Gemeente Den Haag

mei 2005
Start inspraak milieueffectrapportage Trekvliettracé (23 mei)

Vandaag hebben de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Den Haag de startnotitie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) van het Trekvliettracé vrijgegeven voor inspraak. Tot 20 juni leggen de gemeenteraden de startnotitie ter visie en kunnen burgers en belanghebbende organisaties erop reageren.

De startnotitie is eerder door het stadsgewest Haaglanden opgesteld en aangeboden aan de gemeenteraden. Met deze startnotitie gaat de m.e.r.-procedure voor het Trekvliettracé, de nieuwe verbindingsweg tussen knooppunt Ypenburg en de binnenstad van Den Haag, van start. De startnotitie geeft aan welke varianten onderzocht gaan worden en welke aspecten daarbij worden betrokken. Na de inspraak zal ook de landelijke m.e.r.-commissie advies geven. Op basis daarvan zullen de richtlijnen voor de m.e.r. door de gemeenteraden worden vastgesteld. Naar verwachting start de uitvoering van het onderzoek dan in september 2005, zodat de studie medio 2006 gereed is.

Voorkeurstracé
Bij de m.e.r. wordt gekeken naar de effecten die het Trekvliettracé zal hebben op aspecten als verkeer, verkeersveiligheid, leefbaarheid, natuur, archeologie en aspecten tijdens de bouw. Dit levert informatie die nodig is om het milieubelang mee te wegen bij de besluitvorming. Op basis van de uitkomsten van de m.e.r.-procedure en een kosten-batenanalyse wordt dan door de gemeenteraden de uiteindelijke keuze gemaakt voor een tracé. Hierover vindt ook weer inspraak plaats. Ten slotte wordt het tracé in nieuwe bestemmingsplannen opgenomen, waarop gereageerd kan worden.

Varianten en alternatieven
In de studie worden diverse varianten bekeken waaronder verschillende tunnelvarianten, zoals een geboorde tunnel, maar ook alternatieven met versterking van het openbaar vervoer (OV-variant), betere benutting van wegen en ook als referentie als er niets wordt gedaan (nul-variant). In de m.e.r.-procedure worden bovendien de subvarianten voor de fasering van het project meegenomen. Het gaat daarbij om een eerste fase met een aansluiting op het onderliggend wegennet en een tweede fase met viaducten of tunnels die rechtstreeks aansluiten op het hoofdwegennet (A4/A13).

Regionaal belang
Eerder hebben het stadsgewest en de colleges van B&W van de betrokken gemeenten al aangegeven dat de oplossing van de regionale verkeersproblematiek van groot belang is. Economische ontwikkelingen, zoals b.v. herstructurering van de Binckhorst, en een toenemende groei van de mobiliteit veroorzaken een grote aanwas van het autoverkeer de komende jaren, zo blijkt uit verkeerskundige onderzoeken. Daardoor kan de bereikbaarheid van de centrale zone van de stad Den Haag en de Binckhorst in de knel komen en komt de economische positie en de leefbaarheid in het gedrang. De studie naar het Trekvliettracé en mogelijke varianten is noodzakelijk om te komen tot een afgewogen oplossing te komen die meehelpt dit dreigende probleem te voorkomen.