Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/20050520-175326-A

Toespraak door dr. Bernard Bot,

Minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden

Leiden, Pieterskerk, 19 mei 2005

Dames en heren,

"Waar het goed is, daar is mijn vaderland - ubi bene, ibi patria." Zo luidt een van de beroemde uitspraken van Desiderius Erasmus, de in 1469 in Rotterdam geboren wereldburger, die heel Europa als zijn vaderland beschouwde, zonder zijn Hollandse afkomst te verloochenen. Erasmus reisde en werkte in heel Europa; zijn werk werd overal gelezen en geprezen. Keizers en pausen, koningen en bisschoppen vroegen hem om raad. Als u met een Erasmusbeurs in een ander Europees land studeert, dan doet u dat ook in zijn geest.

Ik ben de organisatoren dankbaar dat ik vandaag enige gedachten mag ontvouwen over de toekomst van Nederland in Europa. Aan mij de eer het Leids kwartiertje te overbruggen, voordat enkele prominente voor- en tegenstanders van de Europese grondwet met elkaar de degens kruisen.

Dames en heren,

Het gaat vandaag over de Europese grondwet en de vraag of die grondwet goed is voor Nederland en Europa. Maar hierin ligt natuurlijk ook een meer filosofische vraag besloten, namelijk of wij ons, net als Erasmus, in zowel Nederland als Europa thuis kunnen voelen.

Laat ik maar meteen zeggen waar ik zelf sta: ik ben een voorstander van de grondwet. Niet omdat het zo'n wonder van eloquentie is, of omdat het een panacee voor al onze problemen zal zijn, maar omdat ik geloof in de noodzaak van de Europese samenwerking. En omdat ik geloof dat dit nieuwe verdrag ons zal helpen die samenwerking te stroomlijnen. Waarmee het ook weer makkelijker wordt om richting de Verenigde Staten, Rusland of China te spreken met één heldere en krachtige Europese stem.

Wat u op 1 juni ook stemt, doet u één ding alstublieft niet: toegeven aan cynisme of angstgevoelens. Cynisme is een luxe voor mensen die aannemen dat zij er zelf niet het slachtoffer van zullen worden. En over angst zei president Roosevelt ooit dat dit het enige is waar we echt bang voor moeten zijn. Ik heb in mijn jonge jaren geleerd ­ onder moeilijke omstandigheden in Indonesië - dat optimisme je eigen kracht vleugels kan geven. Geloof in je eigen kansen, in je eigen toekomst, geloof ook in de mensen om wie je geeft. Zo is het ook met Europa: De Duitser Walter Hallstein zei eens: "Wie in Europa niet gelooft in mirakels is geen realist".

In een ander deel van de wereld, in Azië, hangt het geloof in eigen kunnen bijna tastbaar in de lucht. Een ongelooflijke drang tot innovatie en vooruitgang. Ook Amerikanen worden gedreven door optimisme, de American dream. Toch lijken wij in Europa en in Nederland soms een verbod op het geloof in onszelf op te leggen. Onnodig, onwenselijk, contraproductief.

Ik wil wat dieper ingaan op dat geloof in eigen kracht en aangeven waarom Nederland met zelfvertrouwen en inspiratie kan en moet blijven meebouwen aan het Europese bouwwerk. Waarom een stem voor de grondwet Nederland sterker maakt en ons land in staat stelt bij te dragen aan een sterk Europa.

Dames en heren,

Wat is Nederland eigenlijk voor land; waar staan wij internationaal? Laat me vertellen hoe ik daar over denk.

Nederland is gemeten naar bruto binnenlands product de veertiende macht ter wereld, de op twee na grootste landbouw-exporteur van de wereld, een cruciaal knooppunt in Europa voor de handel met andere werelddelen. Binnen de Europese Unie is ons land qua bevolkingsomvang de zevende lidstaat; gemeten naar bruto binnenlands product zijn we de zesde lidstaat.

Volgens het Amerikaanse Time magazine staat Nederland nummer 10 op de ranglijst van machtigste landen ter wereld. Misschien denkt u "doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg", maar laten wij onszelf nu ook niet kleiner maken dan we zijn. Wel moeten wij blijven investeren in onderwijs, kennis en technologie. Niet de internationale concurrentie, maar gemakzucht kan ons klein krijgen.

Nederland behoort tot de zes oprichters van het moderne Europa. Nederland geldt in Europa als een keurmerk, dat staat voor kwaliteit en vernieuwing. In Brussel sluit ons land coalities en bouwen wij bruggen dat het een lieve lust is. Samen met anderen weten wij tegenspel te bieden wanneer onze nationale belangen in het geding zijn. Voor Charles De Gaulle was juist de consistente Nederlandse koppigheid het bewijs dat Nederland een land is met een ziel. Hollandse "souplesse" betekent in Europa dan ook wat anders dan met alle winden meewaaien. "La souplesse Hollandaise" is een metafoor voor hardnekkig doorzetten. Doorzetten, net zo lang tot je belangen herkenbaar zijn in het compromis dat elk Europees besluit nu eenmaal is.

De kracht van de Nederlandse stem in Europa is gelegen in de combinatie van het geloof in het Europese ideaal en het geloof in het eigen kunnen. Van keihard vechten voor nationale belangen binnen een bredere "Esprit de compromis", zoals de Fransen dat zo mooi kunnen zeggen. Andere Europeanen in Brussel zien dit als een Nederlandse traditie. Als ons land de grondwet ratificeert kunnen wij die combinatie van idealisme en realisme zelfs nog kracht bijzetten.

Tegelijkertijd moeten wij niet denken dat Nederland het dan ook wel in zijn eentje kan rooien. Wie gelooft in een neo-isolationistische koers voor ons land staat met zijn rug naar de toekomst. Je verleden kennen is niet hetzelfde als er naar te willen terugkeren. Een levend verleden maakt het leven vandaag begrijpelijker. Wie niet weet waar hij vandaan komt, weet ook niet waar hij naartoe gaat.

De Nederlandse handelsbelangen zijn bijvoorbeeld steeds meer verweven geraakt met de Europese interne markt. Die is met ruim 450 miljoen mensen de belangrijkste van de wereld. Tachtig procent van de Nederlandse export gaat naar de Europese Unie, zestig procent van onze import komt uit de Europese Unie. Klopt de opmerking "man ist was man isst", ofwel "je bent wat je eet", dan zijn Nederlanders al goeddeels Europeanen. En klopt de opmerking niet, dan zijn onze Nederlandse boterhammetjes nog altijd lekker dik Europees belegd.

Wanneer je als land economisch zo met Europa verbonden bent, dan is het verstandig om ook politiek in Brussel volwaardig mee te praten.

Veel jongeren in Nederland hebben dit al lang begrepen. Onze onderzoeken tonen aan dat de Nederlandse jongeren meer dan gemiddeld positief zijn over de Europese Unie. Geen wonder ­ u plukt de vruchten van goedkope vakanties, makkelijk studeren in het buitenland, Europees netwerken. Maar belangrijker ­ u weet dat Europa in uw leven hoe dan ook een factor van belang zal zijn. En als iets belangrijk is, dan keer je je daar niet van af ­ maar probeer je er juist een rol in te spelen.

Dames en heren,

Laat mij de positie van ons land vergelijken met die van Denemarken, een land waarmee wij dit jaar 400 jaar diplomatieke betrekkingen vieren. Een land dat zich heeft afgezonderd van een aantal terreinen waarop andere EU lidstaten wel samenwerken. Sommige Nee-zeggers vinden dat Nederland aan Denemarken een voorbeeld moet nemen. De redenering, een kromme als u het mij vraagt, is dat afzijdigheid meer oplevert dan betrokkenheid.

Wat de Nee-zeggers er niet bij vertellen is dat de Deense regering van plan is niet alleen de grondwet aan de bevolking te voorleggen, maar ook een voorstel om die beroemde nationale "opt-outs" op te heffen! De uitzonderingsclausules waarvan sommigen vinden dat wij ze in dit land juist zouden moeten invoeren!!

De Denen zijn gefrustreerd dat ze niet in de Eurogroep en de Europese Centrale Bank vertegenwoordigd zijn, en over belangrijke aspecten van het Stabiliteits-en-Groeipact niet kunnen meebeslissen. Ondertussen moet Denemarken wel de plichten van het Stabiliteitspact vervullen. Bovendien heeft Kopenhagen ontdekt dat de oude, vertrouwde Deense Kroon nagelvast aan de Euro gekoppeld is. De Kroon deint keurig mee op de hekgolven die door het Euroschip worden veroorzaakt.

Ook worstelen de Denen met het probleem ­ in hun eigen perceptie ­ dat zij moeite hebben om Denen op belangrijke functies in de Unie benoemd te krijgen ­ iets waar Nederland nu juist niet over te klagen heeft. Bovendien heeft men het gevoel dat er niet echt naar Denemarken wordt geluisterd zolang het niet bereid is over de volle Europese breedte medeverantwoordelijkheid te dragen.

Kortom, het Deense voorbeeld leert ons dat je in Europa beter wel dan niet aan tafel kunt zitten. En tot die conclusie zijn de Denen zelf inmiddels ook gekomen. Vraag maar na in Kopenhagen.

