Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 23-24 mei 2005
Ter inleiding zij vermeld dat op de zondag voorafgaand aan de RAZEB een zogenoemd 'conclaaf' zal plaatsvinden op ministerieel niveau, waar over de Financiële Perspectieven gesproken zal worden. Daarop wordt hier nader ingegaan onder het agendapunt 'voorbereiding Europese Raad'.
Algemene zaken
Voorbereiding Europese Raad 16 en 17 juni a.s.
De Raad zal zich naar verwachting buigen over de agenda voor de Europese Raad zoals het Voorzitterschap zich deze thans voorstelt. Naar zich laat aanzien denkt het Voorzitterschap vooralsnog aan agendering van de volgende onderwerpen: Financiële Perspectieven, economische-, sociale- en milieukwesties, ruimte voor vrijheid, veiligheid en recht, uitbreiding en externe betrekkingen.
De Financiële Perspectieven zullen, zoals hierboven vermeld, separaat aan de orde komen tijdens het ministeriële 'conclaaf' op 22 mei a.s. Daags voor deze bijeenkomst zal het Voorzitterschap waarschijnlijk een derde versie circuleren van de 'negotiating box', het onderhandelingsdocument waarvan een eerste versie uw Kamer reeds op vertrouwelijke basis toeging. Naar verwachting zal deze derde versie nog geen concrete getallen bevatten, maar wel een verdere concretisering bieden van oplossingsrichtingen. De tweede versie van de 'negotiating box' betrof vooral aanpassingen in categorie 1b (cohesiebeleid), hetgeen leidt tot besparingen in deze categorie ten opzichte van het Commissievoorstel. Logischerwijs waren veel toekomstige ontvangers hier ontevreden over. Voor de zes 1% landen gaan de besparingen echter nog niet ver genoeg. Separaat gaat uw Kamer op vertrouwelijke basis deze tweede versie toe van de 'negotiating box'.
Externe betrekkingen
EVDB
De Raad zal kennis nemen van de halfjaarlijkse voortgangsrapportage op het gebied van capaciteitenversterking. Tevens ligt aan de Raad een eerste versie van de 'Requirements Catalogue 2005' voor. Een definitieve uitwerking van de militaire behoeften op basis van de Headline Goal 2010 volgt in november, na uitvoering van operationele analyse met gebruik van NAVO-software. De Raad zal zich voorts buigen over de implementatie van initiatieven uit de verklaring van de 'Military Capabilities Commitment Conference' van november 2004. Het gaat onder meer om de evaluatie van het 'European Capability Action Plan' en de daaruit volgende herziening van het capaciteitenproces en de relatie van verschillende ECAP-projectgroepen met het Europees Defensie Agentschap (EDA). Deze ECAP-evaluatie is onder Nederlands Voorzitterschap in gang gezet. Met het oog op de nog steeds bestaande militaire tekorten hecht Nederland aan de voortzetting van deze evaluatie, die moet leiden tot een meer systematische aanpak van het capaciteitenvraagstuk, met een centrale rol voor het EDA. De herziening van de rol van de ECAP-projectgroepen, die onder het Luxemburgse Voorzitterschap heeft plaatsgevonden, is een belangrijke stap in deze richting.
De Raad zal voorts de resultaten bespreken van de eerste 'Battlegroup Co-ordination Conference', die op 11 mei jl. heeft plaatsgevonden. Tijdens deze conferentie hebben lidstaten gesproken over beschikbaarheid van Battlegroups tot 2010. Ook hebben zij toezeggingen voor Battlegroups gedaan, bevestigd of uitgewerkt. Tot slot hebben zij informatie uitgewisseld over de oprichting en het functioneren van Battlegroups. Voorts ligt aan de Raad een serie aanbevelingen voor, die het mogelijk moeten maken dat de EU-planning en besluitvorming voor operaties, in het bijzonder voor Battlegroup-operaties, indien nodig in een zeer korte tijd kan plaatsvinden. Dit is van belang om aan de ambitie te kunnen voldoen die de Unie zichzelf heeft gesteld ten aanzien van 'rapid response'.
