Nationale belangen Mainport Rotterdam geborgd
Minister Peijs van Verkeer en Waterstaat is tot de conclusie gekomen
dat de nationale belangen rondom de Rotterdamse haven veilig kunnen
worden gesteld. Los van mededingsaspecten bieden bestaande regelingen
én nader te maken afspraken daarvoor voldoende mogelijkheden.
Dat blijkt uit de nota "Borging Nationale Belangen Mainport Rotterdam"
die Minister Karla Peijs mede namens haar collega's van EZ, Financiën
en VROM aan de Kamer heeft aangeboden. Dit in reactie op een eerder
verzoek van de Kamer om een toelichting op en concretisering van de
borging van nationale belangen bij de exploitatie van de Rotterdamse
haven. De haven wordt immers in het kabinetsbeleid gezien als één van
de motoren van de Nederlands economie en daarmee van nationaal belang.
Dit is ook de achtergrond van de beoogde Staatsdeelneming in het
Havenbedrijf. Tevens was de verzelfstandiging van het Rotterdams
Havenbedrijf per 1 januari 2004 aanleiding om de (bestaande)
borgingsinstrumenten goed onder de loep te nemen.
Minister Peijs onderscheidt diverse nationale publieke belangen rondom
de Rotterdamse haven. Zij gaat in op vier belangen: de continuïteit en
kwaliteit van de zeehaven Rotterdam (1), veiligheid (2), duurzaam
ruimtegebruik (3) en eerlijke mededinging en vrije toegang voor
bedrijven tot de haveninfrastructuur (4).
Deze belangen worden door Rijk en gemeente zeker gesteld via allerlei
specifieke arrangementen die de overheden ter beschikking staan, zoals
het Havenmeesterconvenant en het Bestuursakkoord PMR. Op een aantal
punten dienen deze evenwel verder uitgewerkt en aangevuld te worden.
Rijk en gemeente zullen, elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheden,
de komende periode bijdragen aan het verder ontwikkelen van het
borgingskader. Daarvoor is een gezamenlijke `beleidsagenda' opgesteld.
Een nog nader vorm te geven bestuurlijk overleg, dat moet bijdragen
aan het beter op elkaar afstemmen van het overheidsoptreden, maakt
hiervan onderdeel uit.
De nota is tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen de
Rijkspartners, de Gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam NV.
B&W van Rotterdam hebben aangegeven ingenomen te zijn met de nota en
de nota deze week aan de Gemeenteraad te doen toekomen.
Minister Brinkhorst van Economische Zaken heeft vandaag het verkennend
onderzoek dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit (Nma) heeft gedaan
naar de marktpositie van het Havenbedrijf Rotterdam naar de Kamer
gezonden. In de Contourennota Borging Nationale Belangen Mainport
Rotterdam gaat Minister Peijs in op het onderzoek. Zij geeft aan dat
de komende tijd benut wordt om een kabinetsvisie te ontwikkelen ten
aanzien van de haventarieven. Daarvoor wordt een inventarisatie
gemaakt van mogelijke borgingsinstrumenten, die tegen elkaar worden
afgewogen om het belang van eerlijke marktverhoudingen en de
bescherming van gebonden afnemers te garanderen. Momenteel biedt de
Mededingingswet het algemene wettelijke kader voor de bescherming van
afnemers van diensten tegen belemmering van de mededinging. De
wettelijke bescherming geldt alleen achteraf, nadat de klacht is
geuit.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat