Ernst & Young: méér, exactere en gunstigere prognoses; laag aantal winstwaarschuwingen
24 mei 2005 -
Meer Nederlandse beursfondsen zijn het jaar positief gestart. Ruim eenderde van de fondsen gaf in het eerste kwartaal van 2005 een gunstige prognose af voor de rest van het jaar. Daarentegen werden slechts drie winstwaarschuwingen afgegeven. Dit blijkt uit kwartaalonderzoek van Ernst & Young naar financiële prestatie-indicatoren door beursgenoteerde ondernemingen in Nederland.
In het eerste kwartaal van 2005 gaven 54 (37 procent, was 32 procent in het eerste kwartaal van 2004) van de 146 aan de Amsterdamse Euronext genoteerde ondernemingen een prognose af. Daarvan verwachtte 51 ondernemingen (94 procent, was 78 procent) dat er een groeiend resultaat en/of omzet gerealiseerd kon worden in 2005. De AEX- en Midkap-fondsen zetten hierbij de toon, respectievelijk 60 en 52 procent gaven een prognose af tegen 17 procent van de NMAX fondsen en 28 procent van de overige fondsen. Prognoses werden vooral gegeven op basis van het te behalen resultaat (33x), gevolgd door resultaat én omzet (13x), omzet (7x) en cash flow (1x).
Meer prognoses bouw & vastgoed, dienstverlening en telecom
Verdeeld over de sectoren waren het vooral ondernemingen uit de bouw en vastgoed, dienstverlening en telecom die in meerderheid een prognose afgaven. Het tegengestelde beeld werd geconstateerd in de sectoren IT, industrie en media en entertainment.
'Het is positief om te constateren dat meer ondernemingen prognoses afgeven en in hun prognoses exactere financiële doelstellingen opnemen', stelt Geert-Jan van Logtestijn partner bij Ernst & Young Transaction Advisory Services. 'In het bijzonder onder AEX fondsen is die trend bespeurbaar. Wij telden 31 fondsen (57 procent) die hun prognose kwantificeerden. Een jaar eerder was dat nog 37 procent. Vooral voor beleggers biedt dit betere houvast en dat is een positief signaal.'
Voorzichtiger met winstwaarschuwingen
Opvallend is het volgens Van Logtestijn wel dat ondernemingen die in 2004 een winstwaarschuwing moesten afgeven, voorzichtiger zijn geworden. 'Van de 22 ondernemingen die in 2004 een winstwaarschuwing afgaven, kwamen er 14 (64 procent) in het eerste kwartaal van dit jaar niet met een prognose. Er is blijkbaar nog steeds een groep ondernemingen die door schade en schande wijs geworden - terughoudend is geworden met het geven van een vooruitblik.'
In tegenstelling tot de groei in het aantal prognoses nam het aantal winstwaarschuwingen verder af. In het eerste kwartaal werden drie winstwaarschuwingen afgegeven, zes minder dan een kwartaal eerder en drie minder dan het eerste kwartaal van 2004. Opvallend is dat de gemiddelde koersreactie op een winstwaarschuwing toeneemt. Daalde de koers na een winst¬waarschuwing in het vierde kwartaal van 2004 nog met 5,6 procent, in het eerste kwartaal van 2005 was dat 9,0 procent.
Over het onderzoek
Ernst & Young analyseert ieder kwartaal de financiële prognoses en winstwaarschuwingen van in Nederland beursgenoteerde bedrijven. Het betreft een analyse van winstwaarschuwingen in een bepaalde periode en niet óver een bepaalde periode. De onderzoekers kijken naar zaken als tijdigheid en gedetailleerdheid van de prognose, aantal winstwaarschuwingen, winst¬waarschuwingen per sector, beurscategorieën waar de bedrijven genoteerd zijn, de gemiddelde koersdaling en gecommuniceerde maatregelen naar aanleiding van de waarschuwing.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Toby Ellson, woordvoerder Ernst & Young via e-mail of telefoon 010 406 53 64 of 06 29 08 47 62 óf bij Geert-Jan van Logtestijn, van Ernst & Young Transaction Advisory Services via e-mail of telefoon 020 549 73 92.
Ernst & Young