De Raad zal het formele besluit nemen om de missie 'EUSEC RD Congo' te lanceren op 8 juni 2005, op basis van het Gemeenschappelijk Optreden dat reeds is aangenomen over deze missie. De missie moet een bijdrage leveren aan hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo.
HV/SG Solana zal in zijn hoedanigheid als Hoofd van het EDA rapporteren aan de Raad over de voortgang die het EDA heeft geboekt in het afgelopen half jaar. En marge van de RAZEB zullen de ministers van Defensie tevens bijeenkomen als bestuursraad van het Europees Defensie Agentschap.
Barcelonaproces / Euromed
Het Voorzitterschap is voornemens de lidstaten te informeren over de Euro-Mediterrane Conferentie voor Ministers van Buitenlandse Zaken, die op 30-31 mei aanstaande in Luxemburg plaatsvindt. Tijdens deze bijeenkomst zal met de Mediterrane partners een discussie worden gevoerd over de toekomst van het Barcelonaproces. Dit moet resulteren in een nieuw actieprogramma voor de Euro-Mediterrane samenwerking, goed te keuren tijdens de bijeenkomst op hoog niveau ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van het Barcelonaproces in november 2005. Nederland heeft in EU-verband en tegenover de Mediterrane partners aangegeven dat de samenwerking in het kader van het Euro-Mediterrane Partnerschap meer focus moet krijgen, waarbij meer aandacht besteed moet worden aan het bevorderen van politieke hervormingen, het bevorderen van economische hervormingen en ontwikkeling en het ondersteunen van onderwijs.
MOVP
HV Solana zal de Raad informeren over de uitkomsten van de Kwartet-bijeenkomst van 9 mei jl. in Moskou. Daarnaast zal de Raad mogelijk spreken over de Palestijnse parlementsverkiezingen van 17 juli 2005 en de voorgenomen Israëlische terugtrekking uit Gaza en delen van de noordelijke Westoever, medio augustus. Voor een succesvol verloop van beide gebeurtenissen is een goede en tijdige afstemming tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit noodzakelijk.
Ten aanzien van de Palestijnse verkiezingen zal Israël beperkingen, die momenteel voor de bewegingsvrijheid van Palestijnen gelden, moeten opheffen voor de verkiezingskandidaten en voor personen die betrokken zijn bij de organisatie van de verkiezingen. Beide partijen zullen voorts goede afspraken moeten maken over Oost-Jeruzalem teneinde een herhaling te voorkomen van de problemen die zich voordeden tijdens de presidentsverkiezingen in januari jl.
De tot dusverre moeizaam verlopen Israëlisch-Palestijnse coördinatie van de Gaza-terugtrekking heeft een nieuwe impuls gekregen met de benoeming door het Kwartet op 14 april jl. van de voormalige Wereldbank-president James Wolfensohn tot speciale gezant voor (de economische aspecten van) de Gaza-terugtrekking. Wolfensohn is voornemens om in samenwerking met de Palestijnse Autoriteit voor 1 juni as. een '100 Days Action Plan' op te stellen, dat de basis moet vormen voor een succesvolle ontwikkeling van de Gazastrook na de Israëlische terugtrekking.
De EU zal actief bijdragen aan het welslagen van de missie van Wolfensohn, die essentieel is voor vooruitgang in het vredesproces op basis van de 'Roadmap'.
Soedan
De Raad zal bezien hoe zij alle partijen in Soedan kan aansporen om met urgentie te werken aan een oplossing van het conflict in Darfur. De Raad zal in dit kader spreken over de noodzaak om de onderhandelingen in Abuja tussen regering en rebellen te hervatten. Daarnaast zal de rol aan de orde komen die de EU kan spelen ter ondersteuning van de missie van de Afrikaanse Unie (AU) in Darfur. De AU heeft recent aan zowel de EU als de NAVO een verzoek gestuurd om de missie bij te staan. Tenslotte zal steeds benadrukt moeten worden dat Soedan constructief dient samen te werken met het Internationale Strafhof, naar aanleiding van de negatieve reacties van de Soedanese regering op resolutie 1593 van de VN-Veiligheidsraad.