Dat wil niet zeggen dat ik geen begrip heb voor mensen die bezorgd zijn dat Nederland wordt opgeslokt door een Europese superstaat. Nederland is ons het meest vertrouwd; van Nederland voelen wij ons deel.

Maar de nieuwe grondwet beschermt de Europese diversiteit juist beter dan de oude verdragen. Door duidelijk vast te leggen wat de Unie wel doet en wat de Unie niet doet. En, heel belangrijk: nationale parlementen krijgen de mogelijkheid een gele kaart te trekken als zij vinden dat een Europees wetsvoorstel gaat over een onderwerp dat we beter nationaal kunnen regelen. Bij negen gele kaarten moet Brussel het wetsvoorstel heroverwegen.

Ook is er geen sprake van dat Brussel met deze grondwet meer bemoeienis krijgt met kwesties als het homohuwelijk, het softdrugsbeleid en de euthanasie- en abortuswetgeving in Nederland. Zolang wij Nederlanders dat in meerderheid willen, blijft dit beleid bestaan. Want Brussel gaat daar niet over. Dat hebben wij in de Europese grondwet vastgelegd.

De Europese strafrechtsamenwerking gaat wel over zware, grensoverschrijdende misdaad. De internationale kartels die zich bezighouden met drugs-, mensen- en wapenhandel en grootschalige fraude opereren in een Europa zonder binnengrenzen. Als wij onszelf opsluiten in nationale hokjes en de criminelen niet ­ wie wint er dan? De nationale bovenwereld of de Europese onderwereld?

Er zijn ook mensen die beweren dat de invloed van Nederland door de nieuwe grondwet afneemt. Natuurlijk, elke afzonderlijke speler heeft minder invloed naarmate de groep groter wordt. Dat is een wetmatigheid waaraan zelfs de Nederlandse regering niets kan veranderen. Maar dat is een gevolg van het feit dat ook andere Europeanen graag deel willen uitmaken van Europa. Het toont aan dat Europa aantrekkelijk is voor alle landen die er geen deel van uit maken. De Grondwet voert juist regels in die de samenwerking tussen de lidstaten soepeler kan laten verlopen.

De grondwet biedt ook de garantie dat in de Europese Unie niemand iemand kan overrulen. Willen de lidstaten iets bereiken dan moeten zij samenwerken. Bij het stemmen wordt gebruik gemaakt van een dubbele sleutel van zowel bevolkingsomvang als het aantal lidstaten. Voor ieder besluit moeten tenminste 15 landen voorstemmen, die samen bovendien ook tenminste 65 procent van de bevolking vertegenwoordigen. Ook de drie grootste lidstaten hebben dus altijd andere landen nodig.

Sommige mensen zijn bezorgd over het feit dat Nederland niet langer permanent een Commissaris in de Europese Commissie zal hebben. Maar kijk nu eens naar het nettoresultaat! Nederland houdt een eigen Commissaris voor tien jaar van iedere vijftien jaar. En niet alleen Nederland. Alle landen verliezen voor een deel van de tijd de Commissaris: ook Duitsland en Frankrijk. En die hadden er tot vorig jaar nota bene twee! Hun concessie is dus tweemaal zo groot als de onze. Ook de grootste lidstaten werken vanuit een "esprit de compromis", iets wat in Europa lang niet altijd vanzelfsprekend is geweest.

Dames en heren,

Over de rol van Europa in de wereld het volgende: onlangs verscheen een boek van Thomas Friedman, columnist bij de New York Times. Zijn boek heet "The World is Flat", in goed Nederlands: de wereld is plat. Hoewel dat volgens mij niet klopt, gaat het over het thema dat velen van ons bezighoudt: de opkomst van Azië.

Friedman wijst terecht op de snelle opkomst van China en andere Aziatische tijgers. Ik heb ook al eens gewezen op de implicaties van de Aziatische groei voor Europa. Wij zullen zelf harder moeten werken, langer moeten werken en bereid moeten zijn om in onszelf en elkaar te blijven investeren. Dat is geen bangmakerij ­ dat is gewoon een feit. Als, en ik onderstreep dit als, wij bereid zijn dat te blijven doen, dan zie ik voor Europa een mondiale hoofdrol weggelegd. Niet als een fort Europa of als een eenheid die voor andere delen van de wereld een bedreiging vormt, maar als een eerlijke speler, die vecht voor zichzelf, maar ook voor een wereld waarin iedereen zich aan dezelfde spelregels houdt. Zonder Europa geen democratisering, geen respect voor mensenrechten, geen effectieve bestrijding van armoede, van Aids en van geweld.

