de renovatie speciale voorzorgsmaatregelen getroffen worden ter bescherming van de bouwvakkers en de bewoners. Omdat de aannemer die maatregelen 'vergeten' was, greep de Arbeidsinspectie in. Voorlopig ligt de bouw stil totdat een asbestverwijderingsbedrijf op de juiste manier het gevaarlijke materiaal heeft aangepakt.

Nu doet zich hierbij het merkwaardige feit voor dat zowel de BO-EX als de aannemer al heel lang wisten dat er asbest in de woningen zat. In de zomer van 2003 heeft de BO-EX een asbestonderzoek laten verrichten door een ingenieursbureau. Dat bureau rapporteerde op 4 juli 2003 aan de BO-EX dat vooral in groene en grijze platen van de raamkozijnen het kankerverwekkende asbestmateriaal zat.

Het valt de SP-fractie op dat er vaker sloop- en bouwwerkzaamheden bij woningbouwcomplexen worden stilgelegd, omdat er pas tijdens de uitvoering wordt vastgesteld dat asbest aanwezig is. Daardoor is bijvoorbeeld in 2003 de sloop van de Pedagogenbuurt enkele maanden vertraagd. Naar aanleiding hiervan heeft de SP-fractie de volgende vragen:

1. De initiatiefnemers voor bouw- en sloopprojecten dienen op grond van wettelijke bepalingen vooraf na te gaan of er asbest aanwezig is. Op welke wijze controleert de gemeente Utrecht bij de bouwaanvraag of er deugdelijk onderzoek gedaan is? Is de aanvrager van een bouwaanvraag verplicht om uit eigen beweging de uitkomsten van het asbest-inventarisatierapport mee te sturen met de bouwaanvraag?

2. Is er in het kader van de bouwaanvraag voor de renovatie van het complex Robijnhof e.o. door Bouwtoezicht actief nagegaan of er door BO-EX een asbest inventarisatierapport gemaakt was? Zo nee, waarom niet?

3. De gemeente Utrecht heeft eind jaren negentig een asbestinventarisatie laten uitvoeren voor alle gemeentelijke gebouwen. Deze inventarisatie bewijst nu nog dagelijks zijn nut bij verbouwingen en sloopwerkzaamheden. Voor zover ons bekend hebben de Utrechtse woningcorporaties geen inventarisatie van hun complexen laten uitvoeren, hoewel door de gemeente destijds wel is aangeboden om tegen aantrekkelijke condities "mee te liften". Klopt onze informatie en zo ja: is het College bereid om met de woningcorporaties te overleggen hoe de inventarisatie en sanering van asbest in hun complexen op een systematische manier ter hand kan worden genomen?


Antwoorden van Burgemeester en wethouders
(verzonden 24 mei 2005)


1. Nee, bij een bouwaanvraag is geen verplichting om gegevens omtrent asbest aan te leveren. Op grond van de Utrechtse Bouwverordening (artikel 8.1.2.) moet in een aanvraag om sloopvergunning gemotiveerd worden aangegeven of het te slopen bouwwerk asbest bevat. Asbest wordt niet vermoed aanwezig te zijn indien bepaalde gegevens worden overgelegd (zoals bijvoorbeeld een asbestonderzoeksrapport). Als dergelijke gegevens niet worden overgelegd, dan wordt vermoed dat het bouwwerk asbest bevat. Indien er van een dergelijk vermoeden sprake is, moet met een onderzoeksrapport van een deskundig bedrijf aangetoond worden of dit vermoeden juist is.


In plaats van een onderzoeksrapport mag bij een aanvraag om sloopvergunning ook andere, in de Bouwverordening genoemde, gegevens worden overgelegd, mits daaruit blijkt of asbest aanwezig is, en zo ja, waar dit asbest zich bevindt.

Als deze gegevens ontbreken is een aanvraag niet ontvankelijk en moeten binnen 4 weken alsnog de ontbrekende gegevens worden aangeleverd. De aanvrager is derhalve verplicht bij een aanvraag om sloopvergunning gegevens omtrent asbest mee te sturen.
2. Nee, in het kader van de bouwaanvraag is door de afdeling Bouwbeheer niet nagegaan of er een asbestinventarisatierapport is gemaakt. Dat komt aan de orde bij een sloopaanvraag. Die was niet aangevraagd omdat BO\EX abusievelijk veronderstelde dat voor dit type werkzaamheden geen sloopvergunning vereist was. Dit is geconstateerd na een anonieme tip bij de afdeling Bouwbeheer. De afdeling Bouwbeheer heeft, in overleg met de Arbeidsinspectie, de werkzaamheden stilgelegd. Vervolgens is door Bo-Ex een aanvraag om sloopvergunning (incl. asbestinventarisatierapport) ingediend, gevolgd door een werkplan van de asbestsaneerder. Na beoordeling van de stukken is de sloopvergunning verleend.
3. Het klopt dat eind jaren negentig een asbestinventarisatie is uitgevoerd voor de gemeentelijke gebouwen. In de na-oorlogse (woning)bouw (tot ± 1975) was asbest overigens een zeer gebruikelijke materiaalsoort (bijvoorbeeld rookkanalen en gevelpanelen). Zolang deze niet ver- of bewerkt worden, komt er geen asbest vrij. Gezien het lage risico bij gebonden asbest, zien wij geen noodzaak om met de woningcorporaties te spreken over sanering. De sanering kan naar onze mening plaatsvinden bij verandering c.q. renovatie van de gebouwen.


---- --