Daarnaast zal de laatste stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het alomvattend vredesakkoord in Soedan aan de orde komen en de voortgang met betrekking tot de vorming van een nieuwe regering.
Follow-up actieplan Tsunami
De Raad zal een tussentijdse balans opmaken van alle lopende werkzaamheden die invulling geven aan het actieplan Tsunami.
Hoofdoel van dit plan is om de beschikbare middelen beter te coördineren, teneinde de gevolgen van dergelijke gebeurtenissen, nu en in de toekomst, zo goed mogelijk op te vangen.
Om de rampen- en crisisrespons van de EU coherent en efficiënt te maken stelt de Commissie voor om de analyse-capaciteit en snel inzetbare expertise bij ECHO (Humanitaire Hulp Bureau van de Commissie) en door ECHO gesteunde partners, bij het EU mechanisme voor civiele bescherming en bij DG Ontwikkelingssamenwerking te vergroten en de onderlinge afstemming te verbeteren.
De Commissie stelt tevens voor om de onder lidstaten beschikbare middelen voor rampenrespons (zoals aardbevingsteams, basiskampen voor hulpverleners) te ontwikkelen in op afroep beschikbare en onderling te combineren modules voor technische steun aan noodhulpoperaties in derde landen. De voorstellen van de Commissie verwijzen telkens naar de relevante reeds afgestemde internationale afspraken met betrekking tot de coördinatie van humanitaire hulp en de inzet van civiele en militaire middelen.
HV/SG Solana heeft aanbevelingen gedaan voor verbetering van de beschikbaarheid van militaire middelen van lidstaten in het kader van rampenrespons. Daarbij gaat het zowel om versterking van de beschikbare capaciteiten, als om een verbeterde coördinatie bij inzet.
Nederland heeft in deze materie de volgende inzet. Wederopbouwhulp mag geen negatieve gevolgen hebben voor het vredesproces in conflictgebieden in Indonesië en Sri Lanka, maar dient bij voorkeur een bijdrage te leveren aan het vredesproces en te worden geënt op prioriteiten die door de getroffen landen zelf zijn geformuleerd, en moet een sterke multilaterale aanpak hebben (Wereldbank, Asian Development Bank en VN). Dit moet plaatsvinden in samenwerking met de nationale overheden, die een leidende rol moeten hebben.
Met betrekking tot de rampen- en crisisrespons is Nederland voorstander van een verbeterde EU-coördinatie en afstemming met de VN. Nederland steunt de versterking van capaciteiten waar deze tegemoet komen aan daadwerkelijke behoeftes. Nederland onderschrijft de beide doelstellingen van HV Solana op het gebied van verbetering van de beschikbaarheid van militaire middelen.
Iran
De Raad zal tijdens de lunch waarschijnlijk over de Iraanse houding op nucleair gebied spreken. Van officiële Iraanse zijde zijn recent steeds stelliger uitspraken gedaan over het voornemen om de verrijkingsactiviteiten te hervatten. Een dergelijke stap staat haaks op het Akkoord van Parijs tussen de EU3 en Iran. De EU zal zich moeten beraden op mogelijke vervolgstappen. Deze zijn uiteraard mede afhankelijk van de verdere ontwikkelingen, inclusief ontwikkelingen in IAEA-kader.
Ontwikkelingssamenwerking
De besprekingen van de Raad, bijeen in het kader van de Ministers voor Ontwikkelingssamenwerking, zullen grotendeels in het teken staan van de voorbereiding van het ontwikkelingsdeel van de aanstaande VN-Top (september 2005). Daarbij zullen in het bijzonder de acht Millennium Development Goals (MDGs) centraal staan: wat is er sinds de Millennium Verklaring van 2000 bereikt, en hoe kan er voor worden gezorgd dat de MDGs daadwerkelijk in 2015 gerealiseerd worden?