Wat voor Nederland geldt, geldt ook voor Europa als geheel: laten wij onszelf niet kleiner maken dan we zijn. Laten wij onze belangen en principes verdedigen en uitdragen. De grondwet schept een Europese minister van Buitenlandse Zaken, met een eigen diplomatieke staf, die daarin een belangrijke rol zal gaan spelen. Sommigen van u zullen later misschien wel een baan vinden bij die Europese diplomatieke dienst.

Dames en heren,

Waar zou Nederland zijn als wij NEE zeggen tegen de grondwet? Negen lidstaten hebben de grondwet inmiddels geratificeerd en dat aantal groeit elke maand. Laten wij nu eens aannemen dat op 29 mei ook de Fransen JA zullen stemmen. Is een Nederlands NEE dan het einde van de wereld? Natuurlijk niet. Maar het betekent wel een breuk met onze traditie van realisme en idealisme in onze Europa-politiek. Andere Europeanen zullen zich afvragen wat Nederland nu eigenlijk wil, welk alternatief Nederland voor ogen heeft.

Wij Nederlanders zullen dan ontdekken dat wij op die vragen eigenlijk geen goed antwoord hebben. En wij weten bij voorbaat dat het Deense model voor ons niet werkt. Kortom, wij komen er dan achter dat tegenstemmen makkelijker is dan meedenken en dat afbreken makkelijker is dan opbouwen.

Wanneer u dus van plan bent NEE te stemmen, doet u dat op 1 juni dan wel met oog voor de consequenties die een NEE kan hebben. Het gaat niet om hel en verdoemenis, maar wel om het laten liggen van kansen. En bedenk daarbij hoeveel juist u als jongere en als student, en als intreder op de arbeidsmarkt, profiteert van een Europa zonder grenzen. Het is nog niet zo lang geleden dat interrailen naar Estland volstrekt ondenkbaar was, dat je in het buitenland altijd geld moest wisselen en aan de grens in de rij moest staan, dat internationaal geld overmaken ingewikkeld en ook nog duur was.

Tussen haakjes, over duur gesproken, wat de Euro betreft benadruk ik hier nog maar eens dat het niet aan de overheid ligt, en niet aan Europa, dat uw biertjes zo duur zijn!

De Nederlanders die zich afvragen of zij met een JA-stem automatisch ook aspecten van de Europese samenwerking legitimeren waarover zij kritisch zijn, kunnen gerust zijn: de Nederlandse regering zal een JA beschouwen als een opdracht om hard te blijven werken aan die dingen die wij, Nederlanders en Nederland,in de Europese Unie willen verbeteren of veranderen.

Zo zal de regering ook bij een positieve uitslag van het referendum blijven werken aan een eerlijker verdeling van de financiële lasten in Europa. Onze afdrachten aan de Unie zijn onaanvaardbaar hoog. Wij moeten en zullen minder gaan betalen. Dat is een keiharde eis, die hoe dan ook overeind blijft. Uit Luxemburg komen signalen die erop wijzen dat de andere lidstaten beginnen in te zien dat Nederland oneerlijk veel betaalt en dat hieraan iets moet veranderen. Maar voor schone beloften kopen wij niets; wij willen keiharde garanties. Zolang wij die niet hebben, houden wij vast aan unanimiteit in de besluitvorming over de Europese begroting. En dat heeft Nederland dan ook uitdrukkelijk in de grondwet laten vastleggen.

Een JA-stem zal door mij en mijn collega's dus niet worden opgevat als een vrijbrief voor het gedogen van Europees wanbeleid. Natuurlijk niet: dat is nu precies één van de dingen waar Nederland tegen vecht, en gaandeweg met succes. Maar om iets te bereiken moet je als erkend en gewaardeerd lid van de Europese familie aan de onderhandelingstafel zitten, en niet buitenspel staan.

Dames en heren,

Ik geloof dat ik het Leids kwartiertje wel heb vol gemaakt ­ en u moet nog fris zijn als het debat begint.

Daarom nog twee korte oproepen: 1) Ten eerste: gaat u op 1 juni stemmen en laat zien dat u zich betrokken voelt. 2) Ten tweede, stemt u op basis van argumenten, niet uit cynisme of op basis van angst voor de toekomst.

En als voorstander van de grondwet zeg ik: laten wij bijdragen aan de Europese eenheid die tegelijk ook de Europese diversiteit versterkt. Laat ons het signaal afgeven dat wij ons, net als onze beroemde voorvader, zowel in Nederland als in Europa thuis voelen. Geef de Europese grondwet daarom uw JA-woord!

Dank voor uw aandacht.