Tijdens de Europese Raad van december 2004 heeft de EU, onder Nederlands Voorzitterschap, haar volle steun en inzet met betrekking tot de realisatie van de MDGs bevestigd. Met het oog hierop heeft de EU het accent gelegd op de noodzaak tot een grotere focus op de armsten in het bijzonder in Afrika, de coherentie van het EU beleid, en op de financiering van de MDG's. Daarnaast is het belang van de implementatie van de Caïro/IPCD-agenda (International Conference on Population and Development) en de bestrijding van HIV Aids benadrukt. Ten slotte wil Nederland het momentum van de VN-Top aangrijpen om discussies over versterking van de milieu-architectuur te concretiseren om zodoende de effectiviteit en de efficiëntie op het terrein van milieu te verbeteren.
Ten aanzien van de VN-hervormingen herkent Nederland zich in de clusterbenadering van de SGVN, waarin de onderlinge verbanden tussen ontwikkeling, veiligheid, mensenrechten, de rechtsstaat en democratie worden benadrukt. Tevens steunt Nederland het voorstel ter oprichting van een Peace Building Commission, die de VN ten dienste moet staan bij het coördineren van activiteiten ten behoeve van falende staten en post-conflict-situaties.
De Europese Commissie heeft hier gevolg aan gegeven middels het uitbrengen van drie Mededelingen, te weten:
. De Mededeling "Versnellen van vooruitgang in realisatie MDG's: de bijdrage van de EU";
. De Mededeling "Versnellen van vooruitgang in realisatie MDG's: financiering van ontwikkeling en effectiviteit van de hulp"
. Mededeling "Versnellen van de MDG's: coherentie".
Over deze Mededelingen zijn de Kamer op 11 mei jl. BNC-fiches toegegaan.
De discussie door de Raad zal plaatsvinden aan de hand van concept Raadsconclusies die betrekking hebben op alle drie Mededelingen. Deze concept-Raadsconclusies worden thans nog op ambtelijk niveau voorbereid.
Een belangrijk discussiepunt zal zijn het vaststellen van nieuwe streefcijfers voor het EU hulpvolume in 2010. In dat kader zal ook gesproken worden over de identificatie van additionele bronnen van financiering. Voorts zal de Raad spreken over het bevorderen van beleidscoherentie en de relatie tussen handel en ontwikkeling en over schuldverlichting. Daarbij dient de focus op Afrika concreet versterkt te worden.
Separaat zullen raadsconclusies worden aangenomen over het actieplan ter bestrijding van HIV Aids, malaria en tuberculose.
Nederland steunt het voorstel van de Commissie waarbij de vijftien 'oude' lidstaten (voor zover deze de doelstelling van 0,7% BNP nog niet hebben bereikt) zich individueel voor 2010 op 0,51 % ODA-BNP vastleggen (waarbij het EU-gemiddelde in 2010 van deze vijftien uitkomt op 0,56%), terwijl de tien recent toegetreden nieuwe lidstaten zich vastleggen op 0,17 % ODA-BNP.
De Nederlandse inzet is om Europese Lidstaten die nog niet voldoen aan de 0.7%-norm verdere voortgang te laten maken, zodat de 15 EU-lidstaten spoedig, maar in ieder geval voor 2015 aan deze norm kunnen voldoen.
Het voorstel van de Commissie om verdere studie naar mogelijke voorstellen voor innovatieve financiering te doen kan Nederland steunen, zolang de Nederlandse voorwaarde dat dit moet leiden tot additionele, voorspelbare en duurzame hulpstromen, daarbij expliciet aandacht krijgt.
De voorstellen ten aanzien van hervorming van het Internationaal Financieel Systeem kan Nederland niet steunen. Ter vergroting van de stem van ontwikkelings- en transitielanden propageert Nederland dat in IMF en Wereldbank meer gebruik gemaakt wordt van gemengde kiesgroepen (mixed constituencies) waarin zowel donorlanden als lenende landen vertegenwoordigd zijn.
De analyse van de Commissie over schuldverlichting wordt ondersteund. Nederland kan op voorwaarden het voorstel voor additionele multilaterale schuldendienstverlichting tot 2015 ondersteunen, met als belangrijkste overweging dat dit voorstel kan bijdragen aan het bereiken van de MDG's. Schuldendienstverlichting mag echter alleen plaatsvinden voor landen die een goed begrotingsbeleid en prudent schuldbeheer voeren om nieuwe schuldproblemen zoveel mogelijk te voorkomen. De lange-termijn schuldhoudbaarheid dient ook te worden versterkt door verbetering van effectieve markttoegang van de schuldenlanden.
Als het gaat om de effectiviteit en harmonisatie van de hulp kan de EU-positie volgens Nederland aangescherpt worden met elementen uit de EU-verklaring tijdens het High Level Forum (HLF) in Parijs (Kamerstuk nr 29800 V nr. 99).
Nederland onderschrijft het belang van de publicatie van een aparte Mededeling over beleidscoherentie als voorwaarde voor structurele armoedebestrijding en het bereiken van de MDGs. Hiermee geeft de EU een belangrijk signaal af in het kader van de VN-Top in september. Het belang van concrete invulling door de OESO-landen van hun verplichtingen onder MDG8, en periodieke monitoring daarover, wordt daarmee benadrukt. Nederland staat op het standpunt dat de Unie de 'Policy Coherence for Development-commitments' en periodieke monitoring ervan moet onderschrijven.
Nederland verwelkomt voorts de specifieke aandacht voor Afrika in deze mededeling. De omvang van de problemen in Sub-Sahara Afrika waar de armoede wereldwijd gezien het grootst is en de voortgang in de realisatie van de MDGs het geringst, maakt een verhoging van de inspanningen juist daar noodzakelijk. De EU speelt hierbij als grootste donor een belangrijke rol.
Nederland verwelkomt de mededeling en het Actieplan voor de bestrijding van HIV Aids, malaria en tuberculose. Met de mededeling van oktober 2004, en het voorgaande Actieplan (2001-2006), heeft de Commissie een belangrijke stap gezet naar een meer coherent beleid en deze lijn wordt nu voortgezet. Dit is in lijn met de Aids notitie die de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking in juni 2004 naar de Tweede Kamer zonden (Kamerstuk nr. 29648 nr. 2).
Ten slotte zal de Raad naar verwachting kort spreken over de stand van zaken met betrekking tot de Herziening van de Beleidsverklaring voor het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap (2000). De discussie zal plaatsvinden op basis van een nog te verschijnen synthese-document van de Commissie. De Herziening van de Beleidsverklaring was eerder onderwerp van gesprek tijdens de informele bijeenkomst van OS-bewindslieden te Luxemburg op 14 en 15 februari 2005 (zie Verslag Kamerbrief nr. 21501-04 nr. 86 dd 22 februari 2005).
Het consulteren door de Commissie van het maatschappelijk middenveld is nog niet afgerond. Nederland heeft wel het initiatief genomen om, samen met zeven gelijkgezinde landen, de Commissie schriftelijk op de hoogte te stellen van een aantal kernelementen, die bij de Herziening zeker aan de orde moeten komen. Dat betekent onder meer dat de gelijkgezinde landen van mening zijn dat er een evaluatie moet plaatsvinden van de huidige Beleidsverklaring en dat de uitgangspunten (duurzame armoedevermindering, focus van de hulp op de armsten, belang ownership) onaangetast moeten blijven. Wel dienen een aantal recente ontwikkelingen (de WSSD- agenda, de Doha-Ontwikkelingsronde, de Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen, afspraken op het gebied van harmonisatie en coherentie) in de herziene Beleidsverklaring geïntegreerd te worden.
---- --
Ministerie van Buitenlandse Zaken